Babbelen en bubbelen

 

20170802_085144.jpg

Ieder zichzelf respecterend intellectueel, semi-intellectueel of hypegevoelige ziel doet het tegenwoordig. Babbelen over bubbelen. We zijn allemaal geland in een bubbel. We zijn ons niet meer bewust van andere meningen, andere levenswijze en andere nieuwsgaring. En als we er iets van vernemen is het gelogen, fakenieuws of anderszins regelrechte onzin, of zelfs staatsgevaarlijk. Ieder zijn eigen bubbel met OSM (ons soort mensen) en we worden lekker bevestigd in het vanzelfsprekende gelijk van onze waarneming. Bubbelen is eigenlijk het nieuwe multiculti. Maar leeft iedereen wel in zijn eigen bubbel. Ik leef in veel meer bubbels.

20170802_090144

In mijn steeds crimineler wordende nicotine-bubbel, een van de rookhokken op Schiphol. Wel mooi gemaakt trouwens.

 

Ik neem u mee in een paar van die bubbels, andere laat ik onbesproken, is beter voor mezelf en u als lezer. Buiten mijn dagelijkse bubbel, begeef ik me nu in de vakantiebubbel. Natuurlijk doe ik dat niet alleen maar met mijn lief. Maar ook daarin creëer ik zo mijn eigen privé bubbels zoals in de oase op Schiphol met andere mafkezen die roken. In de lucht zijn we weer met een nieuwe groep een eigen bubbel en eenmaal in Portugal probeer ik me in te voegen in de lokale bubbel der Portugezen. Een stapje langzamer. Het lukt me aardig, hoewel ik niet weet of de Portugezen met accepteren als bubbelgenoot. Ze verstaan overigens heel goed wanneer ik een asbak wens. ‘Tem um cinzeiro, por favor?’ En altijd krijg ik een asbak met een glimlach toegestoken.

Heel soms leef ik in een heel tijdelijk privébubbeltje bij het zien van humor op straat. Ik vind het dan humor en misschien ik alleen wel met mijn verdorven geest.

20170803_133221

Saìda is trouwens uitgang, het is maar dat u het weet.

 

Ik neem u verder maar even mee in onze vakantiebubbel met een paar foto’s.

20170802_185913

20170803_134002

Hierboven een indruk van Santarém, hieronder bubbelen we in Castelo de Vide.

20170804_195222

pensao destino

De laatste foto is hedenmiddag gemaakt. Het was zo’n 38 graden Celsius met een wind die amper afkoelde. Op ons huidige adres kunnen we even uitbubbelen. Pensao Destino, pensao met een vlaggetje trouwens, maar die kan ik in dit programma niet zo snel vinden. Pension (eind)bestemming is een geweldig pension aan een verlaten spoorlijn even buiten het plaatsje Castelo de Vide. Volledig stil met uitzondering van wat honden in de verte en een leger aan krekels. Na dit stukje ga ik eens nadenken over het woord multibubbel. Volgens mij is dat beste levensvatbaar. Vanuit mijn bubbel groot ik alle andere bubbels.

 

 

Kakelkrant van Sprakeloos 77 DE PVV-FABRICAGE

DE ONDERBUIK

 

We hebben het heel vaak over de onderbuik van de maatschappij. Mij is in letterlijke zin nooit duidelijk geworden of we daarmee het lagere gedeelte van het darmstelsel bedoelen of meer wijzen op het driftleven dat door testosteron en oestrogenen op gang wordt gebracht. In het beeldende spraakgebruik is het klip en klaar wat we ermee willen uitdrukken. Iedere samenleving heeft die onderbuik, maar ook ieder mens heeft een stukje van die onderbuik. De mate waarin we de onderbuik aanspreken hangt af van de persoonlijkheid, de maatschappelijke omstandigheden in zijn algemeenheid en de sociale omstandigheden waarin mensen verkeren. Deze schakering van ‘onderbuiken’ zorgen samen voor het maatschappelijke onderbuikgevoel. De mate waarin de individuele ratio het onderbuik gevoel toelaat, is ook mede afhankelijk van de maatschappelijke ruimte en omstandigheden van dat moment. In mijn optiek is het onderbuikgevoel altijd aanwezig, zowel individueel als maatschappelijk. Het systematisch ontkennen ervan brengt de mens in disbalans, het brengt eveneens de maatschappij in disbalans. De onderbuik moet een signaalfunctie hebben van datgene dat er ook is. Ieder mens moet op zijn tijd luisteren naar dat onderbuik gevoel en met die kennis jezelf een beetje bijsturen. Andersom is echter heel gevaarlijk. De onderbuik is niet richtinggevend en mag je ratio nooit buitenspel zetten.

 

DE BLOGGER EN DE PVV

 

Laat ik heel duidelijk zijn, ik heb niets met de PVV, helemaal niets. In mijn bloggersverleden heb ik me eens voorgenomen een jaar lang de PVV en Geert Wilders niet te benoemen in mijn stukjes. Een soort zelfopgelegde cordon sanitaire of zelfcensuur. Met de kennis van nu zou ik mezelf dus kunnen betrappen op het ontkennen van het onderbuikgevoel. Dat is het echter niet alleen geweest, want de discussies die het opleverden waren van een zeer belabberd niveau. De meeste PVV aanhangers die reageerden, hadden een eigen riedel die ik zou willen omschrijven met een repeterende diarree aanval. Maar ook de meeste Gutmenschen of multiculti’s, zoals ze genoemd worden, kwamen niet veel verder dan PVV-aanhangers wegzetten als domme Tokkies of white trash. Ze hadden blijkbaar nog niet van de onderbuik gehoord of ze ontkenden het systematisch. Tegenwoordig benoem ik Wilders en de PVV wel, maar inhoudelijk heeft het niet zoveel om het lijf. Want de PVV heeft op veel fronten inhoudelijk niet zoveel bij te zetten in het debat. Sterker nog hun retoriek betreft slechts hoofdthema’s die ze vanuit de onderbuik regisseren en daarmee zetten ze de ratio buitenspel. Als we alleen al kijken naar het stemgedrag van de PVV-parlementariërs, dat komt niet overeen met wat ze beweren met name op het gebied van zorg. Het is niet belangrijk want migranten, Europa en de weerzin tegen de politieke elite zijn de hoofdthema’s en het legt ze geen windeieren. Bij de laatste peilingen zelfs 41 zetels, mijn blogjes ten spijt.

 

ANALYSE VAN MIJN EIGEN ONBEHAGEN

 

In mijn leven kan ik ook voorbeelden noemen die refereren aan mijn onderbuikgevoelens. Een van de oudste leen ik even van mijn broer, tweede helft jaren tachtig woonachtig in Amsterdam. Hij mocht bij de aangifte van een fietsendiefstal met geweld niet benoemen dat de heroïnejunk van Antilliaanse of Surinaams afkomst was. Lijkt me nogal handig bij de opsporing. Dezelfde broer kreeg een gastles van toenmalig fractievoorzitter van GroenLinks Rabbae over wat de lerarenopleiding moest doen om de integratie van allochtonen in het onderwijs te verbeteren. Toen mijn broer het waagde om te vragen wat de scholieren en studenten van allochtone afkomst zelf moesten doen, werd hij publiekelijk weggezet als racist. In dezelfde periode in Nijmegen was ik lid van de Jonge Socialisten en we deden verkiezingsonderzoek bij de gemeenteraadsverkiezingen. Hoe stemt een bepaalde wijk en zijn hier veranderingen in waar te nemen? Nijmegen-Oost stond bekend om een grote aanhang onder GroenLinks en tegen de landelijke trend in verloren ze substantieel veel stemmen. Vreemd, dachten we toen, wat is er veranderd? In die periode was er in de nabijgelegen kazerne een AZC gekomen, het aantal fietsendiefstallen was enorm toegenomen. Van andere delicten heb ik geen weet. We hebben niet kunnen onderzoeken of er een causaal verband is geweest, maar het blijft me bij. Zo’n tien jaar geleden, een AZC in Vught is er niet gekomen na juridisch protest van een villawijk. Op zijn minst vreemd. In de dagelijkse beroepspraktijk merk ik vaak dat goed gekwalificeerde jongeren van Turkse of Marokkaanse komaf niet aan de slag komen. Waarom? Het vermoeden bestaat dat de reden is dat hun sollicitatieformulier niet wordt opgesierd met Jan Janssen of Anneke de Jong. Discriminatie is al jaren nadrukkelijk aanwezig, zonder dat dit hard gemaakt kan worden. Mijn conclusie is dat de gewenste integratie niet geslaagd is en het uitblijven van successen, of in ieder geval voldoende successen, reden is om uit elkaar te groeien en tegenover elkaar komen te staan. En toegegeven de PVV probeert dit te vergroten. Maar de integratie moest vooral plaatsvinden in de mindere buurten van Nederland met de mensen die in de zogenaamde witte maatschappij van Nederlanders al aan de onderkant zaten. Het aantal allochtonen – ik weet dat dit begrip al weer ouderwets is, maar het maakt wel duidelijk wat ik bedoel – in Wassenaar, Naarden, Bussum, Vught of de spreekwoordelijke grachtengordel is beperkt gebleven. De offers moesten gebracht worden door de mensen die het minste bij te zetten hadden en de mooie-woordenfabricage kwam van hen die het wel wisten te vertellen, maar door geld en/of opleiding alleen de lusten verkondigden, maar niet de lasten droegen.
Juist deze discrepantie tussen maatschappelijk- en culturele elite en een belangrijk deel van de rest van de samenleving zou ik willen benoemen als de onverschilligheid van de elite en de gevestigde orde. Die onverschilligheid werkte zolang de problemen niet groot genoeg waren en/of mensen nog mogelijkheden hadden om de veranderende wijken te ontvluchten naar Almere, Purmerend of welke toevluchtsoorden dan ook. De elite kreeg pas last van hun eigen wegkijkgedrag toen de problemen met niet geïntegreerde allochtonen te groot werden en de reactie van hen die er last van hebben hen niet welgevallig was.
Laat dit vooral een les zijn voor de huidige toestroom van vluchtelingen. Integreren, eisen stellen en kansen bieden, is de enige manier om succesvol samen te leven met elkaar. Dit heeft niets te maken met het niet behouden van de eigenheid. Dus je niet laten leiden door het populisme van Wilders’ veronderstelde testosteronbommen die massaal naar Nederland komen. Voor Wilders is dit weer zo’n repeterende diarreebom om de dialoog te bevuilen, maar leer er wel van wie de lasten moeten dragen.

PVV-FABRICAGE

In mijn optiek is de PVV er goed in geslaagd om aanhang te winnen bij een deel van de kansarmen, maar ook bij hen die zich in de nabije toekomst niet kunnen handhaven in een globaliserende samenleving. Zij die niet even gemakkelijk in Brussel, New York of elders de expat kunnen uithangen, zij die de talen niet spreken, zij die zien dat goedlopende fabrieken sluiten naar andere (Europese) landen, zij die in wijken hun eigen vertrouwde levenswijze zien veranderen, maar geen kans hebben om te veranderen of vluchten. Als dan de participatiesamenleving ook nog wordt uitgeroepen, waarbij hulp voor ouderen of kinderen met een handicap niet meer vanzelfsprekend is, kweek je PVV-ers. De PVV weet hier handig op in te spelen, maar wordt wel heel gemakkelijk geholpen door de gevestigde politieke elite. De PVV mag dan poep uitbraken in veel gevallen, vrienden zijn met antisemitische clubs in het buitenland en zich ronduit discriminerend en ontwrichtend opstellen naar de Nederlandse samenleving, zij zijn niet alleen verantwoordelijk voor hun eigen succes.

ONTMANTELEN VAN DE PVV FABRIEK

De vraag moet niet zijn bij de ‘andere partijen’ wat te doen met de PVV. De vraag moet zijn wat doen we nu met de actuele problemen, zonder de lasten eenzijdig neer te leggen bij hen die het niet kunnen (of misschien niet willen). Dus niet ontwijken van aanrandingszaken in Keulen en Stockholm, niet de vergelijkingen gaan maken met seksueel geweld dat ook in de Europese samenleving bestaat en daarmee de ernst ontkennen en de angst in de samenleving vergroten. Dit zijn immers separate problemen en zelfs grootheden, dus pak die ook onafhankelijk van elkaar aan. Ik zou zelfs de Zwartepietendiscussie in deze kunnen aandragen, maar die vind ik gezien de ernst van de Europese problematiek rondom de migratiestromen en de groei van de PVV te onbenullig.

Ik vraag me wel eens af of je wetenschappelijk de volgende vergelijking kunt maken: ,,Op individueel niveau wordt vaak gezegd dat je pas van een ander kunt houden, als je van jezelf kunt houden!” Zou je kunnen stellen dat een samenleving pas kan integreren, als het van zichzelf houdt of in ieder geval de eigen waarden en normen kan waarderen en uitdragen. Ik hoef niet op zoek naar een Nederlandse identiteit, daar had Maxima al gelijk in, die bestaat niet en als die al bestaat is die al weer veranderd op het moment dat ze gedefinieerd wordt.

Begrip, van de dag (5) Mutmensch

MUTMENSCH

Precies weet ik het niet, maar ik ‘zit’ ongeveer tien jaar op de sociale media,  een soort van carrière. Heel bijzonder is dat natuurlijk niet, want wie heeft er tegenwoordig geen loopbaan op Facebook of Twitter? Ik typeer me als een nette en gemiddelde gebruiker passend bij sekse en leeftijd. En ondanks mijn leeftijd van bijna een halve eeuw, mag ik stellen dat gedurende deze carrière ik nog nooit zo vaak ben uitgescholden ben. Het hoort erbij.

De eerste discussies die me bij zijn gebleven waren die met mensen van het ter ziele gegane Volkskrantblog. Ik kon de ‘kanker’ krijgen als ik met argumenten tegen de PVV aankwam. Wist ik veel dat argumenten bij veel Wildersadepten niet getolereerd werden. Later op Twitter ben ik ze vaker tegengekomen en was ik een multiculti, lid van de Linksche Kerk of wat het summum in die kringen schijnt te zijn: Gutmensch, een omgekeerde geuzennaam. Maar PVV-ers hebben niet het alleenrecht om in vrijheid te schelden. Tijdens verkiezingen kan ik mijn zeer lage waardering voor de PvdD soms niet onder stoelen of banken steken. Prompt wordt ik gevolgd door een hele serie fundamentalistische volgdieren op Twitter die je de meest onaangename zaken toewensen. Meng je je in het Zwarte Pietendebat, ben je racist van het zuiverste water. Kan ik er wat aan doen dat ik in de discussie, opgezet door het Grachtengordelfascisme, vooral veel gevaren en onheuse sentimenten zie? Aan de andere kant als je toentertijd Mauro verdedigde was je weer een allochtonenknuffelaar.

En nu het vluchtelingendebat, crisis zo u wilt? Op politiek niveau bepaalt Wilders de discussie, geen enkele landelijke politicus heeft hierover iets wezenlijks gezegd of de morele richting gegeven. Op de sociale media is het heel zwart-wit en de valse berichtgeving, aan beide kant van het debat, vallen op. Moet ik er wat van vinden? Een genuanceerde mening is al reden voor scheldkanonnades, of je bent een Gutmensch of een racist. Een genuanceerde mening wordt niet gepruimd. Zal ik het morgen eens proberen? Als MUTMENSCH!!!! Och misschien heb ik het dan wel over voetbal of over de verdwenen woorden uit de dikke Van Dale. Zal Gutmensch er trouwens al in staan? Mutmensch in ieder geval niet.

Tessa de Loo/ Harlekino

Het meest bevrijdende van het schrijven van een boekervaring, of boekbespreking zo u wilt, is dat het niet aan regels gebonden is. Dit was op de middelbare school wel anders. Naast een samenvatting die in mijn tijd nog niet op het internet zweefde, moest per boek een lijst met vragen beantwoord worden. Thema’s, motieven, leitmotieven (of leidmotieven), als scholier moest je in de huid kruipen van de auteur. Het zal beslist heel leerzaam zijn geweest, maar het heeft er voor gezorgd dat ik enige jaren niet meer gelezen heb, maar hele volksstammen doen het nooit meer, ondanks hun gedegen vervolgopleiding. Ik heb de draad, zij het nog te spaarzaam, wel weer een beetje opgepakt.

Het fraaie van je eigen boekervaring is dat je steunend op je eigen kennis en ervaring het boek gaat interpreteren. Een boekervaring is derhalve vooral ook zelfprojectie. Wat zie jij er in op basis van je eigen kennis? Hoe ervaar jij de setting waarin het geschreven is? Dit neemt niet weg dat het interessant kan zijn wat de auteur erin kwijt wil. Ik ben er vooral te lui. Ik ben al tevreden als ik een boek kan lezen als alternatief voor bloggen of tv kijken.

Harlekino

 Tessa de Loo

 Uitgeverij De Arbeiderspers

 2008

Harlekino van Tessa de Loo heb ik gekozen omdat eerdere ervaringen met deze schrijfster me goed bevallen waren. Eind jaren tachtig las ik Meander als één van de eerste romans na de middelbare schooltijd en ik was enthousiast. De meisjes van de suikerwerkfabriek was voor mij een afknapper, maar toen ik De Tweeling had gelezen stond Tessa de Loo definitief in mijn rijtje van favoriete schrijvers. De verfilming van De Tweeling heb ik zelfs in huis, maar wil er niet aan beginnen omdat ik bang ben dat mijn beeld van het boek bezoedeld gaat worden. Nu kan Harlekino aan dit rijtje worden toegevoegd en Tessa de Loo maakt haar faam als favoriet helemaal waar.

 

Mijn belevingswereld

Als ik zou moeten zeggen waar het boek over gaat, geef ik u vooral ook een inkijkje in mijn belevingswereld, zo mogelijk ook mijn maatschappelijke opvatting. Ik vroeg me tijdens het lezen met enige regelmaat af  ‘Hoe zullen al die anti- multiculti’s dit boek lezen?’

De hoofdpersoon Saïd, een Nederlandse jongen met een Marokkaanse vader die hij niet gekend heeft, zoekt vriendschap met een Marokkaanse jongen, Hassan, als ze ongeveer twaalf zijn.

Saïd krijgt een Nederlandse opvoeding, dat wil zeggen, zijn moeder een adept van de jaren zeventig is zoekende naar de juiste partner en de juiste levensfilosofie en dat wil in de loop der jaren nog wel eens veranderen, afhankelijk van de partner die op haar levensweg komt.

Saïd kijkt niet terug op een slechte jeugd, maar wel op een ietwat eenzame jeugd. De constante factor is jarenlang de opbouw van een fictieve wereld, waarin hij zelf koning is. Zijn wereld wordt zelfs gevisualiseerd en een eigen taal wordt ontworpen. Hassan, en later ook zijn zus Aziza, totdat ze te oud werd om met jongens te mogen spelen, worden betrokken in deze fantasiewereld op de kamer van Saïd. In deze fantasiewereld wordt ook een hofnar gecreëerd, Harlekino. De hofnar, het geweten van de monarchie in de fantasiewereld, wordt later op gezette tijden ook het geweten van Saïd in het echte leven. Een geweten dat zich ogenschijnlijk openbaart als terugkerende psychotische belevingen.

De thuissituaties van Hassan en Saïd vullen elkaar aan met hun goede en slechte eigenschappen. Daarmee kom ik terug op de vraag:

‘Hoe zullen anti-multiculti’s  dit boek lezen?’

Hoewel er geen sprake is van goed of fout, fundamentalisme of vrijgevochtenheid in de beschreven Marokkaanse gemeenschap, kun je er twee kanten mee op. Je kunt lezen: Zie nu wel, in wezen zijn het allemaal achterlijke ‘geitenneukers’ die moslims. Je kunt ook willen zien: “Ondanks de achtergrond, probeert een ieder zijn eigen plekje te veroveren in de Nederlandse maatschappij, inclusief de omarming van de vrijheden die er te vinden zijn voor ieder individu.’

Nu gaat dit boek niet over multiculturele zaken, maar het is mijn belevingswereld die juist deze vraag naar boven doet komen. Ik neig zelf heel erg naar de tweede beleving, die in mijn optiek uitstekend is beschreven door Tessa de Loo.

Waar gaat het boek wel over?

Het boek is in eerste instantie een zoektocht naar de vaderfiguur. De zoektocht wordt door Saïd ondernomen als hij adolescent is. Uiteraard doet Saïd dit niet alleen, maar met zijn vriend Hassan. Daarmee komt het tweede belangrijke thema naar voren, vriendschap. Vriendschap die niet alleen zijn perikelen vindt in de deels culturele verschillen, maar ook als gevolg van de socialisatieprocessen van Saïd en Hassan binnen de gezinnen van herkomst ongeacht de culturele achtergrond. Bovenal gaat het om de ontwikkeling van de vriendschap zoals iedere vriendschap door fasen van goede en slechte tijden heen worstelt.

De zoektocht wordt door De Loo prachtig beschreven in het hedendaagse Marokko. Het inkijkje in de Marokkaanse maatschappij anno Nu is een prachtig sausje waarmee de genoemde thema’s gelardeerd worden.

Naast de genoemde thema’s is de psychische ontwikkeling van de hoofdpersoon de rode draad in het boek. Deze ontwikkeling krijgt op het einde van het boek een voor mij onverwachte negatieve apotheose.

Deze klankkleur over het einde van het boek zegt natuurlijk weer vooral iets over mijzelf als lezer. Ik houd vooral van boeken die een open einde hebben of desnoods goed aflopen. Met die wens lees ik ook onbewust waarschijnlijk ieder boek. Achteraf beredenerend is het einde van Harlekino veel minder onverwacht en kan ik Tessa de Loo ook met dit werk weer complimenteren. Ze heeft mij in ieder geval menig uur van tv en computer gehouden, hetgeen op zich al een enorme prestatie mag heten. Kortom een boek dat ik een ieder kan aanbevelen.