DENK geïntegreerd

Eigenlijk had ik er helemaal geen zin in. Nadenken over een stuk in de Trouw van vrijdag 7 oktober jl. Het ging over de opbouw van de partij DENK. Alleen de naam is al ongelooflijk pretentieus. Denkend aan DENK, en nu komt er automatisch de neiging om Henri Marsman aan te halen, maar dat is te kaaskopperig, dus dat doe ik maar niet. Ik zie vooral een paar hele pedanterige mannetjes, welbespraakt weliswaar, maar ze hebben schijt aan de kunst der argumentatieleer, maar claimen een aanzienlijk deel van de Turks Nederlandse kiezers voor zich te kunnen winnen. Ja, en natuurlijk Silvana Simons is het uithangbord voor weer andere delen van de ontevreden allochtone kiezers. Het woord allochtoon mag ook niet meer, maar zo lang er geen nadrukkelijk verbod is, kies ik voor duidelijkheid. Silvana Simons dus, ik ga niet meedoen in het bashen van deze vrouw, dat is me te gratuit. Echter het lukt me ook niet om iets positiefs over haar te melden.

Het stuk in de Trouw, 24 uur sudderen mijn gedachten en ik kom tot de conclusie dat DENK een uitermate geïntegreerd bestanddeel vormt van onze samenleving. En dat wil ik wel even met jullie delen.

Allereerst lees ik dat er bewondering is voor de methode van Geert Wilders’ PVV. Zeggen waar het op staat wordt gewaardeerd. Een DENK-aanhanger zegt wel: ,,We zijn de tegenhanger van de PVV.” Ik durf dat te betwijfelen. DENK vist echter net als de PVV in de grote chagrijnige electorale vijver van het Nederlandse ongenoegen. Waarschijnlijk vissen ze op andere vissen, maar toch. De oproep van Mark Rutte om meer te lachen ten spijt, ze delen in ons hedendaagse ongenoegen. Inburgeringspuntje voor DENK.

Mijn geverifieerde feitenkennis over de structuur van de partij is te beperkt. Ze bouwen aan een partijstructuur en dat spreekt in hun voordeel. Dit riekt naar democratie. Maar met de kennis van nu en het zware vermoeden dat mijnheer Erdogan een vinger in de pap heeft, al dan niet via getrouwe vazallen die in Nederland wonen, is zwaar dubieus. Het spreekt natuurlijk boekdelen dat de splitsing van de kamerleden Öztürk en Kuzu gebeurde toen er kritische vragen werden gesteld over de (buitenlandse) financiering van Nederlands Turkse instelling. Op zich is dit kwalijk, maar ze krijgen er weer een inburgeringspuntje bij omdat zodra er een scheet dwars zit, richt men een one-issue partij op. Typisch hedendaags Nederlands waar de polderpolitiek echt definitief op zijn retour is. Geen bruggen bouwen meer, maar verdere polarisering. Lekker niet verder kijken dan je neus lang is typeert de gemiddelde Nederlandse politicus, maar ook de kiezer.

Als derde punt stip ik aan de geluiden van de DENK-bijeenkomst die wel heel nadrukkelijk de totale integratie inluiden. Heel populistisch wordt beweerd dat DENK ook 20 tot 30% aanhang heeft onder de ‘oer-Hollandse’ kiezer. Buiten het feit dat ik geen bespiegeling wil houden over wat nu oer-Hollands is in hun optiek. Ik zou wel eens kunnen roeren in louter discriminatiepraktijken. Wie is die oer-Hollander? Man? Middelbare leeftijd? Stampotminnend? Xenofoob? Ik zeg er maar niets over. Maar in de gelederen van DENK wordt geopperd om de ‘boeren’ in de Achterhoek te hervormen. Die hebben immers nog nooit een allochtoon gezien. En hebbes, het volgende integratiepuntje mag ik toekennen. De grachtengordel spreekt, de grachtengordel van niet oer-Hollandse komaf weliswaar, maar toch. In Doetinchem hebben ze nog nooit een allochtoon gezien. Ik zal niet ontkennen dat de concentraties niet oer-Hollandse medelanders in bijvoorbeeld Doetinchem minder is dan in Amsterdam of Den Haag. Maar misschien hoor je ze daar wat minder, omdat ze een deel van mentaliteit van de oosterling hebben meegekregen. Niet de grote bek en het belerende vingertje? Gewoon hun ding doen in de maatschappij waar ze geboren en opgegroeid zijn? Ik weet het niet zeker, hoor. Desalniettemin een sterk staaltje van het incorporeren van de hedendaagse Randstedelijke Nederlandse mentaliteit.

DENK is dus cum laude geslaagd voor hun Nederlands burgerschap, niets staat het uitdragen van hun beperkte boodschap meer in de weg. Populisme, wegkijken, Randstedelijke bevoogding en ontkenning dat 80% nog gewoon oer-Hollands is. We zullen het wel zien in maart 2017. Het politieke landschap zal met DENK gekleurder kunnen worden, niet constructiever.

Begrip, van de dag (4) Grazende koeien

GRAZENDE KOEIEN

Vandaag de dag begonnen met een een onbegrijpelijk artikel in de Trouw. De kop zei: Oppositie wil koe verplicht in de wei. In de papieren versie had het artikel nog een ondertitel: ‘SP, D66 en GroenLinks geven niet op en presenteren vandaag een initiatiefnota. ‘Polderen leidt niet tot verandering.’ Het enige dat ik van deze twee zinnen begrijp is dat de oppositie alles in het werk zal stellen om de regering te treiteren, hun constructieve bijdrage. Twee van de drie partijen noemen zich liberaal en daarbij pas het niet om in deze context ‘verplicht’ te gebruiken. Verder begrijp ik niet dat de fundamentalisten van de PvdD er niet in geslaagd zijn dit naar zich toe te trekken. Mogelijk gaat het voorstel niet ver genoeg?

Het meeste verbaasde me nog de zin: ‘Polderen leidt niet tot verandering.’ Dat is raar.  Eigenlijk zeggen ze: We hebben  niet onze zin gekregen! Als jengelende kleuters luisteren ze daarom niet naar ongetwijfeld valide (bedrijfs)economisch, planologisch en landbouwkundig argumenten en dromen van een 19e eeuwse Hollandsche plaatjes met groene weiden, lieflijke slootjes en grazende koeien. Met polderen krijgt niemand zijn zin en moet iedereen zich schikken met de secondbest solution.  Voor anachronistische vergezichten gaan ze maar naar het museum.

Toegegeven, het is een vredig gezicht, al dat rood- en zwartbont in de weilanden, maar als we echt zo begaan zijn met het wel- en wee van dieren, dan moet je niet de boeren pesten, maar de consument aanpakken middels hogere belastingen op stalvlees en melk. En de consument blieft dit klaarblijkelijk niet. Later op de dag hoorde ik D66 woordvoerder en mede-initiatiefneemster Fatma Koser Kaya iets onsamenhangend zeggen over goed voor de dieren, boeren en de ecologie. Ik ken deze mevrouw niet, maar ze klonk als een Randstedelijke dame die vroeger op school les kreeg dat flessen melk niet aan de bomen groeiden. Ze klonk sowieso als iemand die landbouwbeleid helemaal niet sexy vindt en liever woordvoerder op een ander beleidsterrein zou zijn geweest. Ik zou graag een verbod op kakelende parlementaire kippen willen. Het maatschappelijk welzijn verbeter je daarmee aanzienlijk en die grazende koeien komen er toch wel als de consument het wil.