Met Gemak naar Roodeschool Deel 2 (slot)

Zo gaat dat met goede voornemens meestal, ze werken niet. In ieder geval niet optimaal, tenminste bij mij. In 2012 had ik me voorgenomen om met de trein een dagje Roodeschool te doen. Waarom? Gewoon omdat het een voornemen was en Roodeschool gevoelens van de lagere school naar bovenhaalden. Ik schreef ooit al eens, eerst Roodeschool zien en dan sterven. Dat sterven mag van mij nog heel lang duren, al zeggen cynici dat ik wel stoppen moet met roken, over goede voornemens gesproken. Het moest november 2012 worden toen ik de deadline van het goede voornemen dichterbij zag komen. Ik zou vertrekken en een uitgebreid verslag doen van mijn reis, bevindingen, maar ook bijvoorbeeld van het boek dat ik op dat moment las, ‘Reizen zonder John, van Geert Mak. En zie daar de flauwe woordspeling in de titel. Eigenlijk is een retourtje Roodeschool, hoewel niet gebruikelijk, een makkie.  Het reisverslag maken is een ander verhaal, deel 1 is gemaakt zoals het gepland was, maar de rest……….

100_1461

Voorbij Roodeschool was er nog meer, in ieder geval moest ik naar Oosteinde voor de lunch. De snackbar was nog niet open en volgens mij de plaatselijke Chinees ook nog niet. Echter ruim twee jaar na dato, is mijn hoofd voor een deel net zo leeg als het Noordoostelijke Groninger landschap. Het boek van Geert Mak is al lang uit, de aantekeningen die ik die dag in ruime mate heb gemaakt, blijken toch een beperkte houdbaarheidsdatum te hebben. Maar we hebben nog wel de foto’s. 2015, ik begin dus maar eens met een fotoblog, een blog van voormalige goede voornemens.

ARNHEM-GRONINGEN

Het landschap zoeft voorbij. Ik vraag me af of ik wel goede foto’s kan maken in de trein. Goed is in dit geval onbewogen, want veel van mijn foto’s weet ik proefondervindelijk, zijn niet geheel recht. Ook vroeg ik me toen af, zou een sociaalgeograaf de verschillende boerenlandschappen van elkaar kunnen onderscheiden?

rs

 

 

Landschap bij Dieren, vlak voor Zutphen en het station in Zwolle

 

rs 2

 

GRONINGEN -ROODESCHOOL

Landschap bij Haren en het laatste stuk naar Roodeschool, het regent weliswaar, maar het landschap wordt kaler en eenmaal in Roodeschool is het droog. Onderweg overwoog ik te kijken of Baflo misschien mijn nieuwe residentie zou kunnen worden.

100_1441100_1443100_1445100_1447

En daar komen we aan: ROODESCHOOL

100_1450

Al lopende door Roodeschool, de eerste impressies

100_1451100_1452100_1453100_1459Leeg, rustig met hier en daar hele mooie huisjes. Bij de kerk kwam een man naar me toe, nieuwsgierig waarom iemand stond te fotograferen. Hij vertelde me dat er vroeger nog vijf bakkers waren in Roodeschool. Een soort van Groningse variant van de Brabantse aardappeleters. Tegenwoordig was er geen een meer, en voor de lunch verwijst hij me om de weg te volgen richting de Eemshaven. Openbaar vervoer is er niet.

100_1460100_1463
Aangekomen bij Hotel Ekamper, een Bourgondisch broodje kroket had ik besloten te verorberen. De definitie van Bourgondisch is er wezenlijk anders dan in mijn gedachten, maar het was goed weg te kanen, bovendien was de prijs er nog van ver uit de vorige eeuw. Ik was overigens de enige gast, maar het hotel biedt onderdak aan Poolse arbeiders die in de Eemshaven werken.

100_1466100_1469
Naar het station van Roodeschool betekende het nog vier kilometer lopen om daar de trein richting Groningen te pakken. Ik had me voorgenomen in twee plaatsjes uit te stappen om nog een rondje door de dorpen te lopen. De foto’s gaven niet meteen uitkomst welke dorpen het waren, maar met een beetje puzzelen bleken dat Usquert en Baflo te zijn geweest.

Sightseeing Usquert

100_1471100_1472100_1474100_1477 100_1480100_1481100_1483100_1486100_1489Sightseeing Baflo

100_1490100_1491100_1492100_1495100_1496100_1497100_1500100_1501100_1502100_1503Het begon donkerder te worden, beide dorpen waren ongeveer in een half uurtje goed te doorlopen. Rust en een beetje Ot en Sien gevoel kreeg ik er wel van. Groningen waar ik nog even uitstapte kreeg daardoor, hoewel maar een twintigtal minuten van Baflo een heel kosmopolitische uitstraling. Geheel ten onrechte hoewel het gewoon een leuke stad is.

100_1508100_1510

Een leuk reisje heb ik mezelf gegeven die dag in 2012, maar ik moet tot de slotsom komen dat het meer tijd vergt om achtergronden, actualiteiten en het Groningse decor met elkaar te verenigen. Ik had plaatselijke krantjes meegenomen, het nieuws gehoord die dag en had hoogdravende ideeën voor een blog dat meerdere delen zou bevatten. Het Groningse aardbevingsgeweld heb ik die dag bijvoorbeeld helemaal niet meegenomen en/of onderzocht. Hoe zit dat in Roodeschool, Usquert of Baflo? Ik weet het niet, voorlopig houd ik me gemak maar, maar dit fotoblog is wel gereed in …..2015.

 

 

 

Pax feminien, een lachertje natuurlijk

Dat mannen ‘mannetjes’ zijn,  is genoegzaam bekend. En door de opeenvolgende feministische golven zijn we ook gaan geloven dat al het wereldleed ongeveer veroorzaakt wordt door testosteron. Misschien is het waar, misschien ook niet. Is de wereldvrede daadwerkelijk gewaarborgd als vrouwen de macht hebben? Zullen we gelukkiger worden met een groot mondiaal matriarchaat? Ik waag het te betwijfelen. Mogelijk zal de wereld er ook niet slechter uitzien met vrouwenpower, al weet ik dat niet zeker.

Ooit in een ver verleden heb ik een jaar in een klas met overwegend meisjes gezeten. Ik kijk niet terug op een spectaculair jaar, ik wist niet waar het probleem lag toentertijd. Nu weet ik het, te veel aan vrouwen, bakvissen toen nog. De verschillende werkervaringen hebben mij geleerd dat de verfijning van elkaar afmaken bij vrouwen verder is geëvalueerd. Goed, openlijke machtsstrijd en borstgeroffel tussen mannen heb ik ook gezien. Maar nu ik richting de vijftig loop, herken ik pas de destructieve kracht van vrouwen in groepen. Lang heb ik geloofd in onderlinge vrouwensolidariteit, heimelijk was ik er wel jaloers op. Nu weet ik beter, die solidariteit bestaat tot aan de drempel van de deur. Zijn vrouwen eenmaal uit elkaars aura verdwenen, spelen vaak hele andere krachten. Roddel en achterklap zijn mijns inziens uitgevonden door vrouwen. Zijdelings maak ik het middelbare schoolgebeuren van mijn kinderen mee. Bij de oudste werd enige jaren geleden de klasdynamiek door het onderwijzend personeel beschreven als ‘de macht van de bijenkoninginnen’ die hun giftige uitwerking had op het hele groepsgebeuren met geknakte schoolcarrières aan toe. We zullen nooit weten hoe slachtoffers van deze kleine loeders zich later zullen ontwikkelen met persoonlijkheidsproblematiek. Mijn jongste zoon lijkt nu al de wijsheid te hebben die zijn vader in de midlifecrisis heeft verkregen. Op de spaarzame momenten van mededeelzaamheid geeft hij te kennen dat hij het gezellig heeft op school. Hij kan goed opschieten met zijn klasgenoten en ‘als die wijven weer onderling mot hebben, trekken we ons gewoon terug met de jongens’. Er zijn veel momenten dat ze zich terugtrekken heb ik begrepen. Hij zit er niet mee, voor hem is het een levensgegeven zoals gras groen is.

En dan het gevecht tegen het ideale vrouwbeeld. Natuurlijk wordt dat uitgebuit door ook veel mannelijke kapitalisten. Echter ik durf de stelling te verdedigen dat zij slechts misbruik maken van de onderlinge wedijver van vrouwen om maatje anorexia als hun ideaal te zien. En die dikke tieten zou het summum voor mannen zijn? Ik moet het eerste onderzoek nog zien dat beweert dat vrouwen met dikke tieten beter in de huwelijksmarkt ligt.

Misschien is de zogenaamde vrouwensolidariteit wel de grootste vijand van de vrouw zelf. Die zogenaamde hartsvriendinnelijkheid, waarbij alle intieme zaken worden gedeeld en ieder beddetail wordt besproken en gewogen. Alle gevoelens op ongeacht welk tijdstip zijn gemeengoed in de vriendinnengroep en als er geen wezenlijke zaken zijn, worden er wel issues gemaakt. Van niets wordt iets gemaakt en binnen no time is het een sociaal probleem. Heel vaak is de partner of vriend dan de oorzaak, of de man in het algemeen. Echter die zogenaamde solidariteit onderling komt vroeg of laat heel hard terug bij de deelneemsters. Het lijkt wel hoe groter de onderlinge verbondenheid des te groter is het geheugen. Op de meest onverwachte momenten worden persoonlijke ontboezemingen dan prijs gegeven aan de openbaarheid via de sociale media, op school of op het werk. Er is dan geen weg meer terug, het gif is gezaaid en de groepsdynamiek naar de kloten. Vrouwelijke oplossingen als praatsessies ten spijt, het mag niet meer baten.

Met deze gedachte ging ik het weekend in. Het laatste uur van de vrijdag was dit het gespreksonderwerp bij het afsluiten van de computers en de laatste sigaret. We, een mannelijke en een vrouwelijke collega, waren het hartgrondig met elkaar eens. Pax feminien bestaat echt niet. In de herfstzon liep ik naar het station. De trein stond er al en ik kon in mijn eentje zitten in een coupé. Na vijf minuten werd mijn zelfverkozen eenzaamheid in de trein verstoord door een ijskoningin van pakweg 17 jaar die met een trolleykoffer zich zelf ongenaakbaar nestelde schuin tegenover mij. Ze was slank en blond, niet bijzonder mooi, maar ze had wel oneindige lang benen. Haar door de make-up sprekende blauwe ogen gunde mij geen blik waardig en daar heb ik alle begrip voor. Ik mijmerde verder door te kijken naar de roltrap die vanuit de stationshal steeds weer nieuwe mensen op het perron uitspuugde. Een vermakelijk tijdverdrijf nu ik mijn mobieltje vergeten was. Opeens werd de ledigheid wreed verstoord. De blonde jonge dame begroette kirrend twee soortgenoten die ook de trein in stapte. Ze bleek te kunnen lachen en mijn vrees werd bewaarheid. Ik werd ingesloten door drie meisjes van net geen achttien, mogelijk waren ze nog jonger. Ik kon door de hoeveelheid plamuur niet een precieze leeftijdsinschatting maken.

  • ,,Hé EMO.” zij de blondine tegen het eerste meisje dat nu tegenover mij ging zitten.

  • ,,Ja, het is nog niet goed, ik heb het nog maar een keer uitgespoeld vanmorgen.”

  • ,,Beste mooi en nu gaat ze zich snijden.” flapte de dame die naast me ging zitten eruit.

    Ze had een beugel met plaatjes, maar lachte haar gebit zonder problemen bloot.

Uit de eerste hijgerige begroeting begreep ik dat de EMO die avond ervoor haar haren zwart had geverfd, maar ze beweerde dat het midden-bruin was. Ik zag het niet. Ze was zelf ook niet tevreden ondanks dat beide andere meisjes beweerden dat het heel mooi was. Van enige ongenaakbaarheid was niets meer te bespeuren. Bij mij als toehoorder kwam eerder het woord ongeremd naar boven, of zo u wilt onbeschaamd. Als veertiger bestond ik niet en ze leken niet te beseffen dat ze in de trein zaten en niet in de bescherming van een meisjeskamer. In eerste instantie werden alle ‘treiterpijlen’ van de dames op de emovriendin gericht. Zij wist echter van onderwerp te veranderen door te wijzen naar een man met een hoed die instapte. Hij bleek een verschijning te zijn die op hun lachspieren werkte. Ik durfde me niet om te draaien omdat daarmee de kans aanwezig was dat ik deelgenoot werd van hun publiekelijke hekserij. En de toorn van een vrouw mag dan spreekwoordelijk zijn,  dat valt nog in het niet bij het zenuwachtige openbare gegiechel en gejoel van een tros bakvissen. Met succes kon ik me anoniem houden. Nu kreeg het beugelbekkie ervan langs. Ze deed aanvankelijk niet mee met het gesprek.

  • ,,Heb je pijn aan je mond en tanden, je bent zo stil.”

Er zat weinig medeleven in de vraag, er kwam dan ook geen antwoord. Het kind naast me keek op dat moment niet gelukkig, maar dat werd ogenschijnlijk niet opgemerkt. Emo en Blondie babbelden verder over school en dan met name de aanwezige bewakers van die school. Ze werden ingedeeld in groepen of je er wel of niet mee naar bed zou willen. Ik was nog bezig om het woord bewakers te plaatsen in het schoolgebeuren, toen bleek dat ene Jesse de ‘Hunk’ tussen de bewakers rondliep.

  • ,,Maar toen ik begreep dat hij 26 jaar oud was, heb ik hem geblokt op mijn app.”

  • ..Logisch, weet je wat hij me laatst vroeg? Of ik model was!”

  • ,,Wie jij? Wat een rare vraag en wat zei je?”

  • Uh? Toen zei hij of je nu model bent of niet, voor mij ben je wel een model. Vieze ouwe man is het toch, niet?

  • ,,Weet je met wie ik aan het appen ben, drie maal raden?”

Beugelbekkie probeert ook weer mee te doen met de conversatie, ze krijgt geen gehoor bij Blondie en Emo.

  • ,,Ben blij dat het weekend is, ga vanavond uit. Hoop dat Ruud ook komt.”

  • ,,Ruud?”

  • ,,Ken je niet, was vorige week ook op dat feest, je weet wel…..!”

  • ,,Ben je mee naar bed geweest?”

Emo draaide met haar ogen. Als onzichtbare buitenstaander kon ik niet opmaken of dat een ja of een nee was. Emo herinnerde zich dat er nog een vraag in de coupé rondhing.

  • ,,Met wie ben je aan het appen?”

  • ,,Raad je nooit.’

  • ,,Kurt, André, Michiel, ”

  • ,,Felix, Robert, Mo?”

Beugelbekkie leek de aandacht prettig te vinden en liet de anderen verder raden, maar die hadden er geen zin en ratelden al weer over andere zaken. Ze smiespelden een beetje dus als onzichtbare man lukte het niet om er een touw aan vast te knopen. Beugelbekkie besloot het raadspelletje nieuw leven in te blazen.

  • ,,Het begint met de letter D.”

Vilein kijkt Blondie naar Beugelbekkie.

  • ,,Moeten we hem kennen?”

Emo deed er nog een schepje bovenop door te vragen of ze er mee naar bed is geweest op een manier zoals je zou vragen of hij bij je in de straat woont of in de klas zit. Zonder op antwoord te wachten somden Blondie en Emo een heel arsenaal aan jongensnamen met een D. Naast me voelde ik het zenuwachtig geschuifel van Beugelbekkie en gepikeerd riep ze.

  • ,,Ik ben geen afgelikte boterham, zeg.”

Blondie en Emo bevestigden noch ontkenden. De trein kwam tot stilstand en ik moest uitstappen.

Een gevaarlijk moment voor een onzichtbare veertiger die moet uitstappen uit de tot meisjeskamer vermomde treincoupé. Dit is het uitgesproken moment om heel stom te giechelen of iets heel onoorbaars over een vreemde te zeggen. En al weet je dat het puur uit onvermogen gezegd wordt, je kunt zomaar publiekelijk slachtoffer worden. Er gebeurde gelukkig niets. Beugelbekkie schoof op naar mijn plaats en ik hoorde nog net dat een niet aanwezige vriendin werd besproken. Een veilig onderwerp voor alle drie, de gelederen werden gesloten en de vrouwensolidariteit was weer hersteld voor dat moment. Onbetaalde rekeningen zullen later wel worden vereffend. Volgende week, over een maand of misschien wel over een jaar. Dat is zeker.

Met Gémak naar Roodeschool, deel 1 tot Arnhem

Duiven Arnhem

Waarom? Je kunt het je haast niet voorstellen, maar Roodeschool klonk bij mij als kind exotisch in de oren. Ik ben van zo’n tussengeneratie die nog wel iets van topografische kennis heeft, maar voor het betere stampwerk van de lagere school moet ik bij mijn ouders zijn. Maar met Roodeschool begon voor mij de provincie Groningen in de vierde klas bij juffrouw W.

De naam Roodeschool is ingedaald in mijn geheugen en is er nooit meer weggegaan. Enige jaren terug schreef ik al een blogje met de veelbelovende term: ‘ Roodeschool zien en dan sterven.’ Zover wil ik het niet laten komen. Echter als aan het einde van 2011 de goede voornemens ter sprake komen voor het nieuwe jaar, weet ik dat 2012 in het teken staat van Roodeschool. In november 2012 was het zover. Met fototoestel, pen en papier, bammetjes en een beetje zakgeld, ging ik op stap. Natuurlijk een onderneming van niets, je vraagt je af waarom je het niet eerder hebt gedaan?

Omdat het nieuwste boek van Geert Mak als leesvoer is meegenomen krijgt mijn reis naar Roodeschool als werktitel: “Met Gémak naar Roodeschool.”

Koud is het niet, het miezert slechts een beetje. Een grijze dag is beloofd, maar veel neerslag zal er niet vallen zeggen de weerdeskundigen. Het station in Duiven maakt zich klaar voor de 21e eeuw, het plein is opgeleukt met bankjes en kunst. Vervoerder Syntus mag nog een maand Duiven aandoen, want in oneindige wijsheid heeft men besloten dat het Openbaar Vervoer geprivatiseerd moet worden. Omdat Syntus niet voldeed en/of te duur was, maar Arriva het vanaf 9 december 2012 doen, ik mag nog met Syntus. En dat is maar goed ook, weten we met de kennis van nu. Ik moet nog een kaartje kopen en dat ik natuurlijk knap stom. Even niet op de aanbiedingen gelet, dus de volle prijs is voor mij, 47 euro en een beetje. Jammer van het geld, maar het vaste en vertrouwde gezicht achter het loket bezorg ik op de valreep van haar loopbaan nog primeur: “Retourtje Roodeschool alstublieft!” Een over een maand moet ze bij haar nieuwe baas kaartjes knippen, de bemensing op de stations van Arriva zijn wegbezuinigd.

blog roodeschool 1

Nog even kijk ik mijn rugzak na of alles er is en ik dub nog over het fototoestel. Moet ik dat bij de hand houden om vooral pro-actief, o wat heb ik de schurft aan die term, foto’s te maken. Of maak ik zo maar wat kiekjes in de wetenschap dat mijn foto’s niet meer zijn dan wat versiering voor het blog. Accuraat of slonzig foto’s maken, voor de kwaliteit zal het in mijn geval niet zoveel uitmaken.

Zo’n eerste startplek is eigenlijk niet zo heel anders dan een werkdag naar Arnhem, dus eigenlijk niet zoveel ‘uitgevoel’ lijkt er te zijn. Deels dezelfde koppen, waaronder ‘haantje-net-niet-de-voorste’.  Een van de medepassagiers die me is opvallen met name door zijn vriendelijke uitstraling terwijl hij niet vooraan heeft gestaan bij de bedeling. Hij heeft flaporen, zijn neus is op zijn minst fors, zijn huid pokdalig en bovendien draagt hij een bril, vandaar de bijnaam in gedachten, die ik vooral voor mezelf houd. En ondanks alles valt vooral zijn vriendelijke uitstraling op.  Andere gezichten komen me bekend voor, al neem ik een trein of wat later dan normaal. De idee van vandaag Roodeschool te zien, maakt al het dagelijkse iets feestelijk, zelf het station van Arnhem.

arnhem station roodeschool eindImpressie station Arnhem, voor de liefhebber. Het mooiste van Arnhem is trouwens hier te vinden,  namelijk de trein naar Nijmegen.

Arnhem

Snel een koffie halen en de Spits meegenomen. De kop van de krant meldt een en al arnhem muskensrampspoed. Als het al zo slecht gaat, hoe lang kan een gewone kiosk de koffiemelk, roerstaafjes en melk nog vrijelijk laten staan. Wanneer slaat de geest van bisschop Muskens toe en nemen we op weg naar huis en passant suiker en melk mee. Dan hoeven we dat niet meer te kopen met de wekelijkse boodschappen.  De foto is gemaakt in de wetenschap dat er commentaar gaat komen op de nonchalante manier waarop de beurs voor het grijpen ligt. Ik kan u verzekeren het had al mijn aandacht.

Roodeschool, dorp van begeerte

 

Het treinstation in Roodeschool

Verlangens uit 2008 zijn nog niet vervuld, dus deze gouwe ouwe van mezelf maar eens geplaatst.

Ineens had ik vandaag de onweerstaanbare behoefte om naar Roodeschool te gaan. Waarom? Ik heb geen idee hoe deze gedachte in me is gevaren en waarom juist Roodeschool? Misschien dat grondige psychoanalyse op Freudiaanse leest meer inzicht zal geven, maar daarmee ga je niet naar een psychiater. ‘Beste dokter kunt u duiden waarom ik de behoefte heb om naar Roodeschool te gaan?’ De zielknijper zal raar staan te kijken met zo’n hulpvraag. Het is dat met de wens om naar Roodeschool te gaan je geen gevaar bent voor jezelf of je omgeving, dus niet met een Rechterlijke Machtiging kunt worden opgenomen. En dat is maar goed ook, want dan kan ik al zeker niet naar Roodeschool.

Roodeschool, ik ken de naam van mijn topografielessen op de lagere school. Was dat nu de eerste plaats die je moest leren, of was dat toch Delfzijl of Winschoten. Als ik mijn ouders zou bellen, kunnen ze me het antwoord op die prangende vraag meteen geven. In mijn tijd had ik sporadisch nog te maken met verouderde lesmethodes, maar de degelijkheid van onderwijs van direct na de Tweede Wereldoorlog heb ik niet in mijn bagage.

Waarom ga je niet naar Roodeschool kunt u zich afvragen? Praktische bezwaren denk ik. Doordeweeks moet ik werken en in het weekend zijn ook tal van bezigheden die een trip naar het uiterste Noorden van ons land in de weg staan. En als ik het voorstel zou doen om een camping of huisje tijdens de zomervakantie te boeken in Roodeschool, mochten die al aanwezig zijn, zal dat in huiselijke kring op weinig enthousiasme kunnen rekenen. Ik druk me dan voorzichtig uit. Bovendien, hoe klein Nederland ook is, een retourtje Roodeschool is al snel een volle tank benzine en dat is om milieutechnische redenen onverantwoord om gewoon eens te kijken in Roodeschool.

Dus, we googelen maar eens om te kijken wat Roodeschool te bieden heeft. Het is weliswaar een pover alternatief voor een echt bezoek. De herkomst van de naam kom ik te weten en is weinig verrassend, een foto heb ik niet kunnen vinden van een rood schooltje uit 1830. Om milieubezwaren te omzeilen kan ik met de trein naar Roodeschool leer ik en het plaatsje van mijn begeerte maakt deel uit van de gemeente Eemsmond, waarbij men kan genieten van de weidsheid van het Groninger landschap. Een impressie van het plaatsje zelf, volgens de tekst van oudsher een lintdorp, heb ik niet kunnen vinden op foto’s. Dus daarmee blijft de charme van Roodeschool nog een groot geheim voor me.

Maar de charme van Roodeschool ten spijt, Roodeschool zal het voorlopig zonder mij moeten doen en ik zonder Roodeschool. Maar zoals ze over het Italiaanse Napels zeggen, geldt voor mij: ‘Eerst Roodeschool zien, dan pas sterven.’

Une femme (pas) fatale

Frequent kom ik op het station van Arnhem. Soms neem ik de auto en in sportievere tijden fiets ik naar het werk. Dat laatste is dit jaar nog maar een enkele keer gebeurd. Ze zeggen dat Nederland vlak is, maar een enkele IJstijd heeft gezorgd voor ogenschijnlijk nietszeggende stuwwallen en met mijn rokerslongen zijn de heuvels een pittige aanslag op mijn fysieke gesteldheid. Dus neem ik vaak de trein.

Het station van Arnhem is al jarenlang een bouwput en daarmee een nog desolater oord dan de meeste stations in Nederland.

 

Deze zomer is besloten extra hard te werken aan het station. Een maand lang rijden er geen treinen richting Utrecht en Nijmegen. Met het feit dat er geen treinverkeer mogelijk is naar de Keizerstad, vervalt ook een van de schoonheden van Arnhem, want dat is natuurlijk de trein naar Nijmegen. U weet nu waar mijn voorkeur ligt. Maar ik hoef niet naar Nijmegen, maar richting de Achterhoek en die trein rijdt nog wel.

De vakantieperiode, in combinatie met beperkt treinverkeer, maakt de perrons leeg. Je kunt wel, wachtende op de trein, kijken naar de werkzaamheden op en rond het spoor.

 

 

 Met oprechte bewondering aanschouw ik het leger mannen dat bezig is met een nieuwe overkapping op de eerste perrons. Anderen zijn bezig met graafwerkzaamheden of voeren puin af. Met mij zijn er meer bewonderaars van de bouwwerkzaamheden, vooral oudere mannen die helemaal niet met de trein ergens naar toe moeten. Ze zijn door hun vrouw het huis uit gestuurd omdat ze toch maar voor de voeten lopen. Deze zomer kunnen ze zich vermaken op het Arnhemse station.

 Ik heb de trein gemist, dus er is bijna niemand. Een kwartier later komt de volgende trein pas. Als de eerste medereizigers zich aandienen, zie ik in mijn ooghoek een grote blonde jonge vrouw aanlopen. Nu heb ik bewondering voor bouwwerkzaamheden, echter ik snap er niet zoveel van. Met grote blonde vrouwen is dat precies hetzelfde. Meestal hoeft dat gelukkig ook niet. Deze vrouw is bijna net zo groot als ik, zeker 1.80. Ze draagt bovendien hoge gehakte laarzen van een stoer soort. Dit maakt haar verschijning nog imposanter. Haar stevige, volgens de Sonja Bakker-normen iets te dikke lijf, wordt geaccentueerd door een zwarte katoenen strechjurk die tot even boven haar knieën komt. Ze heeft gave, mooi gebruinde benen. Voor dat ik haar gezicht kon zien, liep ze al langs me heen. Wat rest, is uitzicht op een Goddelijk bouwwerk van de achterkant. Omdat ik me sterk bewust ben van mijn primitieve focus, besluit ik niet langer te kijken. Ik ben immers geen Neanderthaler. Bovendien schuif ik zo aan tafel bij moeder de vrouw.

 De blonde dame is al weer uit mijn gedachten, als ze geheel onverwacht weer langs komt wandelen. Ze luistert naar muziek en gunt me ogenschijnlijk geen blik waardig. Haar blonde opgestoken haren omlijsten een fijn, maar gesloten gezicht. Ze gaat op anderhalf meter van me staan, leunend tegen hetzelfde hekwerk en kijkt ook naar de mannen.

Mijn aandacht geldt niet meer de werkzaamheden. Ik voel me ongemakkelijk omdat ze in mijn aura staat. Ik weet niet of ik dat aangenaam moet vinden. Hoewel ik de blonde femme fatale nu beter kan bekijken, stoort het me dat ze zo dicht bij me staat. Andere mensen staan minstens twintig meter verder. Waarom zo dichtbij? Wat moet ze van me?

Volgens mij zeggen ongeschreven regels in liften en ruimtes dat onbekenden altijd een plaats zoeken op gepaste afstand zodat de ruimte gelijkelijk is verdeeld tussen de mensen. Volgens deze ongeschreven regel had ze tien meter van me af moeten staan. Nu voel ik haar lichaamswarmte bijna, of wordt de verhitting veroorzaakt door mijn eigen psychische onbehagen.

 ‘Naar wicht’ denk ik, terwijl ik haar en profil begluur. Lange wimpers zie ik en een gedistingeerde make-up, zeker niet ordinair.

‘Zit daar een beetje ongenaakbaar te zijn in mijn aura.’

Haar ronde vormen worden nu ook door andere voorbijgangers waargenomen, zowel door mannen als vrouwen.

Een van hen kijkt jaloers en lijkt het leeftijdsverschil van bijna twintig jaar niet te kunnen bevatten. Ik wil hem naroepen dat hij dit goed zit, maar voel me ook een beetje trots.

‘Och, misschien is ze alleen onzeker en zoekt ze de nabijheid van een vaderfiguur en niet de drukte van meerdere reizigers’, vergoelijk ik haar gebrek aan fysieke distantie.

Mijn vaderlijke gevoelens verdwijnen echter als sneeuw voor de zon als ik haar delicate parfum waarneem.

‘Wat is het reukorgaan toch een sterk onderschat zintuig.’

Haar fijne neusje prijkt arrogant in de lucht en mij heeft ze nog niet zien staan.

‘Zou er zoiets bestaan als auravredebreuk’ vraag ik me af.

Ik vrees dat je hiermee niet bij de politie kunt aankomen en als ze de hemelse verschijning van de verdachte zien, zullen ze me zeker besmuikt uitlachen.

 ‘Ben ik nu een gevaar voor deze dame of is deze dame nu fataal voor een onschuldige 44- jarige penopauzer?’

Ik voel me bijna verplicht een openingszin te plaatsen, maar ik heb net gerookt, ik heb geen verstand van mode om een compliment over haar kledingkeus te geven en een seksuele toespeling over haar ronde vormen is natuurlijk per definitie ongewenst, nog daargelaten of ik dat zou durven.

In Brazilië is er een spreekwoord voor als je Rio de Janeiro bezoekt. Naast allerlei wereldlijk vermaak in de metropool, kun je je ogen wassen door naar al het fraaie vrouwelijke schoon te kijken dat rijkelijk paradeert in de straten en op de boulevards.

 Deze gedachte brengt de rust weer bij me terug en durf nu zonder gêne de jonge vrouw te observeren.

‘Vergis ik me nu, of is de vrouw iets meer ontspannen?

Een vage glimlach krult haar lippen en maakt haar iets minder ongenaakbaar. Of is de licht spottende lach naar mij gericht? Heeft ze me door?

Het kan me ook niet schelen, ik heb de zekerheid dat ik met gewassen ogen thuis kom en dat is toch ook wat waard. Eenmaal in de trein raak ik haar kwijt.

Ze stapt niet tegelijkertijd uit. Lopend langs de raampjes, zie ik haar weer zitten. Ze gaapt en wrijft in haar ogen, vast een vuiltje. Waar zal zij dan naar gekeken hebben?