Rondje persoonlijke nostalgie in een modern jasje

Vanmiddag in de auto hoorde ik flarden van een interview met Maroesja Lacunes. Maroesja Wie!!! (Nu volgt even een hele flauwe woordspeling.) Maroesja Lacunes. Ik kende haar niet, dacht ik. Maar ze was, of eigenlijk voor mij nog steeds is, de tovernaarsdochter van TiTa tovenaar. Een lacune in mijn culturele kennis, ik geef het toe.

Het is vijftig jaar geleden dat de eerste aflevering van TiTa Tovenaar zo vlak voor de klok van zeven uur op tv verscheen. Ik zat net goed een maand op de ‘grote school’ dus de eerste klas. Ik voelde mij heel stoer, maar keek wel TiTa Tovenaar met Ton Lensink als de Tovenaar, maar vooral naar Tika zijn dochter dus. Hoewel er bij mijn weten absoluut geen sprake was van in de weg zittende hormonen, was ik op zesjarige leeftijd best wel verliefd op Tika. Op Maroesja Lacunes weet ik nu.

Voor de mensen van na 1972, die tijd was al best wel heel modern met televisie en een jeugdcultuur, maar het was voor jongetjes en meisjes van 6 jaar ook nog heel overzichtelijk. Op de nationale televisie was er vlak voor bedtijd altijd vijf minuten ontspanning voor de jeugd. Van 1972 tot 1974 was dat dus TiTa Tovenaar. Ook Paulus de Boskabouter en de Fabeltjeskrant hadden de opvoedende functie dat als het programma afgelopen was, moest je tandenpoetsen en naar bed. Douchen hadden we voor die tijd al gedaan, want anders geen TiTa Tovenaar.

Voor de mensen van mijn leeftijd haal ik even wat namen op voor de nostalgie. Je had de grobbebollen en Tato de aap. In het dorp waar Tika nog wel eens moest zijn had je in mijn herinnering het deftige heertje, maar ook het boertje. Het boertje was nogal  eens verbaasd over de toverkunsten die hij niet begreep maar hij sprak de zelfhypnotiserende woorden uit: Doodgewoon als een bruine boon. Ik heb deze uitspraak nog lang als levensmotto gebruikt, als het me uitkwam tenminste.

Het zal hele volksstammen niets zeggen, maar het is waar ik mee grootgebracht ben. Toen het intro liedje werd gespeeld op de radio kon ik de woorden gewoon meezingen.

Mijn vader is een tovenaar

Het is echt, het is heus

Het is raar maar waar

Een Tita Tovenaar

Het is raar, het is raar, het is raar

Hij heeft het ook aan mij geleerd

Maar soms gaat het wel eens verkeerd

En gaat het niet zoals ik wil

Dan doe ik dit

En alles staat stil

Tika klapte dan in haar handen en papa tovenaar moest dan heel snel mopperend optreden om de fouten te herstellen. Geloof me, ik had niet eens zoveel met magie en wonderen, maar Ti Ta Tovenaar was geweldig niet op de minste plaats door Tika.

Inmiddels zijn we vijftig jaar verder en nostalgisch moet ik denken aan de mogelijkheid om alles stil te laten staan. Dat zou kansen geven zeg. Ik denk aan Poetin die zijn oorlog kan terugdraaien, aan Vera Bergkamp die de afgelopen dagen ook wel eens gedacht moeten hebben, was Tika er maar. Dat geldt natuurlijk voor een heel arsenaal aan laffe politici in haar slipstream. Zou Khadija Arib Tika kennen? Ze had er mogelijk baat bij gehad. Jammer, want voor haar had ik graag alles even stil willen zetten. Ze was de reden om na veel twijfel nog steeds op de PvdA te stemmen.

Plaatjes en Kletspraatjes: De Catwalk lonkt!

Met kleding kopen ben ik heel gemakkelijk. Binnen een minuut weet ik wat ik wil, en vooral wat ik niet wil. Ik moest een broek. Maar ik was nu niet alleen en dan wordt het in de regel iets gecompliceerder. Mijn ongelooflijke koopsnelheid wordt dan geremd door ,,O dit is leuk!, of dat kan absoluut niet! of nog erger ,,Dit is helemaal in!” Vooral die laatste opmerking slaat bij mij helemaal dood. Als ik twee jaar geleden een broek mooi vond, dan vind ik het nu nog steeds mooi ook al zeggen ze op TikTok, in Milaan of het modeblad KNIP dat een broek die ik mooi vind zo 2021 is, dan word ik recalcitrant. Natuurlijk ga ik niet in een wijde rode tuinbroek uit de jaren zeventig lopen. Niet omdat het uit de jaren zeventig is, maar omdat ik niet van een wijde rode tuinbroek houdt. Nu niet, tien jaar geleden niet en over 20 jaar nog steeds niet.

Na twee winkels had ik er al genoeg van, maar gewillig liet ik me meevoeren naar nog een winkel. Ik moest nog steeds een broek. Een vriendelijke dame met winkelpekinees monsterde ons en schatte ons in. ,,Ik wil een broek.” Ze trok mijn polo een beetje omhoog om te kijken welke maat ik had. Samen kwamen we uit op maatje 36, of maat 36 zo u wilt. Ze legde me uit dat ze ieder klant qua postuur vergeleek met haar echtgenoot en ze  zat er zelden naast. De eerste de beste broek die ze pakte beviel me. Ze wees me voor de zekerheid nog op een artificiële beschadiging. Ik kon er mee leven, modieus of niet, zolang er maar geen gat in zit. Hij paste, zat lekker en eigenlijk een beetje te lang. Maar geen nood, de mode schrijft voor dat het omslaan van de broek in is. Mijn recalcitrante ik wilde reageren, maar och. Ze bracht het vol overtuiging en mijn eega was blij met een medestander om mijn eigenwijze modebeeld een beetje bij te schaven. En toen kwam het, hoe ze het wist weet ik niet, maar ze wilde me een wit overhemd laten passen. Om te laten zien hoe je die, ondanks wat welvaartsproblemen rond de navel, goed kunt dragen. Ik houd van witte overhemden. Netjes met het overhemd in de broek kwam ik aan paraderen. ,,Nu moet ik even met de hand achter je broekrand, vind ik niet erg hoor!? Mijn hele Victoriaanse inborst protesteerde, maar allez, mijn vrouw was erbij dus ik voelde me veilig. Mijn mouwen werden eigentijds in orde gebracht, een paar kekke schoenen voor het plaatje, een bijpassende riem en twee kettinkjes om het zaakje te complementeren.

En het plaatje kwam. Mag ik een foto maken voor Facebook en Instagram? Dat is een slimme zeg, je geeft de eerste de beste Sallandse boer het gevoel dat ie fotomodel is en hij wordt zo toegeeflijk als wax. Ik zei al, de dame monsterde ons en heeft dat goed gedaan. Ik een meegaand type en mijn vrouw die met mij als lijdend voorwerp graag wat mode-educatie in mij wilde pompen. Met een belangrijk deel van de outfit liepen we de winkel uit en we hebben ook de foto’s nog. Al met al een geslaagde vakantiedag en stof tot nadenken om mijn loopbaan misschien nog een andere draai te geven. Wie weet word ik nog wel een modepoppetje, of modepop zo u wilt.

Zelfcensuur op mijn eerste vakantieavontuur met de Grutto!

Waar dit blogje naar toe moet gaan, ik heb nog geen idee. Het kan een eerste verslag zijn van een geslaagde vakantiedag thuis. Of misschien wordt het wel een filmrecensie. Mogelijk evolueert het tot een maatschappij kritisch stukje, hoewel voor de hits is dat niet zo slim. Mijn lezerspubliek opteert voor luchtigheid en niet nog een meninkje in de mêlee van andere meninkjes. We zullen wel zien.

Omdat we niet meteen weg gaan in onze vakantie, besloten we om de dagen niet in landerigheid te ver-rommelen ondanks de hitte. De warmte weerhield ons ook al van allerlei projecten en projectjes waar we ook geen reet zin in hadden. Het was dus een uitstekend idee om naar de film te gaan in misschien wel het mooiste filmhuis van Gelderland, namelijk Zevenaar. Sinds ik eind mei een voltreffer heb gemaakt op mijn mobiel van een grutto, ben ik fan. Zeker met de wetenschap dat de vogel in 2015 is uitgeroepen tot de nationale vogel van Nederland. En sinds vandaag begrijp ik waarom.

In de prachtige docufilm van Ruben Smit wordt uiteengezet wat de grutto bindt aan Nederland. Hoe dit in de loop der eeuwen is toegenomen, maar de laatste decennia weer minder wordt, met name de door de intensivering van de landbouw ondanks de ondersteuning van veel boeren om achteruitgang van de soort tegen te gaan. De kijker wordt vanuit het perspectief van de grutto meegenomen van Estland naar Nederland, vanuit Senegal op de tocht terug naar Nederland via Portugal en Frankrijk. Maar ook de IJslandse Grutto komt ter sprake. Op IJsland wordt door klimaatverandering, een vroeger beginnende lente de omstandigheden voor de Grutto steeds beter. Het is vergelijkbaar met Nederlandse omstandigheden tot 1980 wat van Nederland een typisch gruttoland maakte. Ik vond de documentaire af en toe thrillerachtige moment hebben. Hoewel, je kan de documentaire ook bekijken als een jaardagboek van de vogel in alle seizoenen en tijdens zijn reizen. Het altijd maar doorgaan van het leven, oftewel het petermobilé van de grutto. Tegelijkertijd word je geconfronteerd met de klimaatsveranderingen die het leefgebied van de grutto sterk doen veranderen. Het altijd maar doorgaan van de grutto is dus helemaal niet zo vanzelfsprekend. Voor een vogel die de status heeft van nationale vogel in Nederland zou dat heel jammer zijn.

Grutto van Ruben Smit, Gouden Kalf winnaar heeft van onze eerste vakantiedag een geslaagde dag gemaakt. Het is dus een beetje een filmrecensie geworden met een licht maatschappelijke kritische ondertoon. Bovendien waande ik me als klompenpadwandelaar anderhalf uur in de weilanden zonder last te hebben van de tropische hitte. Grutto! Een aanrader.

Naschrift:

Nu kan ik het hierbij laten, maar niet zonder de vermelding dat ik het verslag nog veel spannender had kunnen maken. Tijdens de film had ik uit voorzorg een paar foto’s gemaakt ter opleuking van dit blogje. De reacties van mijn huisgenoten waren van bijna hysterisch tot opperste verbazing. Ik zou me schuldig maken aan diefstal door een eigen kiekje in het donker te gebruiken voor dit blog!!! Belachelijk natuurlijk, maar ik ben er van overtuigd dat om hun gelijk te krijgen ze me nog zouden aangeven. In mijn recalcitrante bui zag ik er wel een leuk verhaal in. Dat ik ontboden wordt op het politiebureau omdat ik de foto’s niet van mijn blog wil halen in verband met de auteursrechten. Zou misschien leuk zijn geweest, maar ja, het is niet alleen mijn eerste vakantiedag. Ik ben gezwicht voor de druk. Mochten mensen bovenstaande foto van mijn hand willen gebruiken. Ga gerust je gang. Het is leuk dat je me daarbij noemt, maar wil je dat niet, ook goed. Ik heb toch geen zoekmachines om dat te traceren. De grutto, zeker deze van mij, is van iedereen toch?

O sétimo dia: De restjes van een week?

De laatste vakantiedag kan beginnen. Ik zit op het bankje op het erf en kijk naar de sinaasappelboom. Ook constateer ik dat de zon nog even moet werken om de lucht weer strak blauw te krijgen en het waait behoorlijk, dus een pietsie hooikoorts, ook hier. Maar de temperatuur is aangenaam en ik drink mijn eerste bakkie leut voor dat we gaan ontbijten. Ik sprak deze week al eerder over de weelde van alle sinaasappelen die maar op de grond vallen en waarmee niets gedaan wordt. Maar zo’n boom staat er niet voor de consumptie, maar voor de toerist natuurlijk. Die kan het thuisfront lekker maken met de rustiek van Portugal die uit deze foto door het scherm spat. Echte engerds maken er ook nog een blogje van. Wat zal de dag vandaag brengen? We gaan naar Lagos aan de Zuidkust. Schijnt een mooie stad te zijn. Mijn herinnering laat me in de steek of we nu in Lagos of Portimão zijn geweest vijftien jaar geleden. We gokten op Lagos, maar we hadden het mis. Lagos was het product dat iedere vakantieganger die dat niet wil toch één keer meemaakt, je wordt toerist. (Ik weet echt wel dat ik dat zeven dagen ben geweest hoor, ik ben ook niet gek dus laat me lekker in die waan op de berg) Ons lukt het vaak om iedere vakantie toch één keer in de toeristenfuik te stappen. Vandaag was dat Lagos. Geen aanrader en bij een langer verblijf dan 2 uur slaat de misantropie toe, zelfs in de vakantie. Dus maar weer snel terug naar huis, naar de berg en onze tuin met sinaasappelboom. Bij het schrijven van het blog besefte ik dat ik niet eens een foto in Lagos had gemaakt.

Op de berg nam ik een kloek besluit toen we in de middagrust werden opgeschrikt door de vallende sinaasappels. Back to basic en leven met de natuur, ik ga onszelf trakteren op een overheerlijk glaasje sinaasappelsap, suco de laranja van eigen bodem. Mag vast wel van de eigenaar, hij heeft bij de keukenuitrusting niet voor niets een citruspers. Een man en man, een woord een woord.

Waar gewerkt wordt, vallen spaanders.
Voor niets gaat de zon op, voor een eerlijk product zonder toegevoegde suikers waren 35 apelsienen nodig.
Aan reclame en marketing hoef ik niets meer te doen. In vijf minuten (30 dus) vers van de boom, vers in het glas.
En binnen een tel bij de consument: Proost op een geslaagde vakantie.

En morgen de terugreis. Ik weet niet of er nog een afsluiting komt, dat zien we morgen wel weer. Ik heb één goed voornemen en dat is dat als mijn enthousiasme voor de terugreis een kwart is van de reis naar Portugal, ik tevreden ben. Als dat lukt, ben ik een blijvende blije Dodo.

Eerder verschenen in deze reeks:

O primeiro dia: Vind ik me toch zomaar terug in de Algarve. Errug

O sedundo dia: Back to the future.

O terceiro dia: Boven op de berg

O quarto dia: De dag van Portugal

O quinto dia: Daar is ie….Het klompenpad op zijn Portugees

O sixto dia: Mijn liefde voor de zee

O sexto dia: Mijn liefde voor de zee

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, ik heb een haat-liefde verhouding met de kust en de zee, waar ook ter wereld. Met name de strandcultuur staat me tegen. Het is kijken of gezien worden door allerlei hippe types met cocktails in protserige strandpaviljoens. Bakken in de zon heb ik ook altijd al een heel merkwaardige hobby gevonden. Ik ben niet zo’n gebronsd type, nu niet en ook 25 kilo geleden niet. En toch vind ik de zee mooi, machtig en rusteloos intrigerend. Ik herinner me levendig het wegdoezelen op het strand, met de zee op de achtergrond waarbij geluiden van spelende kinderen en jongens en meisjes die wel gezien willen worden langzaam wegvagen.

Ruim vijftien jaar geleden hadden we een fijne gezinsvakantie in de Algarve. Ik was toen gecharmeerd van het kustlandschap in het Zuidwesten van Portugal, zowel de kust als de weg ernaartoe. Deze herinnering bleek geen hersenspinsel te zijn, want ook nu, op weg naar de Atlantische Oceaan vond ik de kronkelige bergweggetjes als ook de baaien langs de kust erg mooi. Maar wat ik ook nog heel goed weet dat we bij zo’n baai met twee overenthousiaste jongetjes arriveerden (9 en 12) en ze waren niet te houden bij het zien van de hoge golven. De zee heeft hier niet alleen hoge golven, maar is ook behoorlijk koud. Zelf wijs ik al het zwemwater onder de 25 graden systematisch af als zijnde pure marteling en zelfkastijding. We hadden weliswaar geen surfbenodigdheden, maar ze wilde het water in. Van het ijskoude water hadden de jongetjes pas na 25 minuten last, zelf had ik het na 1 minuut al helemaal gehad, maar ja er is zoiets als vaderverantwoordelijkheid want de zee was wel zeer ruig. Het was zeker geen hoogtepunt in mijn leven, maar als vader was ik wel een held voor zolang het duurde. De schoonheid van de zee alhier is me ondanks dit trauma wel bijgebleven.

Het voorstel om op zondag met zijn tweeën richting de zee te rijden werd met algemene stemmen aangenomen. Ik had er zelfs een zwembroek voor gekocht al wist ik echt wel dat ik de zee niet in zou duiken. Zelf had ik romantische ideeën om er om negen uur al te zijn, het was slechts drie kwartier rijden. Het liefst wilde ik er om half acht al zijn, maar de haalbaarheid van dat plan was bij voorbaat kansloos. Ondanks dat we om half negen wakker waren, lukte het ons ook zonder kinderen pas om rond kwart voor elf te vertrekken. Met nog even tanken arriveerden we om 12 uur bij Praia da Arrifana. Nu moeten we dat natuurlijk wel even in de juiste context plaatsen. Ons eerste gezamenlijke uitje was in januari 1991 naar Amsterdam. We sliepen op de studentenkamer van mijn broer in Uilenstede. Anne Frankhuis was ons eerste geplande museumbezoek. Om kwart voor vijf arriveerden we ter plekke, een kwartier later was het Anne Frankhuis gesloten. Lekker dan, maar ruim dertig jaar later zijn we wel mooi vijf uur eerder op de plek van bestemming. Progressie lijkt me dus, maar dit ter zijde. We hadden een half uur eerder kunnen vertrekken ware het niet dat mijn lief nog een gedichtje moest maken over ooievaars die we gisteren hier vlak in de buurt in grote getale hebben gezien. Heel mooi, maar was dit nu het uitgesproken moment? Kunst laat zich niet dwingen natuurlijk.

Ik wist
Niet
Waarom
Ooievaars
Klepperen
 
Nu
Weet ik
Het wel
Ze tonen elkaar
Hun Liefde
 
Laten
Wij ook
Vooral
Met overgave
Klepperen

Dat dus, Klepperen vandaag. Om twaalf uur zagen we inderdaad een lieflijk strandje van boven op de rotsrand, een lieflijk surfstrandje, maar ik zei het al, ik ben geen strandjongen en al helemaal geen surfjongen. Fysiek ben ik er niet toe in staat, ik heb geen half lang geblondeerd haar of een kek knotje op mijn kop en de zonnebrandcrème van factor 100 of meer hadden we niet bij ons toevallig. Ook ontbeer ik een buitenissig grote tattoo om te showen bij het aan- en uittrekken van het surfpak. Bovendien, over surfpakken gesproken, zo te zien hebben ze die niet in mijn maat. En mocht er een XXL pak te koop zijn, dan word ik echt geen jongen die graag gezien wordt/wil worden op het strand. Ik zei het al, ik ben geen strandjongen.

Maar dit allemaal bij elkaar mijmerend hoor ik de golven hun hypnotiserende mantra bulderen en de stemmen verstommen. Misschien moeten we in het najaar toch maar eens een weekje boeken in de Algarve, een huisje aan de kust. Zal maar eens flink klepperen de komende tijd.

Eerder verschenen in deze reeks:

O primeiro dia: Vind ik me toch zomaar terug in de Algarve. Errug

O sedundo dia: Back to the future.

O terceiro dia: Boven op de berg

O quarto dia: De dag van Portugal

O quinto dia: Daar is ie….Het klompenpad op zijn Portugees

O quinto dia: Daar is ie……het klompenpad op zijn Portugees.

Ik ben er nog niet uit hoe ik het klompenpad ga noemen, maar de voorlopig werknaam is ‘Caminho de obstrucão’ Andar pela casa oftewel Klompenpad Wandeling rondom huis, circa 1 km in Monchique.

Het is eindelijk zover, klompen aan, rugzak op en gaan. Ik had de schutkleur van de Portugese lucht als klederdracht genomen. Verder zonnebril, zonnebrand en genoeg water bij me om de buurt te verkennen, want het is me wel duidelijk dat, hoewel het aantal buren schaars is, ze onmiskenbaar direct of indirect te maken hebben met de landbouw, dus het basismateriaal voor een klompenpad. En net zoals bij veel Nederlandse klompenpaden, val je vaak van de ene verrassing in de andere en is het er over het algemeen rustig. En de mensen die je tegenkomt zeggen vriendelijk Bom Dia. In dit geval was het mijn partner die de 36 graden Celsius iets te veel vindt voor een gezonde wandeling en onder de boom bleef lezen. Ik kwam in deze Caminho de obstrucão twee keer over ons eigen boerenerf.

En dan denken wij het alleenrecht te hebben op de geuzennaam Kikkerlandje, maar nee hoor, na nog geen 50 meter wandelen een heuse pad (sapo) op het ‘Andar pela casa’ Je verzint het niet. Even verder wilde ik nog wat landbouw geheimen ontdekken, want tot mij verbazing waren er overal kleine en iets minder kleine aardappelveldjes. Ik wilde een stukje rots beklimmen om nieuwe ontdekkingen te doen, maar mijn evenwichtsvermogen is iets uit vorm en ik had mijn niet meelopende eega belooft me niet te gedragen als een jonge God living on the edge. Ondertussen had ik wel gezien dat er plukjes wijnranken waren, naast de citrusvruchten en zag ik ook pruimen- en kersenbomen waar ogenschijnlijk niets mee gedaan werd. Misschien dat de vrienden van Caroline van der Plas hier nog een sinaasappeltje kunnen schillen om de boerenstand te verheffen in een eco-neutrale organisatie. Ik vind het zonde van al dat verloren fruit. Maar ik heb er dan ook geen verstand van, niet hier, maar ook niet in Nederland. Ook daar vind ik de Randstedelijke kijk op landbouw op zijn minst eigenaardig. Goed, ik heb er geen verstand van, wel van klompenpaden, dus ik vermaak me verder kostelijk.
Geheime kleine aardappelveldjes
Terwijl ik langs natuur, boerenlandschap en landweggetjes loop, zie ik het mondaine Monchique op de achtergrond. Een doorkijkje op zijn tijd is ook hier de charme van een klompenpad.

De tevredenheid als de finish in het zicht is net zo’n overwinning als in Nederland, dus bij het zien van de eindstreep, snel de klompenpas er nog in. Oost, west, thuis best. In Nederland is het dan je klompen bij de deur en een kop koffie, hier gaan we voor een koude douch.

Voor de precieze route verwijs ik naar mijn Komoot app onder de naam Vincent ID Sprakeloos. Ook alle 350 foto’s zijn er te bewonderen. Echt waar.

Eerder verschenen in deze reeks:

O primeiro dia: Vind ik me toch zomaar terug in de Algarve. Errug

O sedundo dia: Back to the future.

O terceiro dia: Boven op de berg

O quarto dia: De dag van Portugal

O quarto dia: De dag van Portugal.

Het is vandaag de dag van Portugal, een nationale feestdag alhier. Welke revolutie wordt herdacht? Ik wist het niet. Maar even googelen en dan blijkt het te gaan om een literair held, namelijk de dichter Luís Vaz de Camões wiens sterfdag vandaag herdacht wordt. Ik wist al wel dat de Portugezen een hyperbeschaafd volkje zijn. Geen koninklijke bobo’s die ter verhoging van de feestvreugde WC-potten werpen. Nee, niets van dit alles. Omdat als gast in dit fijne land ik een beetje aangepast gedrag wil vertonen, besloten we gewoon lekker thuis te blijven. Ja op de berg is al thuis, en op onze eigen wijze dragen wij bij aan de dag van Portugal. Omdat ik in eerste instantie dacht aan de Anjerrevolutie van 1974 die vandaag herdacht werd, wilde ik iets met bloemen en planten doen. En zo geschiedde, al wordt er een dichter geëerd vandaag, de Portugezen zullen mij niet kwalijk nemen dat ik hun zeden en gewoonten nog niet helemaal in mijn poriën heb zitten. Ik gooi in ieder geval geen plee van de berg.

Ik koester warme herinneringen aan de biologieweek in mijn verre verleden als middelbare scholier. Een biologieweek in Zuid-Limburg in de vijfde klas vind ik om meerdere redenen nog steeds het hoogtepunt van de middelbare school. We moesten al een herbarium maken van vijftig planten en o wee als er een beschermde soort bij zat dan was je zuur. De afsluiting was drie dagen wandelen in het Geuldal met de apotheose een overhoring van de 150 soorten die we gezien hadden. Sinds die tijd is de belangstelling voor plantjes en vooral determineren gebleven, maar lui als ik ben, heb ik er nooit iets mee gedaan. Tot vandaag, om de Portugezen niet in de weg te lopen, heb ik het determineren opnieuw opgepakt, maar wel in een eigentijds jasje natuurlijk. De anjer ben ik niet tegengekomen, maar in onze tuin een keur aan bloemen en planten. Ik deel ze graag me u, mede mogelijk gemaakt door de App PlantNet

1. Nerium Oleander (L), in gewoon Nederlands gewoon Oleander. De kans wordt door de App als 99% gegeven dus daar ga ik maar vanuit. De Oleander ìs natuurlijk Zuid-Europa.
2. Citrus sinensis (L) ofwel de Sinaasappel. De App gaf de kans dat dit de juiste benaming was op 19%, ik durf het aan dat dit goed is al zullen er vele soorten sinaasappelen zijn.
3. Citrus Limon (L) met als ‘Nederlandse benaming’ Bergamot. De kans dat dit het is, zou 24% zijn. Met mijn beperkte kennis van citroenen durf ik het aan, dit is de citroen.
4. Abutilon megapotamicum, de App zegt 99% en het bloemetje krijgt als werknaam in het Nederlandse taalgebied mee Belgische Vlag. Ik besluit geen flauwe Belgen- of voetbalhumor ten toon te spreiden.
5. De kans dat dit de Mandewilla sanderi is, ofwel de Mandevilla is 37%, maar ook een aanzienlijke kans is dat het de Chileense Jasmijn (Mandevilla laxa) is. Aan mij is geen echt onderzoeker verloren gegaan, maar hier wilde ik nog wel even checken wat de App zegt over het blad. PlantApp oordeelt dat dit de Chileense Jasmijn is en dus nu voor mij ook de rest van mijn leven.
6. Dit is de Hemerocallis Lilioasphodelus (29% kans) ofwel de Gele daglelie. Maar het kan ook de Lilium Bulbiferum zijn. (27% kans) en dan noemen we het in het Nederlandse taalgebied de Roggelelie. Omdat ik deze thuis ook in de tuin heb, wilde ik het wel even zeker weten, dus nader bladonderzoek is vereist. Toen stuitte ik op een probleem waar ik in 1983 in de vijfde VWO geen weet van had en nu ook niet weet wat ik er mee moet. Het bladonderzoek geeft aan dat dit voor meer dan 30% zeker de Bruine daglelie is????? En nu? geel of bruin, maar mag ik met mijn lelieblanke huid hier wel een oordeel over vellen?
7. Dit is de Erica arborea. (34%). Als alternatief wordt gegeven de Rosmarinus officinalis (19%). Het is dus geen rozemarijn want geen geur besluit ik. Op de Dag van Portugal is dat jammer, want een van de mooiste fado’s van Amàlia Rodrigues bezingt een hoofdrol voor de rozemarijn (Um cheirinho à alecrim) in het portugese huishouden. Maar hier niet in de tuin.
8. Limonium Sinuatum oftewel Bochtig Lamsoor. De Plantapp is hier 98% zeker van.
9. Bougainville. Er worden 2 soorten gegeven, de een 51% en de ander 46%. Het zal me een rotzorg wezen welke het is, iedere keer word ik weer verrast door het palet aan kleuren de Bougainvillea heeft.
10. Campanula Lusitanica, in het latijn is dat voor 73% zeker. Er wordt geen Nederlandse naam gegeven of je moet tevreden zijn met 9% kans dat dit de Tuinlobelia is. Ik ben er niet voor, dus misschien dat de mensheid voor dit kleine lilla ding nog een Nederlandse naam mag verzinnen?

Al met al een heerlijke vakantiedag. Zon, rust, een hobby bij de hand pakken en lekker oude herinneringen de revue laten passeren over de Biologieweek in 1983. En lekker onzin verkopen in blogvorm, wat wil een mens nog meer. Als afsluiter hieronder, dat is de Monsterica deliciosa oftewel de Gatenplant, ook zomaar binnen 10 meter van het terras in Monchique.

O terceiro dia: Boven op de berg……

Boven op de berg daar woont Sinterklaas helemaal niet. Al zou je het haast denken. Het is heel warm, de appeltjes van oranje hangen bij de alom bekende schoorsteen, maar geen Sinterklaas te bekennen hoor. Samen met mevrouw Sprakeloos woon ik hier de komende vijf dagen. Geweldig. Een huisje met alle moderne voorzieningen die een mens nodig denkt te hebben bij de hand, geen buren op gehoorsafstand en slechts de honden die met elkaar door de bergen heen communiceren. En uiteraard de vogels, insecten en kikkers. Ik ben benieuwd wat we de komende uren nog aan ‘wilde dieren’ zullen tegenkomen. Naast de noodzakelijke hedendaagse voorzieningen om een flauw stukje te schrijven, voor het optimale Sinterklaasgevoel ook de appeltjes van oranje en een heuse schoorsteen dus.

Ik ben hier net en ik wil nu al niet meer weg, ik heb mijn stek gevonden. En als Sinterklaas onverhoeds toch langskomt, Spanje is immers niet zo ver weg, is hij van harte welkom. Het huis heeft nog een tweede slaapkamer met twee bedden. Dus zijn, dinges die geen knecht meer genoemd mag worden en zeker niet zwart is, maar alle kleuren kan zijn, in Portugal bijvoorbeeld blauw naar de luchten, al mag die ook hier best rood, oranje of gevlekt zijn……. nu, die medereiziger van Sinterklaas is ook gewoon welkom. Wordt vast gezellig en ze kunnen me waarschuwen als het te gezellig wordt op de berg en mijn nek echt begint te schroeien en toch zwart wordt, want dan heeft Sinterklaas toch weer een zwarte metgezel voor de komende dagen. De marketingafdeling van het Sinterklaasjournaal moet in dat geval overuren draaien.

EEN TOTAAL NIET TER ZAKE DOENDE EPILOOG

Hoewel dit geen redneck is, het heeft tegenwoordig zo’n negatieve connotatie. Je wilt het niet zijn, maar ook niet hebben. Ik heb het even gegoogeld, maar de term redneck heeft best een roerige geschiedenis en die kennis pak je boven op de berg dan zomaar weer even mee. Blijf ik wel met de vraag zitten, is mijn nek nu bruin, of roodbruin. Het is in ieder geval niet wit of blank. Maar het kan nog wel verkleuren, dus alle mensen die hierover zorgen hebben, ik zal me netjes insmeren. (Bij gelegenheid zie ik dat ik wel netjes geknipt ben.)

O segundo dia: Back to the future

Tijd krijgt in de vakantie zo’n andere dimensie. Onthaasten is de bedoeling en dat lukt goed als moeder Natuur in de Algarve aan het normaliseren is. Na een relatief koude week, ongeveer zoals vorige week in Nederland, wordt de schade ingehaald. 36 graden wordt de norm voor de komende dagen, zeker een paar kilometer landinwaarts. (nu weet ik dat hele volksstammen checken of dat waar is, want als we op vakantie zijn wordt de temperatuur ter plekke altijd overdreven en in het land dat je achterlaat is het veel kouder) Nu zijn de Portugezen sowieso al een volkje met een wat lethargisch gemoed en hoewel onmiskenbaar mediterraans, minder fel of theatraal dan de Spanjaarden of Italianen. Misschien dat het daarom wel mijn meest favoriete land is.

Tijd dus, iets dat ons in de poriën zit of we nu willen of niet. Op tijd zijn, tijdschrijven of tijd is geld………. op vakantie dus tijdelijk niet. We zijn te laat, het is twaalf uur geweest en we kunnen niet meer terug. Ik voel me net Michel J. Fox in Back to the Future. Professor Emmett Brown blijkt een Portugees die gewoon te laat was om de loop der dingen weer gelijk te trekken. Hij is te laat! Het is twaalf uur geweest en de bliksem gloeit nog een beetje na. Wat nu, de tijd maar laten verglijden. Er zit niets anders op.

We zijn zo twee foto’s verder en kijken nog heel even of de professor nog een hulplijntje heeft. Maar niets van dat al, een uur is zo heen gegleden en voor de professor is er geen vuiltje aan de lucht blijkbaar. Volgende week omstreeks dezelfde tijd maar eens kijken of we terug kunnen naar onze toekomst in Nederland. Of dat we die toekomst noodgedwongen moeten vinden in het in het verzengende blauw van de Algarve.

O primeiro dia: Vind ik me toch zomaar terug in de Algarve! Errug!!!!!

Geen groter vermaak dan leedvermaak moeten de talloze kampeerders denken als zij hun eigen leed en huiselijk geweldsessie al weer vergeten zijn, en met het grootste plezier de verhandelingen van de overburen, en toekomstige vrienden voor twee weken, gade slaan. Ook zij moeten de tent of kampeerwagen klaar zetten voor een gerieflijk verblijf in Tirol, de Dordogne of gewoon op de Veluwe. Lachen!!!!!

Gelukkig gaan wij niet met de tent, sleurhut of op een andere manier back to basic. Wij nemen het vliegtuig: klimaat, corona en vliegschaamte in zijn algemeenheid maar even trotserend. Maar daar waar je in het slechtste geval een uur vermaak bent voor de andere campinggasten, biedt het vliegveld waar dan ook ter wereld ook heel wat vermaak van mensen die hard hebben gewerkt om naar de zon te gaan. Of groepjes puistenkoppen en bakvissen die nog even wat hersencellen wegzuipen voor dat ze de examenuitslagen gaan ontvangen en dan maar af moeten wachten wat ze er in de herkansing van gaan maken. Nu heb ik me op het vliegveld nog wel redelijk neutraal gedragen, maar de wijze waarop mensen in een vliegtuig zitten als mestvarkens, waaronder ikzelf, is wel een reden om de lol van de vakantie in twijfel te trekken. Misschien is dit niet zo zeer lachen, maar het geeft wel een grote dosis zelfspot en kritiek en dat is dan weer lachen!!!!

Eenmaal op de plek van bestemming is alles zo vergeten? Of niet. Vakantie is herinneringen maken zeggen ze wel eens. Een jaar of twintig geleden had de reisbranche het over de ‘broodnodige, vitamine V!!!!! Echt waar, maar voor de dertig-minners, dat is net zoiets als tegenwoordig  levensgevaarlijke dingen doen in je vakantie onder het mom, You only live once-mythe. Allebei uitgedokterd door idiote marketeers die nog grotere idioten er in laten geloven. Maar ook ik kijk altijd uit naar de vakantie. Het eerste biertje smaakt goddelijk, het eten, al is het een eenvoudige hamburger in een sloom Portugees plaatsje, het is zonder meer haute cuisine. En vol bewondering kijk ik naar mijn eerste foto’s van de omgeving. Ik overweeg op de eerste vakantiedag al een carrièreswitch te maken, een begenadigd fotograaf is aan mij verloren gegaan. Ik weet het zeker met mijn getroebleerde vakantiebrein.

Terugkijkend op al mijn vakanties is het best diep graven om te achterhalen wanneer ik waar overal ben geweest. Sterker nog, ik zal beginnend bij 1966, toch voorlopig jaren leeg moeten laten omdat ik wel heel diep moet nadenken. Maar ik troost me met de gedachte van niemand minder dan Emile Zola: “Niets ontwikkelt intelligentie zo veel als reizen.” Ongemerkt heb ik heel wat intelligentie meegepikt. De houdbaarheid van de exacte herinneringen is dan niet meer zo belangrijk. Een troostende gedachte als ik nog eens 20 jaar ouder ben. Of wat te denken van een Loesje spreuk voor als je niet op vakantie kunt: Als je niet op vakantie kunt, ga dan op avontuur. Dat kan iedereen, zelfs in de middagpauze van je inspirerende baan, lekker op avontuur gaan want vitamine V hebben we nodig en natuurlijk YOLO.

Maar de aanleiding van dit eerste vakantievertelseltje is een spreuk die ik toevallig las: “Reizen maakt je eerst sprakeloos en verandert je daarna in een verhalenverteller.” (Ibn Battuta) Toen werd ik even stil, heel stil en ik dacht, dit blogje moest zeker gemaakt worden op mijn site sprakeloosverhalen. Het moest zo zijn en is geen toeval. Na vandaag weer gewone vakantiestukjes schrijven over de dingen die we meemaken in het mooie Portugal tot het moment aanbreekt: Een vakantie is voorbij als je begint te verlangen naar werk.

Ik vrees echter dat vooralsnog de centen de beperkende factor zijn, niet het verlangen naar werk.