Het Pinksterweer was ronduit slecht, maar de afgelopen weken waren toch groeizaam geweest. Ik moest de tuin wel in. Beetje vegen, beetje snoeien en hier en daar wat onkruid wieden. Muziek op de achtergrond. Ik hoorde You’ll never walk alone, Status Quo en Bloed, Zweet en Tranen. Toen wist ik het weer, SC Groessen speelt zijn kampioenswedstrijd en kan promoveren naar de 3e klasse. Dan kan ik het mooi bijhouden vanuit mijn tuin in Duiven-Zuid. Tien voor twee en de speaker spreekt, waarschijnlijk de namen van de sterren van die middag. Vuurwerk knalt, de spelers treden waarschijnlijk aan. En dan is er stilte met af en toe een schreeuw van een zenuwachtige supporter of de trainer die aanwijzingen geeft. Om 14.18 uur massaal gejuich, 1-0 voor Groessen. Mijn werkzaamheden in de tuin zijn ten einde. Op Twitter wordt de 1-0 bevestigd.
Zelf doe ik snel de boodschappen voor vanavond. Ik heb geen gejuich meer gehoord. Klopt volgens Twitter, want het is zelfs gelijk doordat HC’03 uit Drempt heeft gescoord. Ik doe het raam van mijn kamer open om op de hoogte te blijven. Tot de 60e minuut is het nog stil. Het zal toch niet gebeuren dat ze nog in de problemen komen? Ik trek mijn schoenen aan en besluit polshoogte te nemen, het is slechts tien minuten doorstappen. Natuurlijk heb ik niets gemist want anders had ik het gehoord. In de 70e minuut is het nog 1-1. Net heb ik een plekje gevonden naast het scorebord en de 2-1 valt in de 71e minuut en twee minuten later wordt het al 3-1. Ik breng de flow mee, want uiteindelijk wordt het 5-1 voor de Groessenaren.
Ik zoek nog wel even uit hoe mijn positieve aanwezigheid zich laat uitbetalen in het nabij gelegen kerkdorp. O, voor wie het niet weet, Groessen ligt onder de rook van Duiven dat weer onder de rook van Arnhem ligt. Amper 2000 inwoners heeft het dorp en bijna iedere week feest. Het Schuttersfeest, Maisfeest, Carnaval, Après-ski, het levenslied en natuurlijk iedere vereniging, en het zijn er veel, viert natuurlijk hun lustrum om de vijf jaar. (Feest)muziek schalt dan over de velden en is in de wijde omtrek te horen. Vandaag juichten de Groessenaren voor het vlaggenschip van de voetbalvereniging en waarschuwen daarmee de Duivenaren: We komen er aan! De fanfare zal ongetwijfeld de toeters poetsen om de helden op de platte kar te vergezellen. Ook dat horen we vanavond. Groessen rules!!!! En mijn tuin, die kan er ook weer een weekje tegen aan. Volgende week hoor ik wel welke muziek mij dan begeleid in de tuin bij ongetwijfeld weer een feest. Handballen doen ze trouwens ook op hoog niveau.
Krap 24 uur terug van een lang weekend Berlijn en de maagdelijke kranten zijn vluchtig doorgespit. En inderdaad, voor zover ik kan nagaan, heeft er in Nederland geen inhuldiging plaatsgevonden voor onze Oranjehelden. Dat is dan weer een pluspuntje voor onze nationale trots, want de hysterie van vier jaar geleden zorgt ervoor dat ik nog steeds vol gene ongemakkelijk op mijn stoel wip. De teleurstelling na de penaltyreeks heb ik nog meegekregen in Nederland. Ik wist dus dat de reeds langer geplande reis naar Berlijn op zaterdagavond onderbroken zou worden met een voetbalwedstrijd. Wie had dat gedacht bij aanvang van de wereldkampioenschappen. In het hotel waar we verbleven was uiteraard zorg gedragen voor een aantal grote schermen. Het werd een gemakkelijke winst van onze jongens op de zeer geplaagde Brazilianen. Een viertal Brazilianen in het restaurant van het hotel droeg het verlies gelaten. Ik denk net als de meeste Brazilianen. Wat moet je ook anders? De aanwezige Duitsers waren vooral bezig met de dag erop. Volgens mij waren ze aanvankelijk nog wel voor de underdog en dat was niet Nederland. Eigenlijk kon het ze niet zoveel schelen.
De dag erop toog ik met beide zoons naar Friederichhayn en ruim op tijd vonden we een tafeltje bij een pizzeria met goed zicht op de aanwezige beeldschermen. Beide zoons, eten, bier en voetbal, wat wil een man nog meer? De spanning in de stad was al dagen voelbaar, maar vooral ook zichtbaar. De idioterie van het carnavaleske oranje haalde het gelukkig niet. Ook hier veel witte voetbalshirts en uitdossingen voor de hippe voetbalvrouw in de nationale driekleur. Het lijkt erop dat de Duitse marketing op dit gebied nog veel te leren heeft van hun Nederlandse collega’s. Of misschien kennen ze hun vak goed en weten ze dat het percentage randdebielen mogelijk minder groot is in Duitsland. Natuurlijk waren er hier en daar enorme vuurwerkknallen. De trams die langsreden waren zo goed als leeg. Duitsland keek voetbal. Thuis, bij de Brandenburger Tor, de voetbalstadions die hier en daar voorzien waren van het eigen bankstel of in de kroeg.
De tijd dat we massaal anti Duitsvoetbal zijn, ligt gelukkig achter ons. Mijn generatie (48 jaar) heeft dan nog net het debacle in 1974 meegemaakt. Natuurlijk was 1988 het moment van ‘unsere Rache’, maar nadat Rijkaard zich als een lama gedroeg en Ronald Koeman zijn achterste fictief afveegde met een Duits shirt dat hij zojuist geruild had na een gewonnen interland, is het wat mij betreft klaar. Natuurlijk is het leuk om te winnen en zeker van de Duitsers, maar eigenlijk spelen zij sinds 2006 in toenemende mate het ‘totaalvoetbal’ dat Nederland propageerde. Dit toernooi waren zij veruit de beste en de winst is ze van harte gegund. Ik weet dat de oudere generatie het er nog niet mee eens is en een ‘diehard’ wil nog steeds zijn fiets terug. Ik zie graag vrolijke mensen dus ook vrolijke Duitsers. Als ze het carnaval maar achterwege laten, verzekerd het mij van een behouden terugreis naar het hotel. Het was trouwens maar goed ook dat het slechts 1-0 werd, want bij ieder Duits doelpunt ‘keerde’ het restaurant een ‘shotje’ uit. Vijf halve liters en één shotje was meer dan voldoende.
Toen wij terugkeerden, kwam de Mannschaft aan op vliegveld Tegel. Mensenmassa’s bij de Brandenburger Tor en de rest van de binnenstad. Een half miljoen naar verluid. Dat is toch beduidend minder dan die bijna miljoen van vier jaar geleden in Amsterdam voor de vice-Weltmeister. De ‘Jungs’ hadden zelfs een dansje ingestudeerd met de welluidende tekst: So gehen die Gauchos met daarbij een gebogen en verslagen stier nabootsend om daarna fier op te veren met de tekst: Und so siegen die Deutschen. Een niet boosaardige kwajongensstreek die ook al weer op lange tenen mag rekenen, maar dat terzijde.
Ik zit alleen te mijmeren als Ron Vlaar de eerste strafschop tegen Argentinië nu niet gemist had? Als we de betere tweede helft tegen de ‘Gauchos’ nu eens hadden omgezet in een overwinning? Het had gekund. De wereld had er een stuk anders uitgezien. Wat hadden de Duitsers dan gezongen? Hadden ze überhaupt wel gezongen? Of hadden wij iets vleiends over onze Oosterburen gezonden. We hadden dan in ieder geval kunnen JUICHEN in onze pakjes. Ik wil er maar even niet aan denken. Ik geloof dat het goed is zo.
Zelfkennis is de bron van wijsheid. Met bovenstaande titel doe ik een klein zelfonderzoek waar ik sta in het geheel van voetbal en vrouwen, de motor voor een aangenaam leven van iedere man. Met het schrijven van die aanname weet ik dat ik een grote groep mensen buitenspel zet, om maar in voetbaltermen te blijven. Er zijn genoeg mannen die niet van voetbal houden en er is ook zeker een substantieel deel van de mannen die primair niet geïnteresseerd is in (lekkere) wijven. Gemakshalve ga ik toch maar even uit, zonder excuses aanwendend, van de grote gemeenschappelijke deler. Het is per slot van rekening toch RTL 7 met Voetbal International die propageert meer voor mannen te zijn. Het ultieme uitgangspunt voor een stukje, nu de voorrondes van het WK voetbal klaar zijn.
ORANJE
Een winnende coach heeft altijd gelijk. De ster van Louis van Gaal is dus rijzende en we hopen allemaal dat het nog lang duurt dat zijn ster zal vallen. Hem kennende zal die val met veel geraas en bombarie gepaard gaan. Voorlopig moeten we er maar niet aan denken. Ik moet eerlijk toegeven, ik ben geen fan van onze bondscoach. Ik zie allerlei persoonskenmerken in de man die ook in mijn dagelijkse werkpraktijk regelmatig voorkomen. Het zal wel beroepsdeformatie zijn. Vaak moet ik lachen om de grappen en grollen in VI over de man. Ik zei al, meer voor mannen. Soms denk ik ook, gaan jullie niet iets te ver? Maar goed we zijn allemaal een beetje bondscoach en die azijnpissers van VI nog een beetje meer. Zij hebben bewezen verstand van voetbal. Gaan we het redden? Ik denk dat we een kans maken, hoewel ik dat van te voren niet had gedacht. Is het mooi voetbal? Soms, hoewel ik me de WK van 2010 ook nog goed kan herinneren, dat wil zeggen, ik vond er eigenlijk geen klap aan. Bij de EK wedstrijden onder Van Basten heb ik veel betere herinneringen, hoewel ene Hiddink met Rusland er voor zorgde dat we niet verder kwamen.
Vooralsnog hebben we mooie en spannende wedstrijden gezien, maar het is goed dat we nu naar de echte knockoutfase gaan, want het schaakvoetbal begon te overheersen. Ik heb er zin in.
INCIDENTEN
Naast mooi voetbal zijn er natuurlijk weer de gebruikelijke incidenten. Grove overtredingen worden door sommige voetbalanalytici goedgepraat onder het mom van het is nu eenmaal een contactsport. Anderen verbazen zich over de beperkte schorsingen die menige aanslag slechts oplevert. In dat perspectief mag Suarez niet onvermeld blijven. Ik vind de schorsing in die zin terecht dat het een duidelijk signaal mag afgeven. Waarom de werkgever van de Uruguayaanse voetballer, voetbalclub Liverpool, ook gestraft moet worden, weet ik niet. Een feit blijft dat de recidivist niet goed bij zijn hoofd is. Er zijn mensen die dit gedrag wijten aan zijn achtergrond als jongen van de straat. De president Uruguay ziet zelfs een ‘oorlog’ tussen arm en rijk! Ik weet het niet. Als witte, weldoorvoede penopauzer mag ik niet de pretentie hebben iets te weten van het straatleven in het algemeen en zeker niet over de situatie in Zuid-Amerika. Maar een beetje mensenkennis leert mij dat bijten en spugen toch wel hele primitieve middelen zijn die volgens mij juist in het harde straatleven keihard worden afgestraft. Ik kan het mis hebben, maar als je in de armere wijken van Montevideo of Rio de Janeiro denkt je gelijk te moeten halen met bijten, is de kans groot dat een groter en sterker iemand je finaal in elkaar beukt en als dat niet lukt, zijn er voldoende wapens om je ego te redden door met een mes of pistool de bijter te lijf te gaan. Spugen en bijten levert als tegenreactie volgens mij hele heftige emoties op en moet daarom al gestraft worden. Ook Lama Rijkaard is er begin jaren negentig heel genadig vanaf gekomen toen hij der Rudi (Völler) tot twee keer toe bespuugde. Aan de andere kant heb ik al overtredingen gezien die wat mij betreft net zo zwaar bestraft mochten worden. Ik houd best van een stevig potje (werk)voetbal, maar je tegenstander ongelukkig schoppen mag voor mij een levenslange schorsing opleveren. Ik ben echter bang dat we de komende knockoutfase nog menig (moord)aanslag zullen ervaren. Ook de Nederlanders zullen zich in deze niet als jonge juffers gedragen. Ze schijnen naast het meeste doelpunten inmiddels ook al bovenaan te staan met het aantal overtredingen.
MOOIE WIJVEN
Ik ben de laatste die wil propageren dat voetbal een mannenbolwerk moet blijven. Ik vind het best dat de professionele voetbalorganisatie meer geld steken in het oprichten van een volwassen vrouwencompetitie in Nederland. Aan de andere kant stoor ik me aan de ongeïnteresseerdheid van menig vrouwelijke supporter voor het spel. Zelf heb ik één keer een interland mogen meemaken, Nederland – Zweden, in de aanloop van het EK 2012. Een klinkende overwinning met goed voetbal. Achter mij zaten dames die over van alles zaten te rebbelen, behalve over voetbal of het moet over de sexapeal gaan van bepaalde voetballers. Ze gilden trouwens wel het allerhardst bij de doelpunten. Blijf alsjeblieft weg denk ik dan. Waar zijn al die voetballiefhebbers door het jaar heen? Je hoort ze niet, je ziet ze niet of ze praten met dedain over het Tokkie-gehalte dat op een reguliere eredivisiewedstrijd de tribunes bevolkt om hun eigen cluppie aan te moedigen. Geheel onterecht uiteraard. Maar als voetbal samengaat met Oranjefolklore is toute Hollande in een keer aanwezig. Voor mij hoeft die oranjeleut niet en op de straten is er sprake van veel overspannenheid en hysterie die van mij gestolen kan worden. Ook de tribunes in Brazilië worden bevolkt door hordes vrouwen uit de hele wereld. Ze mogen er zijn hoor, zeker als ze daadwerkelijk van voetbal houden. Maar ik geloof er niets van. Ik kan ze niet tegenhouden en dat wil ik ook niet. Maar waar ik me mateloos aan erger is de televisieregie. Ook bij vorige toernooien is bij de voortschrijdende technische vooruitgang het publiek een wezenlijk onderdeel geworden van het mondiale voetbalvermaak. Maar ik hoef geen mooie chickies uit Costa Rica te zien, ook geen hübsche Mädel uit Duitsland, Oosterse schonen uit Japan of Korea of schoonheidskoninginnen uit welk ander land dan ook. Ik vind het ook vreemd dat ze over het algemeen meteen reageren als ze in beeld zijn. Kijken ze geen voetbal? Volgens mij zitten ze te wachten op hun seconde van mondiale fame. Ik wil zien wat er op het voetbalveld gebeurd. Goed uitzinnige vreugde, meeleven of intens verdriet van supporters geven blijk van het voetbalverhaal. Niet de aanwezigheid van al die mondiale huppelkutten. Er zijn genoeg plekken om mooie vrouwen te zien, bijvoorbeeld op het stand van Rio de Janeiro. Want er is niet voor niets het gezegde dat je naar Rio gaat om je ogen goed uit te wassen aan al dat vrouwelijke schoon op straat. En voor de vrouwen zijn er genoeg plekken buiten het voetbalveld om te genieten van mannelijke torso’s of gecoiffeerde koppies. Ik wil van voetbal geen mannending maken, maar wel een voetbalding.
SAMENVATTEND
Het WK moet gericht zijn op voetbal en het liefst met Oranje als winnaar. Schoonheidscompetities van niet belangstellende vrouwelijke supporters zijn een zieke hobby van een stel geile macho-regisseurs zonder verstand van voetbal. Laat ze die gasten vooral ontslaan. Van mij mag Louis van Gaal wereldkampioen worden, al zit ik niet te wachten op zijn eeuwige gelijk dat onherroepelijk gaat volgen. Bijten, spugen en doodschoppen mogen wat mij betreft strenger bestraft worden. En als Nederland geen kampioen wordt gaat mijn sympathie uit naar Amerika of Costa Rica. En hoe zit het nu met die beloofde zelfanalyse in deze? Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik nog wel lichtjaren ver weg ben van Johan Derksen van VI, maar ook voorvoel ik over twintig jaar net zo cynisch zal kunnen ouwehoeren. De vraag is of ik dat wil?
Eigenlijk had ik het sfeerverslag zo willen beginnen:
,, Net als vroeger op de fiets naar Rohda, voor mijn eigen voetballoopbaan of anders voor het eerste. Peddelend tussen de Pauluskerk en de Paulusschool, de Oude Molenweg overstekend en de Göbelstraat in (die kan op dit moment wel eens prachtig in bloei staan, als de bomen van vroeger er nog zijn tenminste); bij de OBS Westdorp richting het Raalteveld en bij de BK-straat de Hofstedelaan in langs het FRC en via de Zwolsestraat naar het Rohdaveld.”
Maar zo begint mijn verslag niet. Ik zou op de fiets van Duiven naar Babberich gaan omdat mijn partner en jongste zoon naar de puppycursus moesten. Sinds kort hebben we een pup, genaamd Pippa. Maar het ging niet door, dus ik kon met de auto. Meteen greep ik die kans, want ik had geen zin in 10 kilometer tegenwind. Mijn sportieve inslag is groot, maar mijn verslaving aan sigaretten helaas groter. Dus met de auto maar.
Half november had ik de laatste wedstrijd van Rohda in Uden gezien en was onder de indruk. Ook de thuiswedstrijd tegen Alcides deed mij dromen over wedstrijden in Groesbeek het komende seizoen bij de vrienden van De Treffers en Achilles ’29. Ik was heel enthousiast, maar de resultaten in de daarop volgende periode vielen wat tegen. Dus ik dacht op 1 april zal ik maar eens kijken in Babberich wat er aan de hand is.
DE AMBIANCE IN BABBERICH
Aangekomen bij het Sportpark van SV Babberich zag ik dat ik niet de enige was, maar heel veel meer mensen waren er ook niet. Dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Babberich staat bekend om de hechte dorpsgemeenschap en de liefde voor de club was bijna spreekwoordelijk. Gaandeweg de wedstrijd schatte ik dat het aantal ROHDA aanhangers toch zeker op 25%, dus dat moet beter voor een club die op degraderen staat.
Entreebewijs op zak, boekje meegekregen en een euro aan de jongens van de lootjes gegeven en mijn blik viel op het bord van SV Babberich 80 jaar met het prachtige onderschrift van een van Nederlands beste liedjes: ‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder.’ Al deze kwalificaties zullen voor de 80 jarige club van toepassing zijn. Voor deze middag vrees ik dat het huilen wordt en door de luidsprekers klinkt heel toepasselijk: ‘It’s my party and I cry if I want to’. Gevoel voor humor kan ik de clubmensen van Babberich niet ontzeggen.
In de zeer frisse eerste aprilzon nam ik plaats aan de kant van het veld. Het leek wel of de weergoden ook heel goed wisten wat 1 april betekende en dus ons allen een loer draaiden. Helemaal gerust op een goede afloop was ik nog niet vanwege al dat puntenverlies de afgelopen maanden. Dromen over een reisje Groesbeek kan ik voorlopig uitstellen, vrees ik. Naast mij staan een aantal hevig mopperende Babberichers (of Babbersen, hoe noem je die mensen) die hun spelers hartstochtelijk souffleerden. “Mo, je moet dit, Mo, naar voren, Mo, korter erop.” Mo deed gewoon zijn ding. Ook ene Röhmer kreeg er van langs met veel gvd’s. (Misschien moet ik u tussendoor een geheimpje vertellen over de omgeving van Babberich. De plaats is een onderdeel van de gemeente Zevenaar en ligt tegen het Gelders Eiland aan (gemeente Rijnwaarden). Van vroeger uit een stukje door rivieren omsloten Nederland dat bekend stond om het vechten tegen de elementen. De godvruchtigheid van de bewoners was iets minder dan elders in Nederland. Het vloekend vermogen was echter significant groter dan elders. Ik heb inmiddels enige ervaring. Deze middag werd ik er mee geconfronteerd. En ik niet alleen ook ‘Mo’ en ‘Röhmer’.
BABBERICH HOOLIGANS
De passie was niet alleen bij deze toeschouwers aanwezig, ook de keeper van Rohda werd gedurende de eerste helft ernstig geïntimideerd door ‘The Babberich Hooligans”. Ze zongen wijsjes en sprongen op en neer alsof ze in De Kuip stonden. En ik kan het weten, want ik was er gisteravond. Daar moet ik het mijne van weten en liep in hun richting. En inderdaad, zeker drie van de kereltjes waren voor Feyenoord. Dat verbroederde, maar slechts voor even, want toen duidelijk werd dat ik juichte bij het doelpunt van Melvin Velthuis, kon ik maar beter verder lopen. Dit werd mij vriendelijk doch dringend te kennen gegeven.
VOETBALASPEKTEN
O ja, had ik het al over het voetbal gehad? In vergelijking met een klein half jaar geleden was dit Rohda voor mij onherkenbaar. De werklust was er nog wel, daar ontbrak het niet aan, maar de passie leek verdwenen. En erger nog dan dat, de samenhang was weg, alsof er gebrek aan onderlinge communicatie was. Hoe is dat toch mogelijk vraag je je af als passant? De Raaltenaren waren naar mijn volledige objectieve maatstaven beter dan de degradatie-kandidaat. En toch was dat over de hele wedstrijd qua kansen niet duidelijk. Zeker het laatste kwartier dat ingeluid werd met een bal op de paal, was de totale controle over de wedstrijd weg en werd het zelfs nog 2-1 en roken ze in Babberich nog kansen.
En daar waar de communicatie onderling afwezig leek, wisten de spelers van Rohda de scheidsrechter wel verbaal te belagen. Toegegeven, de wedstrijdleiding was niet altijd even sterk. De man in het zwart wist met de emoties van beide ploegen niet goed om te gaan, waardoor de wedstrijd soms onnodig hard was. En van een degradatie-kandidaat is dat misschien logisch, maar een potentiële kampioenskandidaat moet ervoor zorgen dat de regie in eigen handen blijft bij dit soort wedstrijden. Dan zijn de vele overtredingen niet nodig en hoef je je eigen frustraties niet op de scheidsrechter bot te vieren. Hoewel, op het einde werd ik ook boos, het leek het erop dat de scheids door wilde laten spelen tot het moment van 2-2. Gelukkig was het ook voor de arbiter na ruim vijf minuten extra tijd voldoende.
OVERPEINZING
En voor mij was het ook voldoende. Ik pieker me suf hoe als toeschouwer het eerste van Rohda met goede raad bij te staan. Ronald Koeman neemt zijn ploeg mee naar een militaire training op 2 april. Misschien kan Rohda aansluiten en zich bekwamen in het morsen om zo de onderlinge communicatie te verbeteren. Tot die tijd is het vechten en werken, dan zal ik bidden en hopelijk weer bewonderen in de nabije toekomst.
Op de terugweg prijs ik mezelf met de auto te zijn gekomen. Ik rook rustig mijn sigaretje en dan weet ik het. Als Rohda dit jaar toch nog kampioen wordt, theoretisch is het mogelijk, stop ik met roken en kan moeiteloos op de fiets naar Groesbeek volgend jaar, ongeveer 30 kilometer voor mij. Lijkt me een goede deal.
En voor Rohda en Babberich een mooi youtubefilmpje van Ramses Shaffey
Er waren twee opvallende zaken op zondag 18 december 2011 in De Kuip. Allereerst, Feyenoord speelde een fantastische eerste helft tegen de FC Twente. Je zou zelfs kunnen stellen dat de Tukkers van Co geld mee moesten nemen omdat ze hogeschool voetballes kregen, met de daarbij behorende vechtersmentaliteit. De tweede helft was beduidend minder. Ik zou willen dat ik Ronald Koeman hierover wat tips kon geven, maar wie ben ik?
Het tweede opmerkelijke die zondag was de aanwezigheid van een nadrukkelijk Raalters tintje. Natuurlijk, omdat ik, getogen in Raalte, als 1/45.000 deel de twaalfde man was, maar er was meer. Ook heel belangrijk was de mascotte van de dag, een pupil van Rohda Raalte. Een van de grensrechters, ik blijf die term gewoon gebruiken, had zijn wieg in Raalte Last but not least, de reservekeeper van Twente komt van Rohda Raalte. Die werd niet ingezet. Rohda uit Raalte is een goede hoofdklasse club, al heeft dat mezelf nooit een voetballoopbaan opgeleverd. Dat lag niet aan de club trouwens. De goede flow uit Raalte heeft vast een bijdrage opgeleverd voor de wedstrijd.
In de eerlijke verdeling van de wedstrijden met mijn broer, kan ik stellen dat mijn zoon en ik tot nu toe aan het langste eind hebben getrokken. De resultaten van Feyenoord in aanwezigheid van mijn broer zijn tot nu toe iets minder. Dat is sneu voor hem en zijn zoon, maar hij krijgt Ajax en AZ nog, dus er gloort hoop. Mocht het verschil in resultaten bij mijn en zijn aanwezigheid echt significant bestaan, dan moet ik maatregelen nemen. Ik overweeg dan om me aan te melden voor de “Kameraadjes” en te ijveren voor een functie als permanent mascotte. Ik besef dat zoiets geen gezicht is, een belegen 45 jarige buik, maar goed als het helpt.
Trouwens al schrijvend begint zich een idee te ontwikkelen voor de zorgen die er ook zijn bij mij als supporter. De wisselvalligheid is nog aanwezig bij Feyenoord. Het verschil tussen de verschillende wedstrijden is gigantisch. Sterker nog, in één wedstrijd kun je je als supporter in het voetbalparadijs wanen, terwijl even later de afgrond nadert. Waar zal dat aan liggen? Ervaring, vermoeidheid of concentratie? Misschien moet Ronald Koeman eens een alternatieve training voor dit aspect ontwikkelen. Ik heb wel een ideetje, yoga voor de mannen. Lijkt me het proberen waard. Mocht het zover komen, toevallig woon ik samen met een uitstekende yogadocente, de moeder van mijn kinderen. Ze weet bijna niets van voetbal, maar dat hoeft geen beletsel te zijn voor een loopbaan bij een grote voetbalclub, dat is hedentendage te zien bij die gasten van 020. Mijn vrouw zal door een uurtje ontspannende yoga trouwens geen enkele schade berokkenen.
Zondag 18 december 2011, met een goed gevoel terug naar huis, Duiven, nabij de roots van keeper Erwin Mulder. Dit keer met de trein in de wetenschap dat pas half februari 2011 onze beurt weer is. Mogelijk dat Feyenoord zich dan definitief bij de beste 3 heeft geplaatst, misschien al wel meer?
Bijna dertig jaar geleden zag ik mijn eerste, tevens laatste topper van Feyenoord. Vandaag was het weer zover, samen met zoonlief naar De Kuip om ‘de onzen’ tegen PSV te zien spelen. Passend bij de tijd van het jaar zou ik willen beweren ‘Vol verwachting klopt ons hart’. In de wetenschap dat Feyenoord de laaste wedstrijden met pieken en dalen speelt, rijden we optimistisch naar Rotterdam. Het was rustig op de weg, dus binnen vijf kwartier waren we bij De Kuip, ruim op tijd in het stadion. Onderweg bespraken we de wedstrijd. We waren benieuwd of het spandoek ‘Deze wedstrijd werd mede mogelijk gemaakt door de gemeente Eindhoven’ te zien was. Ik vind dat namelijk een leuk spandoek dat aangeeft hoe verschillend gemeenschapsgelden verdeeld worden aan profclubs en daarmee oneerlijke concurrentie met zich meebrengt. Het zij zo, we blijven optimistisch.
Mijn gedachten gaan even terug naar mijn eerste topper, Ajax-Feyenoord in het Olympisch Stadion. Het moet begin jaren tachtig zijn geweest. Heel veel staat me van de wedstrijd niet meer bij, anders dan dat het 1-1 is geworden en dat Ajax kampioen werd. Feyenoord was geen titelkandidaat meer. Ik heb geen zin om het op te zoeken, want ik ben niet echt geïnteresseerd in de jaartallen waarin 020 kampioen werd. Wat me vooral bij is gebleven is de opmerkelijk rol die mijn vader toen gespeeld heeft op de tribune. Toen schaamde ik me als puber kapot, nu vind ik het vooral een onverstandige actie. We zaten vrij vooraan en om de een of andere reden was de logistiek niet geweldig. Steeds meer mensen gingen op de trappen naast ons staan en op een gegeven moment belemmerden zij ernstig het zicht op de wedstrijd. Mijn vader vroeg ze eerst vriendelijk of ze naar hun eigen plaats wilden gaan, hij had immers een half weekloon voor die kaartjes betaald, dus wilde hij wel genieten van de wedstrijd. Een enkeling keek hem stoned aan, maar de meesten van de circa veertig mensen op de trappen, stoorden zich niet aan een opgewonden standje uit het oosten van het land. Op het einde van de eerste helft hield mijn vader het niet meer en deed een laatste ultieme poging en riep: ‘Beste mensen…………(en toen brak zijn geduld en schreeuwde vervolgens) OPROTTEN allemaal.’ Een grote boze man uit de Bijlmer keek hem even vuil aan, vervolgens keek hij naar de ME die vlak voor ons opgesteld stonden, maar geen vinger uitstak naar de drukte en besloot dat zijn joint belangrijker was dan een boer die voor Feyenoord was. Mijn vader heeft het maar zo gelaten, gelukkig. Er was toen nog geen clubcard en als relatief neutrale supporter kon je overal geplaatst worden. Toen kon dat nog, maar echt gezellig was het niet.
Vergeten zelf foto’s te maken, heb deze maar eerlijk gepikt van de site, welke is wel duidelijk.
Dat was het vandaag wel, vooraf, tijdens en zeker na de wedstrijd tegen de Eindhovenaren. Het was spannend, Feyenoord was goed op dreef en liet vooral een heel gezonde portie werklust zien. Vooral dat laatste is volgens mij doorslaggevend geweest voor de winst van Feyenoord, of zoals Koeman het zelf ook verwoorde: ‘Aan beide kanten konden er meer doelpunten gemaakt worden.’ Desalnietemin, een zeer verdiende overwinning met twee mooie doelpunten voor Feyenoord. Langzaam maar zeker klopt Feyenoord voorzichtig aan bij de top van de Nederlandse competitie, de plek waar ze ook horen te staan.
Wedstrijden als die van vandaag kunnen me niet vaak genoeg voorgeschoteld worden. Ik weet niet of het spandoek dat ‘deze wedstrijd mede mogelijk werd gemaakt door de gemeente Eindhoven’ aanwezig was, want de tweede ring is voor mij niet zichtbaar. Een spandoek dat iedere wedstrijd mede mogelijk wordt gemaakt door de 12e man zou niet misstaan in De Kuip. De sfeer was optimaal, de wedstrijd heel spannend en na 90 minuten kwam ik er achter dat ik geen foto heb gemaakt van de wedstrijd zelf. Niet aan gedacht, dus nog maar snel een foto van het bijna voltallige Feyenoord publiek dat bleef na afloop om het team te bedanken. En andersom natuurlijk. Ik verheug me al op de wedstrijd tegen FC Twente. De echte kraker op 29 januari 2012 is helaas voor mijn broer en zijn zoon, want we delen de seizoenskaart natuurlijk eerlijk. Want eerlijk zullen we alles delen, ook de toppers.
Zondagochtend, de neus steek ik even buiten de deur nadat ik het trieste grijs van de dag had aanschouwd. Niet zeuren, je had gezegd naar Uden te rijden voor andermaal een wedstrijd van Rohda Raalte tegen een koploper, ditmaal Udi’19/Beter Bed. Geen woorden, maar daden om maar eens te spreken met de andere voetbalclub die een plek heeft in mijn leven, Feyenoord. Bovendien, de laatste wedstrijd die ik zag tegen Alcides was hartverwarmend en de nummer 3 tegen de koploper is een pracht van een affiche.
Trouwens Udi’19/Beter Bed, ik zelf heb wat moeite met de toevoeging van de welbekende sponsor. Natuurlijk is een goede sponsor niet meer weg te denken, maar om die nu te gebruiken in de clubnaam, mijn voetbalhart gaat er niet harder van kloppen als Rohda Raalte in een keer Rohda Beaphar genoemd gaat worden. Het Raalterse bedrijf is al jarenlang trouw sponsor en ik hoop van harte dat dit tot wederzijds genoegen is, van club en bedrijf, maar het blijft wel gewoon Rohda Raalte, toch!
Bij binnenkomst in Uden is het nog steeds grijs weer, onderweg heb ik de zon vijf minuten gezien. Heel dreigend staan er billboards langs de weg in het Brabantse dorp met ‘Uje Swingt’. Dat is intimiderend, denk ik dan. Zullen de Roodgelen ook weer swingen op het veld? Gelukkig betreft het de aankondiging van de opening van het carnaval in Uden. Als ik aankom op het ruime sportpark, worden de spelers aangekondigd en ik vind mijn plekje tegenover de hoofdtribune onder het scorebord. De Udense pupil van de week truct keeper Ruben Tepperik en dan kan de wedstrijd beginnen, of zoals ze gisteravond in ‘Uje’ deden, swingen.
Voor mij gaan drie heren staan, die een onvervalst Sallands accent hebben. Volgens mij is één van hen ook nog het zenuwcentrum voor de sociale media, want standen werden telefonisch doorgegeven. Ik heb de gehele eerste helft geluisterd naar hun commentaar. Volgens mij begrepen ze het spelletje wel. Ik ken ze niet, maar ze zullen zichzelf wel op de foto herkennen.
Rohda begint sterk, al is het meteen duidelijk dat de Udenaren niet voor niets de koppositie hebben in de hoofdklasse C. In de dertiende minuut is het Melvin Velthuis die voor Rohda het bal opent en scoort. Toen moest Udi’19 wel gaan swingen, ze dringen wel aan, maar echt gevaarlijk wordt het niet tot in de 32e minuut een geweldig doelpunt voor de thuisploeg de wedstrijd weer in evenwicht brengt. En dat evenwicht blijft in de eerste helft. Twee voetballende ploegen, die wel willen spelen, maar heel veel grote kansen zijn er niet. Wel opvallend is wederom de passie waarmee Rohda speelt, maar ook Udi’19 voetbalt om te winnen, met als gevolg regelmatig gevaarlijk spel of verdedigende acties waarbij de spelers aan beide kanten te laat zijn. Menigmaal moeten de verzorgers de spelers bij staan, terwijl de wedstrijd over het algemeen sportief is, lijkt het, nu we het toch over swingen hebben, op de Braziliaanse vechtdans, de capoeira. Braziliaans voetbal is er nog niet, maar van de voetballende capaciteiten van beide teams is er genoeg te genieten. Toch is er reden genoeg om in de rust snel naar de koffiecorner te gaan voor iets warms. Blijken ze ook erwtensoep te hebben, maar er zijn meer mensen die het koud hebben, dus ik grijp achter het net. Maar de koffie is goed en gratis met de verkregen koffiebon. En gratis smaakt vaak lekker, zo Nederlands ben ik dan ook wel weer.
Door het ontsteken van de lampen in de rust wordt het trieste weer zo mogelijk nog meer benadrukt. Op het veld is hetzelfde evenwicht van voor de rust te zien. Beide teams gaan voor de overwinning, maar het eerste doelpunt na rust komt toch weer van Rohda, een kopbal van Thije ten Den. De keeper uit Uden heeft geen kans. Bij een mindere tegenstander is het dan de opdracht om de wedstrijd goed uit te spelen, Udi’19 is natuurlijk gebrand op een gelijkspel, of liever nog meer. Zij krijgen ook nog wel enkele kansen, maar ook het uitbouwen van de voorspong zit er voor Rohda in. Ik denk dat het consolideren van de voorsprong op de koploper vooral een verdienste is van de teamkracht van de Raaltenaren. Dit zorgt ervoor dat het merendeel van de aanvallen (lange ballen van Udi’19) gemakkelijk onderschept konden worden. Bovendien worden de uitbraken van Rohda naarmate de tweede helft vorderde, steeds gevaarlijker. Het doelpunt in blessuretijd door Sander Kok is dan ook niet meer dan logisch. Het doelpunt wordt gevierd alsof ze kampioen worden.
Toen ik de auto opzocht, hoorde ik de spelers van Rohda nog zingen (en swingen). Ik loop nog wel weer eens wedstrijdje mee, mooie dingen staan er volgens mij nog te gebeuren dit seizoen.
Als troost voor de Brabantse lezers van dit stukje en in de wetenschap dat ze echt kunnen swingen, een nummertje van Gerard van Maasakkers.
INLEIDING
Hoe heeft Feyenoord zich ontwikkeld na het dramatische verlies tegen de Hagenezen, het lijkt al weer weken geleden. En het is nog langer geleden dat ik voor het eerst met mijn deelseizoenkaart in De Kuip was. Eind augustus tegen Heerenveen was mijn primeur. Mijn broer en zijn oudste zoon hadden de wedstrijden tegen ADO en De Graafschap en vandaag dus VVV met mijn oudste zoon, die me in de tussenliggende periode van alle ins en outs, belevingen en bevindingen rond Feyenoord op de hoogte heeft gehouden.
Ruim op tijd parkeren we bij metrostation Lombardije. Nu weten we dat we betalen moeten, de parkeerbon van de vorige keer is trouwens nog niet binnen. We lopen mee met de stroom richting het stadion. Onderweg een enorme vuurwerkknal. ‘Als ze dat in het stadion doen, wordt dat weer betalen.’ Ik kijk mijn zoon aan en denk, sommige weetjes weet ik ook wel. Maar anderen blijkbaar niet, want in de twaalfde minuut ging er inderdaad een enorme knal af, dus dat wordt betalen?
Op onze tribune zie ik weinig bekende gezichten. Mogelijk dat meer mensen hun kaart delen met anderen. Mijn zoon en ik hebben er zin in. We gaan beide uit van een duidelijke overwinning, het Haagse drama zijn we al weer vergeten. Zelf denk ik nog aan het advies dat ik aan Ronald Koeman gaf na de wedstrijd tegen Heerenveen, dat hij de spelers duimschroeven mee moet geven. Ik wil daarmee zeggen dat als een tegenstander zwakker is, erop en erover en vooral niet verzuimen de kansen te verzilveren.
HET VIEL NIET MEE
Je hoopt natuurlijk op een spetterende wedstrijd, veel doelpunten en dat VVV als een soort oefenwedstrijd moest fungeren voor DE wedstrijd van volgende week. Het liefst met mooi (werk) voetbal, maar in ieder geval met passie en inzet. En dat viel verdorie tegen. Goed, Ron Vlaar heeft het hele veld wel gezien, Clasie toonde inzet en ook Guidetti stond vaker en sneller vrij dan veel medespelers door hadden, maar toch. 1-0 met rust uit een strafschopp gaf de veldverhouding en het klasseverschil tussen Feyenoord en VVV wel weer, niet het aantal kansen dat Feyenoord heeft weten te creëren. Na het doelpunt was er even wat agressie, maar het waren vooral veel fouten en gebrek aan initiatief in de voorhoede, met uitzondering van Cabral. Maar Cabral is een hoofdstuk apart en daar kom ik nog op terug. Nadat VVV in de tweede helft met tien man kwam te staan, was het duidelijk dat de strijd ongelijk zou zijn, maar met nog twee doelpunten, was het een overtuigende overwinning, maar geen overtuigende wedstrijd. 4-0 tegen VVV en boven Ajax staan in de competitie was in augustus nog de natte droom van menig Feyenoordfan. Vanmiddag is het geen droom, maar de werkelijkheid. En vorig jaar verloren we dit soort wedstrijden, dus ik moet niet lullen, drie punten zijn binnen, en toch……Toch wil ik meer, in ieder geval meer passie en werklust zien en vooral niet dat angstige getik rond de zestien omdat niemand echt het initiatief durft te nemen met uitzondering van Cabral, maar die was vanmiddag ook enkele hele belangrijke lessen uit de basis van het voetbal vergeten.
EEN CABRALLETJE
Samen met mijn zoon vonden we tijdens de wedstrijd het Cabralletje uit. Een Cabralletje staat voor een maximum aan bewegingen met een minimaal resultaat. We zagen ze te veel deze middag, vooral bij Cabral, de uitvinder van het Cabralletje. Er waren voorbeelden te over waarbij een eenvoudige pass op Guidetti of meteen een voorzet in het zestienmetergebied kansen zouden opleveren. Dat zag het publiek heel goed, maar de rechter spits van Feyenoord niet. Hij had wel de ene schaar na de andere in de aanbieding, maar draaide de tegenstander niet dol, vooral zichzelf. Ook het Cabralletje buitenom, dat is een zinloze loopactie richting de cornervlag, waarbij een corner het hoogst haalbare is. Een voorzet werd vakkundig tegen de moegelopen VVV verdediger aangeschopt. Vaak werd het helemaal niets. En ik zal eerlijk zijn, een cabralletje is leuk als er 1 op de 10 tot een prachtig doelpunt leidt, maar een cabralletje is uiterst irritant als het niet helemaal loopt met het team. Er komen zelfs allerlei flauwe rijmpjes in me op, want er zijn veel woorden die rijmen op Cabral. Ik noem er een paar: bal, verval, gebral, vazal, getal, mal.
Beste Cabral
Maak ’t niet te mal
met 100.00 scharen in getal
speel liever op tijd die bal
Ik houd het simpel, want zo’n jonge jongen moet je ook niet kapot schrijven. Het uitfluiten vind ik dan ook jammer, hoewel ik het wel begrijp. Soms is simpel beter, voor jezelf en voor het publiek. Aan de andere kant als het beslissende doelpunt volgende week tegen Ajax via een Cabralletje wordt gemaakt dan gun ik hem weer een oneindige hoeveelheid scharen. Zo ben ik dan ook wel weer, bovendien zal ik dan proberen een heel ander rijmpje te maken.
DE GENERALE
Ze zeggen vaak dat een slechte generale repetitie de beste voorbereiding is op het echte werk. Laten we het hopen. Volgende week zal ik om half één klaar zitten voor Eredivisie Live. Ik hoop dan na afloop van die wedstrijd met een opgelucht hart naar Wijchen te rijden, om de verjaardagen van mijn neefjes te vieren en de seizoenskaart aan mijn broer te overhandigen die op 5 november tegen NEC paraat zal zijn. Nu dacht na de toch wel iets tegenvallende wedstrijd te kunnen eindigen met de woorden: ‘Maar we hebben in ieder geval het boek nog.’ Ik verheugde me namelijk op het boek over Coen Moulijn, maar de rij was zo lang, dat ik vreesde dat we alnog te laat zouden komen en dus weer een parkeerbon. Dat boek heb ik dus tegoed. Trouwens dit is in heel mijn leven de tiende livewedstrijd van Feyenoord en de eerste keer dat Feyenoord won. Alle voorgaande wedstrijden eindigden in gelijkspel als ik er bij was.
Twee voor de prijs van één, dat was het zondag 9 oktober 2011. Een bezoek aan mijn ouders en als toetje de wedstrijd van Rohda Raalte tegen koploper Alcides. De openingswedstrijd van dit seizoen had ik gezien in Lichtenvoorde tegen Longa ’30. Het viel niet mee en via de media heb ik de daarop volgende wedstrijden meegekregen. Tegen Longa ’30 vond ik Rohda te afwachtend en vooral te weinig initiatiefrijk. De tweede wedstrijd werd verloren, maar nadien zijn er drie op rij gewonnen. Voor mij als toeschouwer is er dus hoop op een mooie wedstrijd. Samen met mijn trouwe metgezel, mijn oudste zoon, rijden we naar Sportpark Tijenraan. Een naam trouwens die ik als jeugdspeler nooit heb gebruikt, Tijenraan was voor mij alleen de sporthal. Wie lang niet bij de Rohdavelden is geweest, herkent het echt niet meer. Na 1985 was ik er twee jaar geleden voor het eerst weer en ik moet stellen, het was een mooie accommodatie en dat is het nog steeds en geheel eigentijds. ‘Pa, waar komt Alcides vandaan?’ Ik vertel hem dat ze uit Meppel komen en ik herinner me dat ik in C1 tegen ze heb gevoetbald, ze heetten toen nog MVV Alcides volgens mij. ‘Gewonnen?’ Ik kijk hem aan, trek een laatje herinneringen, in combinatie met bluf, open in mijn bovenkamer en zeg zonder blikken en blozen. “Natuurlijk, 5-3 in Meppel wel te verstaan!’ Honderd procent zeker ben ik niet, maar als keeper herinner ik me een natte regenachtig zaterdag, waarbij me een bal tussen de handen glipte, maar in de rest van de gelijkopgaande wedstrijd een uitstekend herstel. Een van mijn betere wedstrijden in C1.
Bij aankomst kopen we uiteraard een programmaboekje, eentje te vroeg blijkt, want het winnende lot valt op het boekje na ons. We lopen meteen naar het staangedeelte van de tribune aan de linkerzijde van de zitplaatsen. De spelers lopen zich warm, pupillen met vlaggen eveneens en André Hazes zingt over ‘Bloed, zweet en tranen‘. Dat moet ook zeker gelden voor de pupil van de week, Simon Veenhuis. Hij dribbelt net als alle andere pupillen die ik gezien heb heldhaftig naar het doel, schrikt zich te pletter van de keeper, maar gelukkig weet hij in de rebound toch te scoren. En dan……
Dan zie ik een onherkenbaar Rohda in vergelijking met ruim een maand geleden. Wat een gretigheid en compassie etaleert Rohda vanaf de eerste minuut, agressie bij balverlies en de opbouw bij de verdediging is meteen gericht op winst. Ze vinden dat geen Alcides speler iets te zoeken heeft op de helft van Rohda. Het resultaat is er naar want in de 10e minuut scoorde Sahbaz en zeven minuten later was het Thije ten Den die voor de 2-0 zorgde. Als toeschouwer vergeven we de misser van Melvin Velthuis tussendoor omdat hij een goede wedstrijd speelde, dus dan mag je een keer voor open doel missen. Tussen de twintigste en dertigste minuut kwam Alcides terug, kreeg kansen en scoorde de aansluitende treffer. K** denk je als Rohdasupporter, maar het belooft dan wel een heel spannende wedstrijd te worden, het draaiboek voor een thriller ligt eigenlijk klaar om gespeeld te worden. Echter als in de 31e minuut de 3-1 wordt gescoord kunnen die boeken ook weer dicht. Een ander genre lijkt zich te ontpoppen, want de wedstrijd wordt iets grimmiger en het krijgt alle ingrediënten voor een knokfilm al blijft het echte ‘vuurwerk’ nog uit.
Een ruststand van 3-1 schept vertrouwen. Samen met mijn zoon loop ik een rondje om het veld om sfeer te proeven. Ik merk stoeltjes en dug-outs op bij alle velden en zie dat de bosjes bij het oude veld vier, bij het tennispark, er niet meer zijn. Omdat het begint te spetteren, lopen we naar de rechterkant van de zittibune, de plek waar ik de gloriedagen van Rohda menig zondag heb bekeken. We staan bovendien weer aan de kant waar we de Rohdadoelpunten verwachten, hoewel Rohda vroeger het liefst de tweede helft richting de kantine speelde. Ze zullen de tos wel verloren hebben en dat is dan ook het enige die middag. Ook de tweede helft is voor Rohda, al proberen de Meppelaren het nog wel in het begin. Nog een keer komen ze met een prachtig doelpunt uit een vrije trap, maar ze hebben geen antwoord op de wil om te winnen bij de Raaltenaren, die tussen het fysieke tumult ook gewoon hun vierde en vijfde doelpunt scoren.
En tumult is er af en toe met halverwege de tweede helft een heus opstootje, maar tot een echte knokfilm komt het gelukkig niet. In mijn optiek was Rohda mogelijk af en toe een pietsie te gretig, zonder echt smerig voetbal te spelen. Je kunt het ook mannelijk spel noemen en dat komt niet lekker over bij Alcides dat misschien een pietsie gefrustreerd is omdat het de verwachting van de status als koploper deze middag niet waar kan maken. Toch hebben de Meppelaren geen onaardig team, maar het Rohda van 9 oktober solliciteert wel heel nadrukkelijk naar de bovenste plek, misschien wel een treetje hoger nog? Tot de laatste minuut bleven ze knokken en als ze dat de rest van het seizoen blijven doen, dan…….dan zal ik zeker nog eens een sfeerverslagje schrijven in Raalte of elders langs de velden. Misschien dan met de hoeveelheid supporters om me heen die doen denken aan de glorietijden waarbij 1500 voetballiefhebbers langs de lijn geen uitzondering was. Wie weet.
Nauwkeurig bestudeer ik de buienradar en weeronline en kom tot de conclusie dat hedenmiddag de weergoden ons goed gezind zijn, dus besluit ik de openingswedstrijd van ROHDA Raalte te bezoeken. Eenmaal aangekomen kan ik het ‘stadion’ niet missen, want groots wordt de ‘voetbalhoofdstad’ van de Achterhoek gepresenteerd. Om de pretenties moet ik glimlachen en bij de voetbalhoofdstad denk ik nog altijd aan de Superboeren, twintig kilometer verderop. Aan de andere kant begrijp ik dat het nabij gelegen Groenlo met hun stadse fratsen, paars aanloopt van jaloezie en daar is het mogelijk ook om te doen.
Overigens is het complex van Longa ’30 vriendelijk, verzorgd en redelijk bezocht en al zijn het geen Superboeren, het programmaboekje werd wel meteen ondergescheten door de eerste de beste vliegende kip. Over boeren gesproken, ik herinner me dat er vroeger bij ROHDA op de wijs van ‘We’ve got the whole world in our hand’ werd gezongen: ‘Wi bunt een boerencluppie uut Roalte, Wi bunt een boerencluppie uit Roalte, moar wi stoat lekker bôvenan.’
Lang vervlogen tijden, maar waarom zou deze middag de ouverture van een geweldig seizoen niet beginnen in Lichtenvoorde. Bijvoorbeeld door de voormalige eersteklassers eens te laten proeven aan het echte Hoofdklasse niveau. Pretenties? Dat mag in de voetbalhoofdstad van de Achterhoek.
Tussen de feesten door
Zelf ben ik nog wel even bang dat Stoppelhaene nog in de benen zit, maar dat wordt dan mogelijk gecompenseerd doordat Longa ’30 ook al met één been in hun kermis verkeert. Na de aftrap starten twee elftallen die wel willen, maar niet kunnen. Daarbij is het balbezit het eerste half uur net iets meer voor de Raaltenaren, maar om nu te zeggen dat er iets substantieels meegedaan wordt, nee. Het tikje opzij, soms afgewisseld met een lange bal, opzij, weet ROHDA de bal in zijn gelederen te houden. Aandrang om naar voren te gaan, is er niet. Ik doceer mijn oudste zoon dat dit vragen om problemen is. Naast voetbalvisie leer ik hem ook een deugdelijk spreekwoord: ‘Wie wind zaait, kan storm oogsten.’ En zoals het met spreekwoorden is, ze komen uiteindelijk altijd uit of bevatten een kern van waarheid. In de 31e, 32e en 35e minuut kroop ROHDA door het oog van de naald, weer zo’n spreekwoord dat allesomvattend de waarheid in zich herbergt. Dankzij keeper Ruben Tepperik (Jens Veldwachter?) bleef het doel schoon, de Lichtenvoordse storm van bijna orkaankracht, bleef zonder schade voor ROHDA. De kramp in de ROHDA verdediging is het logische gevolg van het ontbreken van aansluiting met het middenveld. Het aantal ballen terug op de keeper was groot en dat is voor Longa’30 natuurlijk het sein dat er iets te halen is. De laatste tien minuten luwde de storm en hielden de ploegen elkaar in evenwicht.
De scheids
In de pauze luisterde ik naar de gesprekken van een aantal autochtone Lichteenvoorders die het niet begrepen hadden op de scheidsrechter. De jongens van Raalte gingen steeds zomaar liggen, het leek nergens op. Nu was het mij ook opgevallen dat er veel onderbrekingen waren, maar om het arbitrale trio daar nu de schuld van te geven, vind ik met al mijn ‘objectiviteit’ zeer ten onrechte. Wat mij opviel is, hoewel de wedstrijd zeker niet hard was, dat de spelers van Longa vaak net iets te laat waren en daarmee onbedoeld op incorrecte wijze op ROHDA spelers stuitten. Niet erg, de handelingssnelheid komt misschien in de loop van het seizoen nog wel, beste collega-supporters van de Achterhoekse voetbalhoofdstad, maar wel even de hand in eigen boezem steken. (Ja, warempel geheel spontaan weer een spreekwoord) In de tweede helft zou het nog erger worden, waarbij de vermoeidheid bij een aantal spelers zorgde dat het aantal onderbrekingen verder toe nam.
Hopen op een geniepige tegenwind
Als argeloze supporter hoop je altijd dat de thee in de pauze vergezeld gaat met een donderpreek. Ik vond het nodig, want in essentie zou ROHDA een maatje te groot kunnen zijn voor Longa’30, het kwam er niet uit. In de tweede helft probeerden de RoodGelen het wel, maar tot echte doelrijpe kansen kwam het niet. En nu ga ik even de zeurkous spelen, je weet wel, van die beste stuurlui die aan wal staan. En met dit vierde spreekwoord meld ik dat ook hier de linies niet aansloten, drie eenzame aanvallers kwamen tot de achterlijn of richting het zestienmeterlijn gebied zonder ondersteuning. En ik zit niet uit mijn nek te lullen, want de eerste en enige echte goede kans van ROHDA was in de 62e minuut een schot op de paal (van nummer 9, volgens mij Dirk Jan Klijn Velderman) De kans was vooraf gegaan door opkomende middenvelders waardoor het spel over meer schijven gespeeld kon worden. (Tjemig ik zou zomaar coach kunnen worden) Met de inbreng van de nieuwste aanwinst Teje ten Den op rechts bleef er nog even dreiging komen, maar van een echter Raalter Wind was zeker geen sprake. Als supporter hoop je stiekem nog op een geniepig doelpunt, onverwachte tegenwind. Schietgebedjes mochten niet baten, sterker nog, op het einde waren de beste kansen voor Longa’30 waarbij Django Ngutra (5) de Allesbestierende op zijn blote knieën mocht bedanken dat hij slechts geel kreeg.
Een matige openingswedstrijd, waarbij ik nog net durf te zeggen dat een gelijkspel een terechte uitslag is, maar het blijft met vuur spelen als er zo weinig initiatief wordt genomen, terwijl de tegenstander wel de mogelijkheden biedt. De weergoden hielden hun woord, de voetbalgoden in Lichtenvoorde lieten het afweten. Misschien een volgende keer wanneer ik mijn oude cluppie weer eens bezoek, gaat het beter. Of is het roeien met de riemen die je hebt.