Een Nederlandse volkswijsheid zegt dat nergens zoveel dialecten worden gesproken als in Nederland. Op zijn minst zit hierin een kern van waarheid. Iedere tien kilometer levert een andere tongval op. Sterker nog, de ‘verkeerde’ uitspraak van het ene dorp kan een bewoner verderop witheet maken of het zorgt voor ongekende hilariteit. Sociaalhistorische en geografische oorzaken liggen hieraan ten grondslag. Nederland is een lappendeken van de meest uiteenlopende tongvallen. Voor hen die uit regionen komen die zich voorstaan het ABN perfect te beheersen, zijn er mijnerzijds twee zeer uiteenlopende adviezen. Allereerst, wees eens kritisch en pers alle zelfreflectie uit je arrogante lichaam. Zo niet, en dat is de tweede optie, ‘Keep on dreaming.’
Met de verschillende tongvallen ontwikkelen zich ook bijpassende zeden en gewoontes. Iedere streek heeft zijn eigen mores met daarover een sausje Nederland, of wat daar ook voor door moet gaan. Een Groninger is onmiskenbaar een Groninger, een Fries een Fries en Limburgers en Brabanders zijn reservebelgen, maar overal voelt het als Nederland.
Dit gezegd hebbend, durf ik de stelling aan, de mensen in Naarden zijn anders. Qua taal, zeden en mores. Ze verschillen van de mensen in mijn dorp, ook zijn ze compleet onvergelijkbaar met de inwoners uit mijn geboortedorp of de andere plekken waar ik gewoond of geleefd heb. Dat is niet erg hoor, slechts een constatering. Het is best mooi trouwens.

Naarden buiten de dorpskern
Afgelopen zaterdag had ik een afspraak in Bussum en de tijd vooraf besteedde ik in Naarden-Vesting. Buiten de stadswallen parkeerde ik mijn auto en liep naar het plaatsje. Twee zeer kakkineuze dames kruisten mijn pad
‘Echt lekker gegeten heb ik in Chiang Mai, je weet wel, in het Noorden van Thailand.’
De andere dame knikte instemmend, ze wist waarschijnlijk precies om welk, nog niet door toeristen ontdekte, eettent het ging. Echter voor mij als buitenstaander geen alledaagse conversatie. Ineens besefte ik dat Naarden, ik was er nooit geweest, behoort tot ’t Gooi. Een blogje werd ter plekke geboren onder de werktitel; “De mensen in Naarden, zijn anders.” Met een vooropgezette strategie zou ik Naarden-Vesting benaderen.
Zo gezegd zo gedaan, hieronder volgt een klein cultureel antropologisch studieverslag. Participerende observatie van weliswaar onwetenschappelijk niveau, maar toch.
Natuurlijk ga ik geen foto’s van de makelaarsetalage tonen, dat is goedkoop. Ook ga ik geen kasten van huizen beschrijven, die zijn elders ook te vinden. Nee, ik vermoedde, na het gesprek van het oudere tweetal met geblokte broeken met een ongetwijfeld heel duur rashondje meetronend (ik ken het ras niet, maar elders zou het een hoerehondje of een kuttelikkertje worden genoemd, maar dit terzijde) dat Naarden anders is. Je kan het zien, je kan het horen en als ons reukvermogen beter zou zijn, kan je het beslist ruiken. Al is het maar omdat het Hummer-gehalte onwijs groot is.
Trouwens de hoeveelheid auto’s dat zich door de pittoreske straatjes wurmde is esthetisch onverantwoord. Het toeristengeld is blijkbaar niet nodig om de economie in Naarden levendig te houden, want leuk slenteren is er niet bij, tenzij je een Hummerdood wil eindigen.
Ik had het overigens getroffen, want de Sint kwam aan in Naarden. Naast de Hummers waren de buggy’s ook in grote aantallen te bewonderen. Ik ben geen kenner van buggymerken, maar menig babytransporter zag eruit alsof het de prijs van een Hummer benaderde.

Daar komt ie straks, ook in Naarden
Gezinnen, of vaker nog twee gezinnen, liepen richting de aankomst van de Goed Heiligman. De vrouwen, frivool chique gekleed, het is immers slechts zaterdagmiddag, liepen voorop met hun in Oillily, Petite Louie of in andere dure merkkleding gestoken kinderen, strak vastgebonden in hun kinderhummer.
‘Marie-Louise blijft maar imponeren met haar Prada-spulletjes. Zò niet 2010, maar ze heeft het niet door. Ze wil erbij horen, maar…….’
De gedragsalternatieven voor Marie-Louise, die er kennelijk niet bij is, kreeg ik niet te horen. Ik werd in beslag genomen door het gesprek van de mannen erachter. Dertigers met suède jassen en een fleurige sjaal om hun hals. Het was de heren, ondanks hun relatief jonge leeftijd, aan te zien dat het goede leven sneller gaat dan de bezoekfrequentie aan de sportschool.
‘Weet je wat het is Sébàs? We moeten de BV verkopen met schuld en al. Het is slechts zoeken naar de juiste investeerder.’
De zwager van ‘Sebas’ knikte instemmend en zei bondig:
‘Durfkapitaal dat is het.’

De hoofdstraat met een Piet? Geen echte hoor.
Zo was ik ongevraagd getuige vane intiem familietafereeltjes van Sinterklaas vierende gezinnen. Onderwijl werd mij een folder aangeboden door iemand van GroenLinks en ik begreep dat door een herindeling gemeenteraadsverkiezingen noodzakelijk zijn. De nieuwe gemeente mag zijn eigen VVD-ers kiezen en GroenLinks pakt nog wat politieke kruimels. Ik ben benieuwd. Even verderop deelde een Zwarte Piet met een raar hesje pepernoten uit aan de vele kinderen. Het rare hesje bleek een bodywarmer met een VVD logo.
Tja, als de VVD landelijk niets uit te delen heeft, doen ze het maar op plaatselijk niveau, pepernoten. Ze waren mogelijk nog over van de bouwfraude-affaire.

Ethische kwestie, kan dit of niet?
Op het einde van de hoofdstraat kwam ik uit bij de plaatselijke snackbar, een imposant wit gebouw met de naam van Paul Fagel erop. Ik moest nog eten, maar vaag wist ik dat Paul Fagel enige landelijke bekendheid geniet en dat zoiets op de menukaart is terug te zien, als er al een prijslijst zichtbaar is voor de argeloze snackbarbezoeker.

De wagen voor de rijtoer van Sinterklaas, voor de plaatselijke snackbar
De wagen waarin Sinterklaas vervoerd gaat worden staat naast het etablissement opgesteld. Later ontdekte ik, naïef als ik ben, dat dit slechts een van de wagens was voor de Sinterklaasstoet die later die middag op gang ging komen. Het kan zomaar zijn dat de Sint en Piet voor Naarden en omgeving een extra tandje moet bijzetten om hun werk voor vijf december te klaren.

De rest van de karavaan, voor het overwerk dat in Naarden gedaan moet worden
De eerste gelovigen stonden al aan de waterkant met vaders, moeders, opa’s en oma’s te wachten.
– ‘Oma Chaterina, oma Catherina weet je hoeveel Rodiricks wij op school hebben?
– ‘Nee, Fréderique, ik weet het niet, twee of drie.’
– ‘Nee, veel meer, volgens mij wel zes. En er is maar een Fréderique en dat ben ik. In groep acht zit er ook een, maar dat is met een k, dat telt niet.’
Terug in de nauwe straatjes zag ik iets zeer bevreemdends, bijna tegenatuurlijk voor Naarden. De autodichtheid moest voor de aankomst van Sinterklaas drastisch omlaag. Zelfs in Naarden is autootje pesten voor deze gelegenheid klaarblijkelijk toegestaan, maar dat dit niet gemakkelijk zal gaan, werd voorzien. Twee sleepdiensten waren erg actief en de verkeersregelaars hadden het druk om dwarsliggers duidelijk te maken dat hun gemotoriseerde pronkstukken voor die middag niet welkom waren.

De autorijder is even niet de baas in Naarden
Naast de jengelende Sinterklaasliedjes, hoorde ik na een korte wandeling op de vestingwallen ook andere muziek door het plaatsje dreunen. Nederlandstalig, eigenlijk heel volks, ik kon het bijna niet plaatsen in Naarden. Op het moment dat ik langs de beats wandelde, even voorbij een grote binnentuin met een Comeniusbeelden, ontwaarde ik een groepje mensen die hun (Sinterklaas)feestje vieren. Decorumverlies? Of eigenlijk heel gewoon? Het zouden zomaar Friezen, Brabanders of Amsterdammers kunnen zijn die feesten bij een huis genaamd ‘Het Bastion’.
Is hier het wetenschappelijk bewijs dat de uitzondering de regel bevestigt?

Feestje bij het Bastion?
Ik besloot terug te lopen naar de auto en werd nog een keer geconfronteerd met een zeer plaatselijk fenomeen, de moderne bakfiets. Onlangs hoorde ik een cabatier, volgens mij was het Yup van ’t Hek, die tekeer ging tegen moeders met bakfiets vol kroost. Ik vond Yup hierin nog al histerisch in zijn stelling dat dit nietsontziende vrouwen zijn met een air ‘de wereld is van mij, want ik ben moeder’. Yup was blijkbaar al in Naarden geweest, ik nog niet. Elders zijn ze ook te zien, maar eerder als uitzondering.
Nu, buiten de vestingwallen, kwamen ze met zwermen tegelijk in allerlei soorten en maten, allemaal op Sinterklaas afgebakfietst. Ik was te verbaasd om nog snel mijn fototoestel te grijpen. Ik moet het doen met die ene foto die ik reeds in Naarden had gemaakt.

De voorhoede van de bakfietsenplaag diende zich al aan, de rest van de zwerm zou snel volgen. Zouden hier in Naarden aparte fietsparkeerplaatsen voor zijn?
De mensen in Naarden, zijn anders. Je ziet het, je hoort het en je proeft het. Jammehgr dat de Gooise ‘r’ niet op het toetsenbord staat.