O sexto dia: Mijn liefde voor de zee

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, ik heb een haat-liefde verhouding met de kust en de zee, waar ook ter wereld. Met name de strandcultuur staat me tegen. Het is kijken of gezien worden door allerlei hippe types met cocktails in protserige strandpaviljoens. Bakken in de zon heb ik ook altijd al een heel merkwaardige hobby gevonden. Ik ben niet zo’n gebronsd type, nu niet en ook 25 kilo geleden niet. En toch vind ik de zee mooi, machtig en rusteloos intrigerend. Ik herinner me levendig het wegdoezelen op het strand, met de zee op de achtergrond waarbij geluiden van spelende kinderen en jongens en meisjes die wel gezien willen worden langzaam wegvagen.

Ruim vijftien jaar geleden hadden we een fijne gezinsvakantie in de Algarve. Ik was toen gecharmeerd van het kustlandschap in het Zuidwesten van Portugal, zowel de kust als de weg ernaartoe. Deze herinnering bleek geen hersenspinsel te zijn, want ook nu, op weg naar de Atlantische Oceaan vond ik de kronkelige bergweggetjes als ook de baaien langs de kust erg mooi. Maar wat ik ook nog heel goed weet dat we bij zo’n baai met twee overenthousiaste jongetjes arriveerden (9 en 12) en ze waren niet te houden bij het zien van de hoge golven. De zee heeft hier niet alleen hoge golven, maar is ook behoorlijk koud. Zelf wijs ik al het zwemwater onder de 25 graden systematisch af als zijnde pure marteling en zelfkastijding. We hadden weliswaar geen surfbenodigdheden, maar ze wilde het water in. Van het ijskoude water hadden de jongetjes pas na 25 minuten last, zelf had ik het na 1 minuut al helemaal gehad, maar ja er is zoiets als vaderverantwoordelijkheid want de zee was wel zeer ruig. Het was zeker geen hoogtepunt in mijn leven, maar als vader was ik wel een held voor zolang het duurde. De schoonheid van de zee alhier is me ondanks dit trauma wel bijgebleven.

Het voorstel om op zondag met zijn tweeën richting de zee te rijden werd met algemene stemmen aangenomen. Ik had er zelfs een zwembroek voor gekocht al wist ik echt wel dat ik de zee niet in zou duiken. Zelf had ik romantische ideeën om er om negen uur al te zijn, het was slechts drie kwartier rijden. Het liefst wilde ik er om half acht al zijn, maar de haalbaarheid van dat plan was bij voorbaat kansloos. Ondanks dat we om half negen wakker waren, lukte het ons ook zonder kinderen pas om rond kwart voor elf te vertrekken. Met nog even tanken arriveerden we om 12 uur bij Praia da Arrifana. Nu moeten we dat natuurlijk wel even in de juiste context plaatsen. Ons eerste gezamenlijke uitje was in januari 1991 naar Amsterdam. We sliepen op de studentenkamer van mijn broer in Uilenstede. Anne Frankhuis was ons eerste geplande museumbezoek. Om kwart voor vijf arriveerden we ter plekke, een kwartier later was het Anne Frankhuis gesloten. Lekker dan, maar ruim dertig jaar later zijn we wel mooi vijf uur eerder op de plek van bestemming. Progressie lijkt me dus, maar dit ter zijde. We hadden een half uur eerder kunnen vertrekken ware het niet dat mijn lief nog een gedichtje moest maken over ooievaars die we gisteren hier vlak in de buurt in grote getale hebben gezien. Heel mooi, maar was dit nu het uitgesproken moment? Kunst laat zich niet dwingen natuurlijk.

Ik wist
Niet
Waarom
Ooievaars
Klepperen
 
Nu
Weet ik
Het wel
Ze tonen elkaar
Hun Liefde
 
Laten
Wij ook
Vooral
Met overgave
Klepperen

Dat dus, Klepperen vandaag. Om twaalf uur zagen we inderdaad een lieflijk strandje van boven op de rotsrand, een lieflijk surfstrandje, maar ik zei het al, ik ben geen strandjongen en al helemaal geen surfjongen. Fysiek ben ik er niet toe in staat, ik heb geen half lang geblondeerd haar of een kek knotje op mijn kop en de zonnebrandcrème van factor 100 of meer hadden we niet bij ons toevallig. Ook ontbeer ik een buitenissig grote tattoo om te showen bij het aan- en uittrekken van het surfpak. Bovendien, over surfpakken gesproken, zo te zien hebben ze die niet in mijn maat. En mocht er een XXL pak te koop zijn, dan word ik echt geen jongen die graag gezien wordt/wil worden op het strand. Ik zei het al, ik ben geen strandjongen.

Maar dit allemaal bij elkaar mijmerend hoor ik de golven hun hypnotiserende mantra bulderen en de stemmen verstommen. Misschien moeten we in het najaar toch maar eens een weekje boeken in de Algarve, een huisje aan de kust. Zal maar eens flink klepperen de komende tijd.

Eerder verschenen in deze reeks:

O primeiro dia: Vind ik me toch zomaar terug in de Algarve. Errug

O sedundo dia: Back to the future.

O terceiro dia: Boven op de berg

O quarto dia: De dag van Portugal

O quinto dia: Daar is ie….Het klompenpad op zijn Portugees