Kakelkrant van Sprakeloos 73: OV-kaart ellende

 

Maandag 6 oktober 2014: De trein van kwart voor negen net gemist, tien minuten wachten op de volgende. Kan me even vermaken met mijn telefoon en ik ben getuige van een echtelijke kibbeltwist. Een ouder stel van rond de zeventig heeft ruzie met de digitale kaartjes en vooral met elkaar. Zij ziet het dagje uit ogenschijnlijk niet meer zitten met haar hangen schouders. Hij is vooral boos op de hele wereld en kijkt vooral boos naar zijn vrouw.

Dinsdag 7 oktober 2014: Het is wat winderig, maar een met regenjassen voorzien stel, zo te zien zussen van dik in de zeventig kijken glazig naar het stempelautomaat. Er boven staat nadrukkelijk ‘Buiten Gebruik’. Hoewel ze geen ruzie maken met elkaar, kijken ze mismoedig voor zich uit met een stuk papier in hun handen. ‘We vragen het wel aan de conducteur, ‘ zegt de oudste van het stel. De andere knikt:, Als er eentje is.’ Samen staren ze naar de vertrekkende trein die de andere kant op gaat.

Woensdag 8 oktober 2014: Ik hoef niet met de trein, maar moet wel boodschappen doen. Ik passeer daarbij het station en zie een groepje fitte zestigers, allen van vrouwelijke Kunne. Onder hen heeft zich een soort van akela ontpopt die omstandig uitlegt hoe zij de reisbescheiden heeft georganiseerd voor die dag. De anderen kijken gelaten en vertrouwen erop dat het goed komt. Ik zal het niet weten, want ik hoef, zoals ik al zei, niet met de trein die dag.

Donderdag 9 oktober 2014: Ruim op tijd voor de trein van kwart voor negen, dus ik mag nog even wachten. Een typisch babyboomstel komt met kaki-broek, stevige stappers en rode sportieve jassen, soort uniseks waarbij alleen de maten onderling verschillen. Zij is klein, hij is reusachtig met een rood hoofd. Ik dacht dat het misschien een ongezonde levensstijl was, maar het tomatenhoofd wordt waarschijnlijk veroorzaakt door opzichtige woede. Ze waren al een paar keer op en neer gelopen van de kaartjesautomaat naar de scanpaal. De kleine vrouw verdwijnt bijna in de pompeuze woede van haar levensgezel. Ze zeggen niets tegen elkaar.

Vrijdag 10 oktober 2014: Wederom een man en vrouw, potentiële omroep MAX liefhebbers, hebben woorden met elkaar. Nu laat de vrouw zich niet onbetuigd en verwijt haar man dat hij had moeten luisteren naar hun zoon. “Je had ze op de computer moeten activeren.” De man geeft haar van repliek:,, We hebben ze besteld via de computer, we moeten ze alleen maar scannen.” Dat scannen lukt blijkbaar niet. ‘Bovendien moeten we wachten tot het negen uur is.” zegt zijn vrouw jennerig. Ze stappen inderdaad niet in, mogelijk ook niet in de trein later. Ik zal het niet weten.

De week resumerend, vraag ik me af of het in de lucht zit, al die echtelijke twisten van allerlei bejaarden. Of zijn de mensen in Duiven boosaardiger of stommer dan in andere regio’s omdat ze geen weet hebben hoe te reizen met de trein. Maar ik weet heel goed dat een dagje uit met het openbaar vervoer geen sinecure is tegenwoordig, zeker niet voor ouderen. Ze begrijpen het vaak niet, Duivenaren zijn geen negatieve uitzondering hoor. Mijn ouders bijvoorbeeld zijn al drie keer met de auto naar Deventer gereden om hun kaart te activeren of anderszins de trein-hocusspocus te ontrafelen. Ze zijn niet zo sterk met de computer, want inmiddels tachtig. Ze willen het nog wel graag zelfstandig doen, heeft iets met autonomie te maken. Zolang ze vooral nog met de auto reizen, laat ik het ook maar zo. Maar ik voel heel erg mee met hun frustraties en soms zelf woede op de eens zo betrouwbare vervoerder.

En als ik diep in mijn ziel kijk, vind ik het ook een gedoe. Spontaan reizen is er niet meer bij. Noodgedwongen hebben we in ons gezin een gepersonificeerde OV-kaart omdat een trajectabonnement noodzakelijk was, nota bene ook nog bij een andere vervoerder dan de NS. Tel uit je winst. We zullen er waarschijnlijk toch aan moeten, want voor reisdeclaraties bij je werkgever heb je bewijzen nodig. Een onpersoonlijke OV-kaart is niet toereikend, of je moet die laten uitlezen op het station. Dat kan heb ik me laten vertellen, maar ik denk: Een hoop gedoe en mogelijk zullen ze daar een vergoeding voor vragen. En als het nu nog niet is, dan wel in de toekomst. Een dagkaartje, dat kan, maar een euro extra per rit. Ik zal het woord dieven niet in mijn mond nemen. Bovendien wil ik helemaal niet dat mijn reisgedrag geregistreerd staat bij welke instantie dan ook, laat staan bij die klaplopers van de NS. 16 miljoen hebben ze al ‘verdiend’ aan het vergeten uit te checken. Op sommige trajecten mag je trouwens voor een retourtje soms wel dertig keer in- en uitchecken. Ronduit belachelijk en zeker niet ontspannen voor een dagje uit voor veel mensen die dan gebruik maken van de trein.

Ik ben wel de laatste die compassie wil prediken voor babyboomers, maar eigenlijk zou die zelfbenoemde protestgeneratie massaal moeten gaan zwartrijden onder de bezielende begeleiding van omroep MAX. Want het hele instituut NS met zijn privatiseringsgedoe is toch een grote catastrofe voor een gemiddelde sterveling. Voor het promoten van het OV hoeft geen geld meer uitgetrokken worden, want dat is bij voorbaat verspilde moeite. Toeristen maak je ook niet lekker met ons OV-stelsel. Zelf heb ik het afgelopen jaar al twee keer kaartjes voor bezoekers uit ons buurland voorgeschoten. Ik pinde en zij betaalde mij met heuse euro’s. Ze bedankte me hartelijk, maar bij mij stond het schaamrood op mijn kaken. Ik moet hen bedanken dat ze ondanks de trein toch nog naar Nederland komen. En hoe gaat dat straks met al die stations, die zogenaamd een onderdeel van de stad moeten worden. Je hebt een OV-kaart nodig om de poortjes te openen in de nabije toekomst. Niets meer gezellig doorgangen, maar in kilte wachten op treinen die te duur zijn. Ik zal vast een ‘grumpy old man’ zijn met mijn 48 jaar, het zij zo. Deze balkonmuppet vindt de NS wel een van de meest uitgerangeerde bedrijven in Nederland en toch moet ik er helaas regelmatig gebruik van maken.

Radiostilte vereist passende muziekjes

Radiostilte, dat is de beste remedie voor het welslagen van de formatiebesprekingen tussen VVD en PvdA. Misschien hebben ze gelijk, want als we er met ons allen tegen aan gaan bemoeien, wordt het helemaal niets. Maar radiostilte is natuurlijk ook meteen zo oorverdovend niets. Zo goed als bijvoorbeeld John Cage dat voor 4.33 minuten kan, zal wel niet lukken. Ik stel voor dat als we naar ‘Den Haag’ bellen om kennis te nemen van de voortgang van de besprekingen, dat we in ieder geval gefêteerd worden op een muziekje om de tijd op het antwoord te overbruggen. En dan voor iedereen wat wils uiteraard.

 

De koningin heeft onlangs al onverwacht bezoek gehad, maar of ze daar iets mee opschoot is de vraag. We weten het niet, maar ook zij zal volgens de Tweede Kamer gewoon op haar beurt moeten wachten en met thee en mariakaakjes klaar staan voor onverwachte visite. Het is voor haar een totaal andere rol die ze gewend is dat afwachten. Misschien is ze beledigd en er stil van geworden, misschien geeft het haar intrinsieke rust.

Voor de nieuwsgierige VVD-ers adviseer ik een instrumentaal nummertje om alvast te wennen aan het rode gevaar. Tekstueel zijn ze vast nog niet toe aan de oproep dat alle verworpenen der Aarde wakker moeten worden. Hoe anders zijn de gevoelens bij de PvdA, altijd al een probleem tussen hart en hoofd. Leek het aanvankelijk dat de sociaaldemocraten zich met de echte socialisten moesten mengen, nu zijn ze weer gelukkig zonder hen. Ondertussen rijst de vraag bij Emiel Roemer en de zijnen of ze toch niet meer richting Europa moesten kijken, want solidariteit betekent ook medeleven met de Spaanse jongeren, de Griekse schooljuf en de Portugese fabrieksarbeider en boer. Dat anti-Europese geluid is ze opgebroken.

Geert Wilders en zijn aanhang kunnen zich wentelen in hun anti-establishment gevoel, maar het heeft weinig zoden aan de Hollandse dijk gezet. Als zij ‘Den Haag’ bellen kunnen ze zich troosten met de gedachte dat ze het op hun eigen wijze hebben gedaan. Dat dan weer wel.

Bij het CDA zijn ze andermaal toe aan vernieuwing, herijking dan wel herbronnen. Ze moeten zich gaan richten op nieuwe groepen met nieuwe muziek, maar het mag niet te ver van de oude christelijke bron. Een alternatief Ave Maria kunnen ze beluisteren bij hun telefoontje naar Den Haag. Voorlopig geen pluche voor hen, dus zullen ze moeten wennen aan het feit dat de radiostilte ook voor hen geldt. De ChristenUnie mag van hetzelfde muziekje genieten, want hoe verschillend zijn ze nu daadwerkelijk, ze putten immers uit dezelfde bron. Heel anders is het gesteld met de SGP. Voor hen een alternatief dat weinigen echt zal smaken, ze verkrachten immers de menselijke waarden en normen.

Voor de talrijke babyboomers die zich hebben verenigd in de 50+ partij van Henk Krol zou er nog een heuse babyboom-ballade gemaakt moeten worden. Ze koketteren op te komen voor de ‘ouwe taaies‘ van ons land, niets is minder waar. Het is een belangenorganisatie voor die generatie die het macro-economisch het beste voor elkaar heeft, terwijl ze op moralistische wijze hun ouderwetse linkse gelijk blijven prediken. 50+ is er vooral voor om de zon in het eigen tuintje te laten schijnen terwijl elders de donderwolken zich samenpakken. GroenLinks zal vooral genoegen moeten nemen met hun Calimero-positie en de Partij voor de Dieren mogen wat mij betreft de illusie warm houden dat ze daadwerkelijk de wereld hebben veranderd. Maar niet heus, want om ze te pesten laat ik ze graag aan de telefoon wachten met de gebeurtenissen rondom Marietje.

We zullen ons moeten vermaken tot die tijd, het leven gaat door en ieder luistert naar zijn eigen liedje. We doen onze boodschapjes, al worden ze steeds duurder en zoeken we massaal naar alternatieven om het huishoudboekje kloppend te houden, ook op micro-niveau. Ondertussen dansen de PvdA en de VVD hun bizarre dans en Mark Rutte moet zich mogelijk opmaken een andere Harlelijnskop op te zetten. We hopen allen op een klip en klaar regereerakkoord voor al die miljoenen Nederlanders. Want we moeten uiteindelijk toch samen verder, hand in hand.

HEB JE ALTERNATIEVEN, LAAT HET GEWOON WETEN. LAAT EEN REACTIE ACHTER HIERONDER OF OP TWITTER @sprakeloosID. WE ZULLEN NOG WEL EVEN MOETEN GENIETEN VAN DE RADIOSTILTE, DUS TELEFOONMUZIEKJES ZIJN VOORLOPIG NOG WELKOM. IK PAS ZE GEWOON IN BIJ DE TELEFOONMUZIEKJES HIERBOVEN.

De eerste suggesties zijn verwerkt. Aad Verbaast kwam met John Cage en zijn 4.33. Het summum van radiostilte. Via twitter kwam @Tikkie_Terug met ‘Het is stil in mij’ van VanDikhout. Zelf bracht mij dat ook nog bij Hand in Hand Kameraden.

Ben ik pensioenproof op mijn 45e? Kan mij het schelen.

 

De conventie van Achlum: Wisseling van de wacht

Mei Li Vos 1970 (ex-politica)

Nynke de Jong 1985 (columniste o.a. Viva)

Kees de Lange 1943 (voorzitter NBP en 1e kamerlid)

 

Mijn (voor)oordeel

Ik geef het toe, mijn onderliggende motieven waren niet nobel. Integendeel, met een dijk van een vooroordeel, in mijn eigen optiek een goedbeargumenteerd oordeel, toog ik naar de eerste bijeenkomsten van de conventie van Achlum. Als vertegenwoordiger van de sociologische generatie Nix, kan het behoorlijk stieren in mijn hoofd als ik menig babyboomer hoor wauwelen.

Alleen al het gemak waarmee zij meehobbelen door te stellen dat het de ouderen zijn die het na-oorlogse Nederland hebben helpen opbouwen. Dat klopt, dat is de generatie van mijn ouders, in de jaren dertig geboren en aan de slag in de spruitjeslucht van de jaren vijftig, wonend bij hun ouders, ’s avonds bijstuderen en voor veel vrouwen nog gewoon de rol van huisvrouw. Dat is de opbouwgeneratie. Niet de mensen, met name de gestudeerden, die in de loop van de jaren zestig en zeventig hun vrijheden hebben opgeëist via demokratie met hoofdletter K alsmede seks met kapitalen. Dat zijn de mensen die, voordat de crisis in de jaren tachtig uitbrak, na tien jaar studeren hun gevestigde posities hadden ingenomen, met name bij de overheid en semioverheden, om ze vervolgens nooit meer af te staan. Dat zijn ook de mensen die vanuit hun verworvenheden nog dagelijks het morele gelijk verkondigen met een stelligheid en een vastgeroestheid die ongeëvenaard is. De generatie Drees sr. was vele male flexibeler in het overdragen van de macht en het hanteren van mededogen dan deze generatie ooit heeft gedaan.

De eerste jaargang van de na-oorlogse generatie behaalt nu de pensioengerechtigde leeftijd, de meesten genieten al jaren van een ‘Zwitserleven’ en nu moeten juist hun priveleges beschermd worden. Ik zie het al bijna twintig jaar dat menig sleutelpositie in de zorg, overheid en onderwijs door deze generatie wordt ingenomen. (de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik het ten aanzien van het bedrijfsleven niet durf te zeggen.) O ja, met een zweem van progressiviteit nemen de ouwe hippies jonge vrouwen aan. Moeder de vrouw heeft jarenlang gezorgd dat de heren hun carriere hebben kunnen maken, maar positieve discriminatie doet het wel lekker voor het (linkse) ego. En alsof dat nog niet genoeg is, ze zijn massaal aan de tweede leg gegaan, hun hardwerkende huissloven, maar onbemiddelbaar op de arbeidsmarkt geworden vrouwen, dumpend.

U ziet, ik chargeer en ben onredelijk, maar uit onredelijkheid de zaken boven tafel halen, maakt het wel duidelijk. In ieder geval het uitgangspunt van mijn keuze voor De wisseling van de wacht in Achlum moge duidelijk zijn. En natuurlijk heb ik het over sociologische grootheden, niet over individuen. Ik weet dat grote groepen vrouwen van die generatie het niet gemakkelijk hebben gehad. Ik weet dat wanneer je werkeloos of arbeidsongeschikt geraakte toch minder kon delen van die welvaartsruif.

DE BIJEENKOMST

Pensioenbewustzijn

Op het moment dat aan de jongste deelnemer, Nynke de Jong, wordt gevraagd of zij al bezig is met haar pensioen, hoor ik haar herkenbaar stamelen en het komt erop neer, eigenlijk niet. Toen ik na mijn studie noodgedwongen moest kiezen voor herscholing (psychiatrisch verpleegkundige) schrok ik me kapot dat ik bezig moest zijn met pensioen. Ik vond het bijna beledigend. Zelfs nu als 45-jarige kan mij nog een grote mate van naïviteit verweten worden, ondanks mijn academische status, of misschien wel dankzij die status. Ik heb nog nooit gekeken op “mijn pensioen”. Ik weet wel dat ik in 2008 bij wisseling van baan overging van PGGM naar ABP. Tenminste dat dacht ik, maar de kredietcrisis spookte al rond, en met een eenvoudige mail, die nu op een oude computer niet meer traceerbaar is, kreeg ik te horen dat de overgang tot nader order uitgesteld was. ‘Tja, ik moet er nog wat mee!’

En toch is het raar dat wij als individuen worden gedwongen om twintig, dertig, ja zelfs veertig jaar vooruit te kijken. Hoe is dat in godesnaam mogelijk? De politiek hangt van korte termijnbeslissingen aan elkaar. Zelfs in het bedrijfsleven weet men amper met welke producten over vijf jaar winst gemaakt gaat worden. Als sterveling wordt je geacht de sociale en economische grootheden in te schatten en op een nette manier voor je eigen oudedagsvoorziening te werken. Onwillekeurig moet ik altijd denken aan het liedje van het ‘Klein Orkest’. Later is al lang begonnen, sparend voor later ga je straks ook sparend dood.

Generatieconflicten

Tijdens de bijeenkomst is het waarneembaar dat er verschillende generaties bij elkaar zitten, maar wederzijds respect is zeker aanwezig. En dat is natuurlijk ook de basis om gezamenlijk verder te gaan. Typerend voor dit soort bijeenkomsten is ook altijd het standaard verhaal dat bij een van de aanwezigen loskomt. “Wij moesten al op ons vijftiende werken en hebben sindsdien onze financiële bijdrage geleverd.” Mei Li Vos komt, met voor mij op dat moment een onbekend, maar logisch argument dat de afdrachten toen van een heel andere orde waren dan de huidige bijdrage van werknemers. Dat is een argument dat ik moet onthouden. Voorts komt Kees de Lange met een statement dat hout snijdt: ‘We moeten anders gaan denken over ouderen in het arbeidsproces. We schrijven ze te snel af, de ouderen zichzelf, maar ook de werkgevers en collega’s.’ Heel terecht wijst hij op het feit dat er van de 60 plussers nog maar een beperkt aandeel werkt. Dat is er een om over na te denken, maar zijn oproep om de ‘ouwelullendagen’ af te schaffen, vind ik dan wat minder handig. Misschien werken ze wel stigmatiserend, maar aan de andere kant is, en dat ervaar ik in mijn eigen werkomgeving, het soms de smeerolie om langer door te gaan. Misschien moet dat in samenhang met demotie of in ieder geval het recht om flexibeler vakantiedagen te kopen. Ik ben van mening dat je meer individueel moet kijken en ook nadrukkelijk de overkoepelende sterke en minder sterke eigenschappen van een leeftijdsgroep in je beleid moet meenemen. Kees de Lange, ik dank u voor dit argument dat mijns inziens breder bekeken moet worden. En vooral vergrijzing niet meer als het grote probleem voor de toekomst zien, is daarmee ook in mijn hersenen geplant. Vergrijzing is een gegeven, maar niet een seperaat probleem.

Pensioengerechtigde leeftijd op 65 jaar.

De vergrijzing ten spijt, ik ben voorlopig geen voorstander om de pensioengerechtigde leeftijd op te krikken. Voor de goede orde, zelf ben ik met mijn 45 jaar nog niet niet op de helft van mijn arbiedszame leven. (NB. 45 jaar wordt in veel studies vaak gezien als het kantelpunt, onder die leeftijdsgrens wordt je nog als zeer bemiddelbaar gezien, daarboven moet je vooral blijven zitten waar je zit en verroer je niet, houd je adem in en wacht maar af.) In mijn geest heb ik me echter al verzoend dat ik tot 67 of langer moet doorwerken.

In mijn optiek moet er eerst wat anders gebeuren op de arbeidsmarkt. Hierboven is al aangekaart dat de groep 60 plussers langer moet gaan participeren. Het arguement van Mei Li Vos dat juist met het optrekken van de AOW leeftijd naar 67 hiervoor een (psychologische) bijdrage kan leveren, komt mij niet voldoende overtuigend over. Naast een grotere participatie van ouderen, moet er in Nederland veel nadrukkelijker gekeken worden naar andere groepen in de samenleving.

  1. Ik pleit voor een actief beleid voor een grotere deelname van vrouwen in het arbeidsproces. Waarom moeten mensen die tot hun 67e doorwerken, terwijl er hele grote groepen vrouwen parttime of niet bijdragen in het economische arbeidsproces?
  2. Geert Mak gaf het al aan in de opening van de conventie van Achlum. We moeten, puur uit eigen belang, veel beter kijken naar migratiestromen in de toekomst. Meisjes en vrouwen (maar ook mannen uiteraard) zoals de Afghaanse Sahar hebben we als samenleving in de toekomst heel hard nodig. Waarom kijken naar destructieve onderbuikgevoelens op korte termijn?
  3. Hoeveel jongeren en dan met name (allochtone) jongens, haken nu al af in het onderwijs. Dat wordt een enorme kostenpost als die testosteronbende jaar in jaar uit niet meedoet in het arbeidsproces. (uitkeringen, criminaliteit, ggz). Dit is een potentieel dat een bijdrage kan (en vooral ook) moet leveren aan de maatschappij en niet alleen als een last wordt gezien.
  4. Serieus bekijken van een mate van flexibilisering van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld om de rechtsongelijkheid bij ZZP-ers weg te nemen.

Naast verbetering van de ouderenparticipatie in het arbeidsproces, zijn dit vier factoren die eerst bekeken moeten worden, voordat we heel stoer die leeftijd, om economische redenen, gaan zitten ophogen. Misschien moet het op termijn, maar om het met de walgelijke jeukterm samen te vatten: ‘First things first.’

Mijn naïeve eindconlusie

Wie ben ik om in deze materie tot conclusies te komen. Ik, een 45 jarige die geen overzicht heeft over zijn eigen (ogenschijnlijk) veilige pensioen. Ik moet nog 22 jaar en een glazen bol om in de toekomst te kijken heb ik niet. Trouwens, proef die zin eens: “Ik moet nog 22 jaar.” Het jargon van menig werknemer, en ook van mij. Ik zou eigenlijk moeten zeggen, ik mag, bij leven en welzijn, nog 22 jaar. En zo’n man wil met een eindconclusie komen? Ja!

Naar aanleiding van onder andere deze bijeenkomst in Achlum concludeer ik dat:

  • Vergrijzing niet als een seperaat probleem moet worden bekeken dat als een zwaard van Damocles boven ons hoofd hangt.
  • Dat er meerdere groepen in de samenleving zijn die hun bijdrage kunnen/ of zelfs moeten leveren aan het arbeidsproces.
  • Dat iedere leeftijdsgroep specifieke problemen heeft en aandacht behoeft, op het gebied van arbeidsparticipatie, maar ook op andere beleidsterreinen (huisvesting, gezondheid & scholing)
  • Dat meer gekeken moet worden naar de samenhang en context van groepsspecifieke aanpak en de groepen onderling.

Ik stel dus voor een nieuw ministerie in te richten. Ja, weer één. Geen ministerie van Jeugd&Gezin, geen ministerie voor Integratievraagstukken, geen ministerie voor Wijkopbouw en zeker geen ministerie voor het Zwitserlevengevoel. Nee, er moet een ministerie voor Demografische Beleidsontwikkeling komen. Deze conclusie behoeft op grond van bovenstaande betoog geen uitleg, het is een natuurlijk uitvloeisel van mijn bevindingen.

Ik concludeer dat, ondanks mijn negatieve insteek namelijk het ‘bashen van babyboomers’, er een constructief voorstel uitgerold is. Garanties om nu de rest van mijn (arbeidszame) leven nooit meer te schelden op andere generaties geef ik niet, maar een tikje genuanceerder heeft Achlum me wel gemaakt op dit punt. Maar voorlopig waait de vergrijzingswind nog niet over.

 

Levenslessen aan politieke partijen….over stuurlui en de wal

Hoe anders, dan de inhoud van dit blog aangeeft, is deze zaterdagochtend begonnen. Het is al diep in de ochtend als in gezamenlijkheid de koffie wordt gedronken en de kranten worden geconsumeerd. In ons geval is dat de Volkskrant en tijdelijk ook De Gelderlander. Ook wordt door mij, als nieuwbakken twitteraar en facebookbezoeker, de laatste post bekeken. En zoals het gebruikelijk is om elkaar opmerkzaam te maken over rare nieuwsfeiten in de krant, deel ik ook af en toe een tweet met mijn echtgenote. Zo kom ik deze ochtend een bericht van Wim de Bie tegen en lees die hardop.

Er wordt instemmend geknikt en mijn vrouw gaat door met de krant en ik met mijn nieuwe passie, twitter. Weer even later twittert oud-CDA coryfee Ad Lansink (hij ook al op dit medium) een zeer kritisch berichtje. Ook dat lees ik hardop voor.

‘Ja, die Gerd Leers heeft nog een hoop levenslessen te leren, ‘ krijg ik als antwoord. Ik laat die wijsheid even bezinken en net niet in een reflex is mijn tweet over levenslessen en CDA al wereldkundig gemaakt.

 Ik ken de beperkingen van Twitter en zeker ook die van mezelf. Wie leest nu de berichtjes van een SprakeloosID en wie trekt zich bovendien nog iets aan van levenslessen op een zaterdagochtend boven de koffie de spacewereld in gestrooid? Ik denk geen enkele CDA-er, maar goed ik kan leven met mijn beperkingen, niet met onrechtvaardigheid, dus als het CDA een gratis levensles krijgt, dan ook de andere partijen. En zo ben ik weer lekker drie kwartier bezig met de wereld according SprakeloosID. Ik vind dat Twitter de democratie en de inspraakmogelijkheden dichter bij de mens heeft gebracht. Neem gisteren nu, op het werk, bij het afsluiten van de computer bedacht ik me in een keer: ‘Waarom wordt de ChristenUnie nu niet groter, bij het falende CDA gebeuren.’

 En dat kun je meteen de wereld in gooien. Dat de wereld het niet oppakt, ligt niet aan mij, maar aan de wereld uiteraard. Maar de wereld pakte het wel op, omdat ik mijn schroom overwon en mijn vraag ook richtte aan André Rouvoet.

 ‘Nu, André, bij deze. Ik stel de vraag nogmaals via dit blog.’

Maar nu de andere partijen nog voorzien van levenslessen.

De VVD, hoewel de grootste en Mark Rutte doet het blijkbaar goed, al deel ik die mening niet, blijft zich maar richten op de PVV. Aan de andere kant beweert Rutte dat het hem bijna niet uitmaakt of ze nu CDA, PVV stemmen of zijn eigen partij. Hoe pal sta je achter je liberale gedachtegoed?

 Dan de PvdA. Ik vind ze nogal naïef en te goed van vertrouwen dat redelijkheid altijd bij iedereen aanwezig is. Hoe lukt het ze toch om zich te laten geselen door rechts, al hebben ze inhoudelijk toch punten te maken. Dat lukte zelfs ene Balkenende bij Wouter Bos. Job Cohen wil de boel bij elkaar houden, mijn idee, maar doe dat feller en durf te kapittelen in oneliners. (Kapittelen is eigenlijk eufemistisch voor schelden, dat doen CDA, PVV en VVD ook) De linkse kerk bestaat niet, linkse politiek wel.

Dan de dames en heren van GroenLinks. Jolande Sap was voor mij de aanleiding om eens te gaan kijken op Twitter wat ze daar allemaal doen. Ze staan wat mij betreft op een kruispunt van ‘Dood of de Gladiolen’ als het gaat om het uitdragen van linkse waarden en normen.

 

Voor D66 is mijn levensles simpel en duidelijk, pak nu eens de echte liberalen van de VVD. Volgens mij zijn ze er nog wel, zeker bij de kiezers. Heel mondjesmaat beginnen VVD coryfeeën zich te roeren. Wees het voor, wacht niet totdat er bij de VVD, vroeg of laat, een interne paleisrevolutie gaat plaatsvinden.

Heeft de ChristenUnie levenslessen nodig. Als volger van André Rouvoet concludeer ik dat hij via Twitter zeer actief bezig is, het levert hem nog weinig extra zetels op. Ik denk dat mijn levensles aan CU vooral gezien moet worden als een aanmoediging.

 Het langst heb ik nagedacht over het goede advies aan de Socialistische Partij. De SP oogst ook bij mij vaak waardering, Emiel Roemer doet het goed en ook anderen (Agnes Kant, Krista van Velzen en uiteraard Jan Marijnissen) heb ik hoog staan. Toch schuurt het ook wel eens, ze zeuren me af en toe te veel, zeker op lokaal en regionaal niveau. Goed bedoelt, maar vaak ook: ‘U vraagt, wij draaien.’ Te nadrukkelijk letten op egaliteit is natuurlijk socialistisch, maar niet altijd leuk.

Dan de partij van Geert Wilders. Ik denk dat mijn tweet voor zich spreekt. Ik snap Henk en Ingrid echt niet. Neem nu de villabelasting, ik hoor ome Geert niet, maar het is toch duidelijk dat villabelasting in het voordeel van Henk en Ingrid is. Dus geen levenslessen voor de PVV, zoveel heb ik niet in voorraad.

Uitgangspunten van SGP en fundamenten van PvdD staan zover van mij af, dat ik af zie van levenslessen. Nu weet ik dat alle andere levenslessen ook geen aardverschuiving zullen teweegbrengen, maar de SGP en PvdD lijken voor mij in een ander universum te staan. Argumenten en dus ook levenslessen komen zeker niet aan. Sorry.

 Hebben we ze dan allemaal gehad? O, nee, een groep verongelijkte babyboomers komt met plaatjes van zeer oude vandagen om andermaal alles naar hun hand te zetten. Babyboomers hebben Nederland opgebouwd na de Tweede Wereldoorlog? Dat is toch echt de generatie ervoor. Babyboomers hebben maximaal geprofiteerd, ieder decennium weer. Een babyboompartij is niet nodig.

 Tja, en toen was de koek op, de dagelijkse beslommeringen kwamen op me af. Maar wat schets mijn verbazing, na dat de laatste levensles uit mijn computer de wereld in dwarrelde, was er een grootscheepse storing met Twitter. Ik geloof niet in toeval, maar toch…..wie saboteert hier de boel juist op dit moment? En wie ben ik om levenslessen uit te delen.

Zal ik het twitteren naar alle politieke partijen? Nee, dat doe ik niet.

 

Werkschuw tuig, twee hits uit de musical HAIR

Ik zal het maar eens ronduit en hardop zeggen. Ik heb een hartgrondige hekel aan de jaren zestig en zeventig, of in ieder geval het hippiedom, de flowerpower en het toen geldende politiek en maatschappelijke engagement. Natuurlijk waren er ook goede dingen zoals daar zijn Pipi Langkous, Q & Q, Kunt u mij de Weg naar Hamelen vertellen en wat te denken van de Stratemaker op zeeshow, maar dit terzijde.

De reden om een blogaccount bij de Volkskrant te starten was deze afschuw en mijn onkunde om te reageren op een column van de heer Vreken (volkskrant, link werkt mogelijk niet meer na 1 maart 2011). Het lukte mij niet om het juiste mailadres te vinden om hem te mailen. Wel vond ik deze blogmogelijkheid en zo is mijn eerste blog ontstaan. Mijn bloggeschiedenis is sindsdien gegroeid en mijn hekel aan de overheersing van toonaangevende linkse babyboomers is niet afgenomen. De aanmatigende toon van Marcel van Dam, Jan Pronk en Bram Peper doen mij braken. Ciska Dresselhuijs, Sonja Barend en Hedy D’Ancona, ik word er niet vrolijk van.

De herhalende mantra van hun jeugd blijft hoorbaar. En op zich is dat niet erg, net zo als de generatie ervoor hun spruitjeslucht en wederopbouw mag blijven uiten. Maar de intolerantie voor andere geluiden, jongere generaties en andere strijd- en werkmethodes om doelen te bereiken. Altijd dat eeuwige gezeur over zaligmakende idealen, terwijl ze in hun grachtenpanden of buitenverblijven hun link(s) bij elkaar gegraaide geld verorberen, onderwijl de seksuele revolutie verkondigen, hun linkse ideeën als geboden prediken en jongere generaties voor dom, lui en gemakzuchtig verslijten.

Tja, u begrijpt het. Ik heb het er niet zo mee. Ook in de minder hoge echelons is de betweterigheid nadrukkelijk aanwezig. In onderwijs, zorg en andere publieke sectoren zijn het vaak de mensen die de marktwerking propageren, terwijl ze zelf in hun vrije tijd met weemoed terug kijken op hun studententijd met vrije seks, bezettingen en papieren revoluties.

Love and Peace, laat me niet lachen. Bah.

Maar toch een van mijn favoriete stukjes film en muziek ziet u hieronder.

 

Tja, en als ik dat dan weer zie, dan past slechts mededogen, ook aan hen. Hoe kan ik mezelf weer zo laten gaan? Ik mag niet haten en ik mag geen hekel hebben. De film Hair heb ik misschien al wel 6 keer gezien en ik blijf het leuk vinden. Dit staat in schril contrast met hetgeen hierboven staat. Ik sta over deze tegenstrijdigheid in mezelf soms compleet versteld van mezelf. Sprakeloos als het ware.