Klein uitstel open brief GGZ Nederland

Aaf Brandt Corstius, de moderne vrouw in Achlum.

Als ik aan helden zou doen, dan is Aaf Brandt Corstius er misschien een. Maar ik doe niet aan helden. Dat heb ik op mijn dertiende afgeschaft. Niet uit teleurstelling, maar weloverwogen besloot ik dat een mens zich maar niet moest verlagen om iemand tot held uit te roepen. Tot mijn dertiende was Willem van Hanegem mijn held, nu waardeer ik hem slechts.

Terug naar Aaf, ik kende haar naam, maar als volkskrantlezer had ik haar stukken nooit bewust opgezocht. Rond haar terugkeer was er enige media-aandacht, dus mijn focus op haar columns was aangewakkerd. In één van haar eerste columns (16 mei jl.) schreef ze over haar oorlog met sokken. Het trof me diep, want ik ken dat probleem. Ochtend na ochtend, graai ik in de wasmand met eenlingen voor mijn kinderen en mezelf. Het is een mini-catastrofe, wetende dat we (partner & co) zelf de oorzaak zijn. Eens in de zoveel tijd besteed ik een dagdeel aan het sorteren, ooit pathetisch vastgelegd op mijn blog. Het gaat dan een tijdje beter.

Kijk zo gemakkelijk kan iemand mijn waardering verdienen, gewoon door herkenbaarheid en zielsverwantschap, maar een held. Nee, hooguit een held op sokken in het geval van Aaf. Uiteraard bezocht ik Aaf op de conventie van Achlum. Ze sprak over de moderne vrouw.

Totale interview met Aaf Brandt Corstius in Achlum

Arie Boomsma, de ideale man voor de moderne en niet zo moderne vrouw, bevroeg de columniste over het wezen van de moderne vrouw. Dit gebeurde aan de hand van vier filmfragmenten met als thema’s: werk, jeugd, relaties en moederschap. Ronja de roversdochter staat voor onbekommerde vrijheid en dus kracht. In de recente serie van de NCRV over de babyboom van 2010 wordt het moederschap belicht, stukjes uit Oprah en Sex and the city komen relaties natuurlijk aan de beurt.

De rode draad in het betoog van Aaf Brandt Corstius is de wens tot maakbaarheid die ze ervaart bij veel vrouwen en soms ook wel bij haar zelf. De relatie moet perfect zijn, het werk uitdagend en de kinderen moeten zich ontwikkelen volgens het stramien dat jij als moeder als ideaal hebt. Ik deel haar idee en verfoei, zover het me lukt, de krankzinnige zoektocht naar de maakbaarheid en ik denk dat dit nog meer voor vrouwen dan voor mannen geldt. De moderne vrouw kan dus gedefinieerd worden als een sterveling die hunkert naar maakbaarheid in haar leven en dus standaard teleurgesteld is omdat de hooggespannen verwachtingen bijna niet ingelost kunnen worden. Om die teleurstelling te verzachten zoekt ze troost bij vriendinnen en bespreekt de problemen. Was het niet wijlen Bert Klunder die vond dat vrouwen geniëen waren in het creëeren van issues en daar vervolgens oeverloos over zwetsen. (zie ook het fragment van Sex and the City over mixed messages.)

Toch betrap ik Aaf op haar 37e ook nog op maakbaarheidsidealen op het gebied van seks in de relatie. Ontbreken van goede seks ligt bijna altijd ten grondslag aan alle echtscheidingen, beweert ze. Nu Aaf, bereid je voor, want deze week heeft omroep Max een onderzoek uitgebracht en daar word jij niet vrolijk van. Op tv hoorde ik de cijfers dat 50% van de vijftigplussers met partner geen seks meer heeft en dat van de seksbeoefenaars eigenlijk 40% niet tevreden is. (Mijn eigen noot: welk percentage van de overigen liegt bovendien?) De cijfers op de site laten een iets genuanceerder beeld zien, maar seks in de relatie blijkt niet zo maakbaar. Het wordt komkommertijd met het verstrijken van de jaren. De verseksualisering van de maatschappij is er misschien wel debet aan dat ook op dit gebied de wensen bij vrouwen (te) hooggespannen zijn. En als we niet minstens X-keer per maand een flinke punt zetten, moeten we onze partner maar aan de kant zetten.

Geloof in de maakbare samenleving heb ik niet en hoe krampachtiger we dat nastreven, des te onaangenamer die samenleving wordt. Maar soms zijn er lichtpuntjes en is enige maakbaarheid mogelijk. Luister goed Aaf, bij de Lidl zijn er sokken met een bijna onzichtbaar drukknoopje! Ik wist het niet, maar misschien een goed tip. Ik weet niet of een gang naar de Lidl hoort bij het moderne vrouw zijn, maar je kunt er echt van alles kopen, nu ook sokken met drukknoopjes om alles bij elkaar te houden.

Pé Daalemmer en Rooie Rinus over de Lidl

=======================================================

Ben ik pensioenproof op mijn 45e? Kan mij het schelen.

 

De conventie van Achlum: Wisseling van de wacht

Mei Li Vos 1970 (ex-politica)

Nynke de Jong 1985 (columniste o.a. Viva)

Kees de Lange 1943 (voorzitter NBP en 1e kamerlid)

 

Mijn (voor)oordeel

Ik geef het toe, mijn onderliggende motieven waren niet nobel. Integendeel, met een dijk van een vooroordeel, in mijn eigen optiek een goedbeargumenteerd oordeel, toog ik naar de eerste bijeenkomsten van de conventie van Achlum. Als vertegenwoordiger van de sociologische generatie Nix, kan het behoorlijk stieren in mijn hoofd als ik menig babyboomer hoor wauwelen.

Alleen al het gemak waarmee zij meehobbelen door te stellen dat het de ouderen zijn die het na-oorlogse Nederland hebben helpen opbouwen. Dat klopt, dat is de generatie van mijn ouders, in de jaren dertig geboren en aan de slag in de spruitjeslucht van de jaren vijftig, wonend bij hun ouders, ’s avonds bijstuderen en voor veel vrouwen nog gewoon de rol van huisvrouw. Dat is de opbouwgeneratie. Niet de mensen, met name de gestudeerden, die in de loop van de jaren zestig en zeventig hun vrijheden hebben opgeëist via demokratie met hoofdletter K alsmede seks met kapitalen. Dat zijn de mensen die, voordat de crisis in de jaren tachtig uitbrak, na tien jaar studeren hun gevestigde posities hadden ingenomen, met name bij de overheid en semioverheden, om ze vervolgens nooit meer af te staan. Dat zijn ook de mensen die vanuit hun verworvenheden nog dagelijks het morele gelijk verkondigen met een stelligheid en een vastgeroestheid die ongeëvenaard is. De generatie Drees sr. was vele male flexibeler in het overdragen van de macht en het hanteren van mededogen dan deze generatie ooit heeft gedaan.

De eerste jaargang van de na-oorlogse generatie behaalt nu de pensioengerechtigde leeftijd, de meesten genieten al jaren van een ‘Zwitserleven’ en nu moeten juist hun priveleges beschermd worden. Ik zie het al bijna twintig jaar dat menig sleutelpositie in de zorg, overheid en onderwijs door deze generatie wordt ingenomen. (de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik het ten aanzien van het bedrijfsleven niet durf te zeggen.) O ja, met een zweem van progressiviteit nemen de ouwe hippies jonge vrouwen aan. Moeder de vrouw heeft jarenlang gezorgd dat de heren hun carriere hebben kunnen maken, maar positieve discriminatie doet het wel lekker voor het (linkse) ego. En alsof dat nog niet genoeg is, ze zijn massaal aan de tweede leg gegaan, hun hardwerkende huissloven, maar onbemiddelbaar op de arbeidsmarkt geworden vrouwen, dumpend.

U ziet, ik chargeer en ben onredelijk, maar uit onredelijkheid de zaken boven tafel halen, maakt het wel duidelijk. In ieder geval het uitgangspunt van mijn keuze voor De wisseling van de wacht in Achlum moge duidelijk zijn. En natuurlijk heb ik het over sociologische grootheden, niet over individuen. Ik weet dat grote groepen vrouwen van die generatie het niet gemakkelijk hebben gehad. Ik weet dat wanneer je werkeloos of arbeidsongeschikt geraakte toch minder kon delen van die welvaartsruif.

DE BIJEENKOMST

Pensioenbewustzijn

Op het moment dat aan de jongste deelnemer, Nynke de Jong, wordt gevraagd of zij al bezig is met haar pensioen, hoor ik haar herkenbaar stamelen en het komt erop neer, eigenlijk niet. Toen ik na mijn studie noodgedwongen moest kiezen voor herscholing (psychiatrisch verpleegkundige) schrok ik me kapot dat ik bezig moest zijn met pensioen. Ik vond het bijna beledigend. Zelfs nu als 45-jarige kan mij nog een grote mate van naïviteit verweten worden, ondanks mijn academische status, of misschien wel dankzij die status. Ik heb nog nooit gekeken op “mijn pensioen”. Ik weet wel dat ik in 2008 bij wisseling van baan overging van PGGM naar ABP. Tenminste dat dacht ik, maar de kredietcrisis spookte al rond, en met een eenvoudige mail, die nu op een oude computer niet meer traceerbaar is, kreeg ik te horen dat de overgang tot nader order uitgesteld was. ‘Tja, ik moet er nog wat mee!’

En toch is het raar dat wij als individuen worden gedwongen om twintig, dertig, ja zelfs veertig jaar vooruit te kijken. Hoe is dat in godesnaam mogelijk? De politiek hangt van korte termijnbeslissingen aan elkaar. Zelfs in het bedrijfsleven weet men amper met welke producten over vijf jaar winst gemaakt gaat worden. Als sterveling wordt je geacht de sociale en economische grootheden in te schatten en op een nette manier voor je eigen oudedagsvoorziening te werken. Onwillekeurig moet ik altijd denken aan het liedje van het ‘Klein Orkest’. Later is al lang begonnen, sparend voor later ga je straks ook sparend dood.

Generatieconflicten

Tijdens de bijeenkomst is het waarneembaar dat er verschillende generaties bij elkaar zitten, maar wederzijds respect is zeker aanwezig. En dat is natuurlijk ook de basis om gezamenlijk verder te gaan. Typerend voor dit soort bijeenkomsten is ook altijd het standaard verhaal dat bij een van de aanwezigen loskomt. “Wij moesten al op ons vijftiende werken en hebben sindsdien onze financiële bijdrage geleverd.” Mei Li Vos komt, met voor mij op dat moment een onbekend, maar logisch argument dat de afdrachten toen van een heel andere orde waren dan de huidige bijdrage van werknemers. Dat is een argument dat ik moet onthouden. Voorts komt Kees de Lange met een statement dat hout snijdt: ‘We moeten anders gaan denken over ouderen in het arbeidsproces. We schrijven ze te snel af, de ouderen zichzelf, maar ook de werkgevers en collega’s.’ Heel terecht wijst hij op het feit dat er van de 60 plussers nog maar een beperkt aandeel werkt. Dat is er een om over na te denken, maar zijn oproep om de ‘ouwelullendagen’ af te schaffen, vind ik dan wat minder handig. Misschien werken ze wel stigmatiserend, maar aan de andere kant is, en dat ervaar ik in mijn eigen werkomgeving, het soms de smeerolie om langer door te gaan. Misschien moet dat in samenhang met demotie of in ieder geval het recht om flexibeler vakantiedagen te kopen. Ik ben van mening dat je meer individueel moet kijken en ook nadrukkelijk de overkoepelende sterke en minder sterke eigenschappen van een leeftijdsgroep in je beleid moet meenemen. Kees de Lange, ik dank u voor dit argument dat mijns inziens breder bekeken moet worden. En vooral vergrijzing niet meer als het grote probleem voor de toekomst zien, is daarmee ook in mijn hersenen geplant. Vergrijzing is een gegeven, maar niet een seperaat probleem.

Pensioengerechtigde leeftijd op 65 jaar.

De vergrijzing ten spijt, ik ben voorlopig geen voorstander om de pensioengerechtigde leeftijd op te krikken. Voor de goede orde, zelf ben ik met mijn 45 jaar nog niet niet op de helft van mijn arbiedszame leven. (NB. 45 jaar wordt in veel studies vaak gezien als het kantelpunt, onder die leeftijdsgrens wordt je nog als zeer bemiddelbaar gezien, daarboven moet je vooral blijven zitten waar je zit en verroer je niet, houd je adem in en wacht maar af.) In mijn geest heb ik me echter al verzoend dat ik tot 67 of langer moet doorwerken.

In mijn optiek moet er eerst wat anders gebeuren op de arbeidsmarkt. Hierboven is al aangekaart dat de groep 60 plussers langer moet gaan participeren. Het arguement van Mei Li Vos dat juist met het optrekken van de AOW leeftijd naar 67 hiervoor een (psychologische) bijdrage kan leveren, komt mij niet voldoende overtuigend over. Naast een grotere participatie van ouderen, moet er in Nederland veel nadrukkelijker gekeken worden naar andere groepen in de samenleving.

  1. Ik pleit voor een actief beleid voor een grotere deelname van vrouwen in het arbeidsproces. Waarom moeten mensen die tot hun 67e doorwerken, terwijl er hele grote groepen vrouwen parttime of niet bijdragen in het economische arbeidsproces?
  2. Geert Mak gaf het al aan in de opening van de conventie van Achlum. We moeten, puur uit eigen belang, veel beter kijken naar migratiestromen in de toekomst. Meisjes en vrouwen (maar ook mannen uiteraard) zoals de Afghaanse Sahar hebben we als samenleving in de toekomst heel hard nodig. Waarom kijken naar destructieve onderbuikgevoelens op korte termijn?
  3. Hoeveel jongeren en dan met name (allochtone) jongens, haken nu al af in het onderwijs. Dat wordt een enorme kostenpost als die testosteronbende jaar in jaar uit niet meedoet in het arbeidsproces. (uitkeringen, criminaliteit, ggz). Dit is een potentieel dat een bijdrage kan (en vooral ook) moet leveren aan de maatschappij en niet alleen als een last wordt gezien.
  4. Serieus bekijken van een mate van flexibilisering van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld om de rechtsongelijkheid bij ZZP-ers weg te nemen.

Naast verbetering van de ouderenparticipatie in het arbeidsproces, zijn dit vier factoren die eerst bekeken moeten worden, voordat we heel stoer die leeftijd, om economische redenen, gaan zitten ophogen. Misschien moet het op termijn, maar om het met de walgelijke jeukterm samen te vatten: ‘First things first.’

Mijn naïeve eindconlusie

Wie ben ik om in deze materie tot conclusies te komen. Ik, een 45 jarige die geen overzicht heeft over zijn eigen (ogenschijnlijk) veilige pensioen. Ik moet nog 22 jaar en een glazen bol om in de toekomst te kijken heb ik niet. Trouwens, proef die zin eens: “Ik moet nog 22 jaar.” Het jargon van menig werknemer, en ook van mij. Ik zou eigenlijk moeten zeggen, ik mag, bij leven en welzijn, nog 22 jaar. En zo’n man wil met een eindconclusie komen? Ja!

Naar aanleiding van onder andere deze bijeenkomst in Achlum concludeer ik dat:

  • Vergrijzing niet als een seperaat probleem moet worden bekeken dat als een zwaard van Damocles boven ons hoofd hangt.
  • Dat er meerdere groepen in de samenleving zijn die hun bijdrage kunnen/ of zelfs moeten leveren aan het arbeidsproces.
  • Dat iedere leeftijdsgroep specifieke problemen heeft en aandacht behoeft, op het gebied van arbeidsparticipatie, maar ook op andere beleidsterreinen (huisvesting, gezondheid & scholing)
  • Dat meer gekeken moet worden naar de samenhang en context van groepsspecifieke aanpak en de groepen onderling.

Ik stel dus voor een nieuw ministerie in te richten. Ja, weer één. Geen ministerie van Jeugd&Gezin, geen ministerie voor Integratievraagstukken, geen ministerie voor Wijkopbouw en zeker geen ministerie voor het Zwitserlevengevoel. Nee, er moet een ministerie voor Demografische Beleidsontwikkeling komen. Deze conclusie behoeft op grond van bovenstaande betoog geen uitleg, het is een natuurlijk uitvloeisel van mijn bevindingen.

Ik concludeer dat, ondanks mijn negatieve insteek namelijk het ‘bashen van babyboomers’, er een constructief voorstel uitgerold is. Garanties om nu de rest van mijn (arbeidszame) leven nooit meer te schelden op andere generaties geef ik niet, maar een tikje genuanceerder heeft Achlum me wel gemaakt op dit punt. Maar voorlopig waait de vergrijzingswind nog niet over.

 

Opening, sfeer en verloop van Mijn conventie van Achlum

ICH BIN EIN ACHLUMMER

Wie heeft mij iets te bieden op de conventie van Achlum? En waarover ga ik een stukje schrijven? Twee belangrijke vragen bij de keuze van sprekers in Achlum. Geert Mak en Herman Pley heb ik nog niet zo heel lang geleden in Duiven aangehoord. Femke Halsema, altijd helder aanwezig, zowel visueel als ook auditief? Jolande Sap dan. Begin dit jaar schreef ik naar aanleiding van Kunduz een stukje over haar, Jolande Sap geeft zich bloot. Ik kan u verzekeren, het was één van de best lopende stukjes die ik op het blog geschreven had. Ik weet niet of het door de inhoud of de titel kwam. Wel kwam het stukje recht uit mijn hart en de komende jaren stem ik met zekerheid geen GroenLinks, zoals blijkt uit mijn blog. Of zal ik haar nog een kans geven? Hoe vaak zou Job Cohen uhh zeggen, lijkt me ook erg interessant om te vermelden in een blog. André Rouvoet dan? De ChristenUnie stond vaak op nummer vier bij het invullen van de kieswijzer. Ik waardeer hem als politicus, de grap om de jeugdzorg naar de gemeentes te trekken, vind ik minder en verwacht voor de toekomst een hoop narigheid. De aankondiging van de mastodonten Wiegel en Van Thijn klinkt erg aantrekkelijk. Wie zou het meest mastodonterig zijn? Of wat hebben de vertegenwoordigers van Achmea te melden? Ook ben ik nieuwsgierig naar Gerda Havertong, Adriaan van Dis en Herman van Veen. Of de gebroeders Anker over jeugdcriminaliteit, een beetje mijn eigen vakgebied per slot van rekening.

Kortom, de avond ervoor kwam ik er niet uit. Ik besloot het maar ter plekke te bekijken. Bovendien, achterdochtig als ik soms ben, had ik nog geen honderd procent zekerheid om binnen te komen. Het vouchersysteem was ten einde en via de media bereikte het bericht dat de controle heel streng zou zijn. En Nederland mag dan klein zijn, om voor niets van Duiven naar Achlum te rijden, was geen aantrekkelijk idee. Echter de eenvoudige aankondiging dat ik, als eenvoudige sterveling, samen met mijn introducé op de gastenlijst zou staan, was voldoende. Ruim op tijd konden we acclimatiseren en om het thuisfront op de hoogte te brengen, maakte mijn zwager een foto van me, terwijl ik zat te SMS-en. (Bij de afwerking van dit stuk beslis ik of die foto toegevoegd gaat worden, want hoewel ik zo blij was als een kind om in Achlum te zijn, laat de foto van alles zien, maar geen kind en vooral niet weinig. Soms zijn foto’s in Achlum confronterend.)

 

 

DE OPENING

Achlum is een klein pittoresk dorp, maar niet zo klein dat de bijna 3000 bezoekers elkaar op de hakken hoeven te lopen. De drukte op de meeste plekken kenschets ik als gezellig. Het kaatsveld is gebombardeerd tot het centrum van Achlum. Hier vindt ook de opening plaats. Met het noodzakelijke kopje koffie op een winderig, maar droog terras bij een van de tenten, bekijk ik het programma nogmaals en natuurlijk de mensen om me heen. Wie zijn het die ‘De staat en de toekomst van Nederland’ deze dag met mij gaan bepalen? Ondertussen zie ik mensen, waarbij ik de neiging heb om ze goedendag te zeggen omdat ze me bekend voorkomen. Dat doe ik natuurlijk niet, want al kom ik uit de provincie, zoals Randstedeling denigrerend zeggen, zo wereldwijs ben ik nog wel. Ik moet trouwens nadenken over de psychologische term die aangeeft dat bij een veelheid aan stimuli, de mens geneigd is om het bekende meteen op te pikken. Dat verklaart natuurlijk de neiging om te staren. Het dat geen selectieve waarneming?

Bij de opening zijn er de gebruikelijk speeches van en naar de vertegenwoordigers van Achmea. Hulde voor de ingetogenheid van deze sprekers op dat moment, want ze zijn solidair met het publiek dat net als ik nog heftig in het programmaboekje kijkt om uit te vinden wat ze allemaal willen meemaken. De overhandiging van het cadeau van de Commissaris van de Koningin (een Makkummer bord van aardewerk) geeft me nog even een Real Madrid, momentje. ‘Als dat maar goed gaat.’

 

Het openingsdebat

De inhoudelijke aftrap wordt gedaan door de sprekers Geert Mak, Femke Halsema, Heleen Depuis en Rick van der Ploeg met solidariteit als kernbegrip. In de discussie komen internationalisering en individualisering veelvuldig ter sprake en het vergelijk met de Verenigde Staten wordt snel gemaakt. En zoals vaker met dit soort vergelijkingen worden de deugden van de Amerikaanse samenleving snel geroemd, vooral de flexibiliteit wordt met afgunst bekeken. In één adem, en met de linkse meerderheid van deze sprekers ook niet zo verwonderlijk, wordt de keerzijde aangestipt, de extreme verschillen. En dat is wat geen van de sprekers voorstaat. Van der Ploeg denkt dat solidariteit steeds moeilijker wordt bij de individualisering. Geert Mak benadrukt dat solidariteit ook vooral het kijken naar eigen belang moet zijn. Hij wijst daarbij op het emigratievraagstuk. ‘Hoe ongelooflijk dom is het om zo xenofobisch te kijken naar kinderen als de Afghaanse Sahra, die van dit kabinet uiteindelijk mag blijven.’ Heleen Depuis oppert dat de Europese solidariteit zo vaak opgedrongen is en verwijst daarbij naar de wijdverbreide liefdadigheid in de Verenigde Staten. Hoewel ze snel te kennen geeft ook de verschillen te groot te vinden, repliceert ze wel dat solidariteit als deugd wel te ver op de achtergrond is gekomen. Allen zijn het met Femke Halsema eens dat er een herijking moet komen van de verzorgingsstaat en daartoe heeft GroenLinks in haar verkiezingsprogramma al aanzetten gegeven in de vorm van de hypotheekrente-aftrek en grote operaties in het onderwijs en vooral de arbeidsmarkt.

 

Korte overpeinzing

‘Herijken van de verzorgingsstaat, internationalisering en individualisering.’ Was het niet voormalig premier Lubbers die als toenmalig hoogleraar al doceerde over het opkomende regionalisme als antwoord het internationalisme, of noem het globalisering. Wijs gesproken Ruud, dat zie ik onze huidige premier nog niet doen na zijn premierschap. En buiten het feit dat ik zelf hoop dat dit snel zal geschieden, waar zou hij het over moeten hebben. Hoe, als antwoord op de internationalsering, in Nederland het regionalisme is verworden tot een hele enge dorpspolitiek met gevaarlijke destructieve elementen. En wat kan hij dan zeggen: “Ik was premier, ik stond erbij en keek ernaar en zag dat het goed was?”

Internationalisering van de samenleving is mooi en misschien wel noodzakelijk, maar als niet iedereen mee kan doen, achterstanden opgelopen worden en menigeen zijn dagelijkse overzicht ziet verdwijnen, kunnen de dorpse tegenkrachten heel pervers worden en zelfs gevaarlijke voor iedere gewenste (internationale) ontwikkeling.

 

Tijdens het luisteren bedenk ik me dat een fotootje voor het blog ook wel aardig is. Ik ben geen goede fotograaf, maar uit ervaring weet ik dat een beetje kleur het altijd leuk doet bij die zee van letters. Terugkijkend naar het resultaat zie ik dat het in een keer nacht is geworden en de maan is gaan schijnen. Nadere beschouwing leert dat Herman van Veen voor me is gaan staan. Zijn haardracht is uit duizenden herkenbaar en ik neem verder waar dat het een man met een energieke uitstaling is. ‘Ik denk dat hij het goede beroep wel heeft gekozen, die komt er wel.’ Misschien zie ik hem later wel in een van de tenten, zalen of huiskamers in Achlum. Ik heb besloten om eerst naar Mei Li Vos e.a. te gaan.

 

DE BIJEENKOMSTEN

 

Het generatievraagstuk

 

 

 

De titel spreekt met enorm aan: Wisseling van de macht.

Mei Li Vos, Nynke de Jong en Kees de Lange spreken over generatieconflicten ten aanzien van het pensioenbeleid.. Ooit ben ik fanatiek aan het bloggen geslagen omdat ik een negatieve eruptie had ten aanzien van babyboomers. Ik, als vertegenwoordiger van de sociologische generatie Nix, kan aardig fulmineren tegen babyboomers, zeker in columns op mijn blog. Bloggen is een goede uitvlucht, omdat een eeuwige staat van boosheid niet gezond is, bovendien ben ik op dit punt ook niet redeloos of radeloos, hooguit soms wat sprakeloos. Al met al kijk ik terug op een goede bijeenkomst, leerzaam en vooral, ik weet dat er een aardig blogje inzit.

Moderne vrouwen

Vlak voordat ik de ‘battle of the generations’ bijwoonde, had ik ook besloten om aansluitend naar Aaf Brandt Corstius te gaan. Ik heb wel wat met haar. Toen zij weer terugkwam van zwangerschapsverlof, was er uiteraard enige media-aandacht. De eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik nooit iets van haar had gelezen. In, volgens mij de eerste week, schreef ze een blog over sokken en sindsdien vergeet ik haar niet meer in de Volkskrant. Het kan me dus eigenlijk niet zoveel schelen waar ze over gaat praten. Als Achlumgast bespreekt zij het zijn van een moderne vrouw. ‘Ook goed, daar kan ik vast wel wat mee.’ En de interviewer, Arie Boomsma, vond ik veel minder aanwezig in het echt dan op tv. Dat is dan maar weer mooi meegenomen.

 

Intermezzo

Op het einde van het gesprek met Aafke, begint er wat geluid rondom mijn navel hoorbaar te worden. Van andere Achlumgangers zie ik dat er lunchdoosjes zijn uitgedeeld, dus mijn doel is om op weg naar de volgende spreker ‘Ed van Thijn vs. Hans Wiegel’ of anders een bijeenkomst over ‘Eindeloze zorg’ ook zo’n doosje te bemachtigen.

OP

Een vriendelijke Achlummer, ik zie het aan het kaartje om zijn nek, verwijst me naar het kaatsveld. ‘Daar liggen worsten op het vuur.’ Ik wist het, want mijn zoon had dat ook al ge-SMSt. Hij had het, met waarschijnlijk een hongerige blik waargenomen via de livebeelden op de site.

Omdat de rijen aanzienlijk zijn en de honger duidelijk aanwezig, laat ik deze ronde maar aan me voorbij gaan. Kijkend op het programma is de keuze voor de reflectie op de GGZ van de directeur zelf, een gemakkelijke.

Reflectie of confrontatie met de GGZ

Zelf werkzaam in (of rondom) de GGZ en helaas via onze oudste zoon ook geconfronteerd met de GGZ als consument, wilde ik graag weten wat de directeur, Paul van Rooij, te melden heeft. Op ons (samen met mijn partner) andere blog ( www.dolgedraaid.wordpress.com ) ventileren we sinds kort ons ongenoegen. En ik mag stellen dat het woord ongenoegen in ons geval een eufemisme is. Heel veel nieuws heeft hij niet voor mij, maar eenmaal uitgesproken, neem ik de kans om hem toch even mijn kaartje in de hand te duwen met de verwijzing naar het zojuist genoemde blog. Dit kost echter te veel tijd zodat het klaslokaal waar Thomas van der Dunk en Frans Timmermans over ‘Het Bruto Nationaal Geluk’ spreken, helemaal vol is.

Cooling Down

Geen nood, want mijn hersenen werken op volle toeren, want wat ga ik nu doen met de bijeenkomst over de GGZ? De wind is inmiddels harder gaan waaien en de lucht wordt grijzer. Het was die dag, hoewel fris, droog gebleven. Vlak voor de komst van Bill Clinton ziet het er minder goed uit. De Achlummer lucht geeft mij het idee dat ik (eventueel samen met mijn partner) een open brief ga schrijven naar de directeur van de GGZ. In mijn hoofd zitten er velen, welke het gaat worden, zal het moment zelf wel uitwijzen. Ondertussen wandel ik nog even bij Pieter van de Hoogenband binnen, ik hoor Henk Bleeker oreren over de noodzakelijke bezuiniging op onderwijs, zie dat het drukker wordt op het veld waar de voormalige president van de VS gaat spreken en sms mijn zwager dat ik op hem wacht bij het kaatsveld om gezamenlijk naar Bill Clinton te gaan. Het is inmiddels serieus gaan regenen, maar Achmea heeft een zee aan witte paraplu’s uitgedeeld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

To Bill or not to Bill

Eenmaal op het veld, even buiten het dorp, naast de kerk, komen bijna alle Achlumgangers samen. De witte paraplu’s mogen echter niet mee binnen de afrastering, maar plastic poncho’s worden uitgedeeld. Maar er zijn er niet genoeg. Het wordt dan onbehaaglijk, met alleen een colbert. Ik krijg last van het zogenaamde egaliteitssyndroom: ‘Zou mijnheer Clinton op mij wachten onder zulke omstandigheden.’ Mijn vastbesloten antwoord is: NEE. Ik kijk mijn zwager aan en ook hij lijkt soortgelijke gedachten te hebben. We besluiten, als een van de weinigen te gaan. Misschien stom, maar ach, een slagroomtaart zonder kers is ook heel lekker. Ik heb genoten van de dag en onderweg eten we wel ergens een bordje. Want zo Hollands ben ik niet, dat alles wat gratis is, maar meegepakt moet worden.

Onderweg, discussiërend en ervaringen uitwisselend besluiten we te eten bij ‘De Koperen Hoogte’ van Hennie van der Most. Jawel, voor de kenners, die man van Kernwasser Wunderland in het Duiste Kalkar. Eenmaal in de buurt van de eetgelegenheid hebben we de stellige indruk dat het restaurant gesloten is, dus maar zo snel mogelijk verder. Achterom kijkend, zie ik dat de parkeerplaats achter de watertoren is en er gewoon gegeten kan worden. Dat moet ik de heer van der Most maar even schrijven. Want als we de staat en de toekomst van Nederland kritisch bekijken, dan mag hij ook wel zijn steentje bijdragen.

================================================================

Mijn Conventie van Achlum

Een enthousiast blogger en een starter op andere sociale media zoals Facebook en Twitter, that’s me. Niets bijzonders, maar er zijn momenten dat ik de onverwachte genoegens van bijvoorbeeld Twitter erg kan waarderen. Aanvankelijk stonden Facebook en Twitter in dienst om mijn blog te promoten. Zo ook afgelopen woensdag. In mijn hoofd zat een stukje tekst en dat kwam er vlot uit. Over Andrée van Es, Bart Spruyt en hoffelijkheid. Geen wereldschokkend stukje tekst, maar toch het kreeg niet de aandacht die het ik vond dat het verdiende, dus maar een beetje twitteren met die handel.

 

‘Hè, de conventie van Achlum gaat over de toekomst van Nederland, daar gaat mijn stukje ook over, op mijn manier dan. Ik twitterkoppel dat lekker aan elkaar. Weinig enthousiasme. ’s Avonds herinner ik me mijn eigen blog over de kerkdienst van Achlum en ik promoot ook dat stukje maar even.’

 

 

 

 

 

De volgende dag onverwacht de vraag of ik interesse had om te komen. En ja hoor, de toezegging om op de Conventie van Achlum aanwezig te mogen zijn, kwam in de loop van donderdag. Nog even in de stress omdat het vouchersysteem ‘op’ was, maar we stonden op de gastenlijst, dus even vragen naar T. of M. Ondanks op de media verspreidde waarschuwingen van strenge controle en geen toegang zonder voucher, liep alles gesmeerd.

En dan, kom je ineens terug in Achlum, mijn vakantieoord van 2010, is nu omgedoopt tot een grote snoepdoos van sprekers van heel divers pluimage. ‘Waar ga ik naar toe?’ ‘Heb ik interessante vragen?’ en ‘Wat zijn interessante onderwerpen om over te bloggen?’ Vooral dat laaste is een belangrijke drijfveer. En misschien loopt het op de dag zelf wel helemaal anders. Schrijvers, wetenschappers, politici en bestuurders uit heel Nederland zijn uitgenodigd mee te denken over: ‘Staat en de toekomst van Nederland.’ En dat allemaal omdat verzekeringsmaatschappij Achmea haar 200 jarige bestaan viert en terugkomt bij de bron van haar ontstaansgeschiedenis ACHLUM. O ja, Bill Clinton is ook een van de sprekers. En ik mag er naar toe. Mijn zwager offreer ik ook de snoepdoos van sprekers en uiteraard maakt hij zijn eigen keuze. De avond vooraf vind ik het nog steeds moeilijk te kiezen. Ik weet één ding zeker, als ik terugkom, zal ik op me achterhoofd wrijven vanwege alle sprekers en nieuwe inzichten die ik niet heb mogen ervaren.

De Conventie van Achlum heeft in ieder geval gezorgd voor vier blogs (in mijn hoofd) en via dit introducerende blog geef ik mezelf de opdracht om tussen de bedrijven van het normale leven door, de stukjes te schrijven, over ‘De staat en de toekomst van Nederland.’ Ik wil daar rustig de tijd voor nemen en om te voorkomen dat ik ellenlange epistels ga schrijven, immers ‘In die Beschrenkung zeigt sich der Meister’ , echter via een beloftedatum gooi ik de druk erop om wel door te werken.

31 mei 2011

Opening, sfeer en verloop van de Conventie van Achlum.

3 juni 2011

Ben ik pensioenproof op mijn 45e? Kan mij het schelen.

Aanleiding is het gesprek tussen Mei Li Vos, Kees de Lange en Nynke de Jong.

5 juni 2011

Vind ik de moderne vrouw wel zo leuk?

Aanleiding is het interview door Arie Boomsma met Aaf Brandt Corstius

10 juni 2011

Open brief aan de directeur van GGZ Nederland

Aanleiding is de lezing van Paul van Rooij over de reflectie van de GGZ

Uiteraard ga ik mijn best doen mijn belofte waar te maken. U kunt me voor de zekerheid ook volgen op Twitter via @sprakeloosID om de stukken van uw voorkeur niet te missen. Want vooral Twitter blijft een belangrijke bron van reclame. En je weet maar nooit wat er van komt, misschien zijn er nog veel meer conventies?