
Het klompenpad in Elden was nog geen kilometer oud of een dame op leeftijd met hondje liep een klein stukje met ons op toen we aan het zoeken waren hoe te lopen. ,,De meest mensen die hier de laatste tijd komen gaan die kan op.” Ze wees naar links. Ze was misschien nog wat onwennig over de nieuwe stroom wandeltoeristen in haar dorp over het Eldensche Veldpad. Maar dat het haar dorp was, liet ze meteen ongevraagd weten. ,,Elden is geen Arnhem hoor.” En als we daar over twijfelden, zouden we door haar charmante maar pertinente stellingname ook echt niet in die richting durven denken. Ze sprak over Elden van vroeger en nu en vertelde boos over een Veenendaalse projectontwikkelaar die op een misselijkmakende wijze omgaat met een mooi stukje Elden. Ik ga dit nu verder niet op zoeken hoe de ins en outs precies zitten, we zijn hier immers voor de lol. Ik voel wel met haar mee, deze Eldense dame die tegen haar zin Ernemmer is geworden.

We wandelen verder. We, is in dit geval sprakeloos en zijn anderhalf jaar jongere broer. Zelf heb ik even getwijfeld of we een broederlijke wandeling wel aankonden. Niet dat er zwaarwegende animositeit tussen ons bestaat. Dat is zeker niet het geval, afgelopen zondag hebben we nog gezamenlijk genoten van de laatste Feyenoordoverwinning in de Kuip. Het gaat meer om de definitie van wandelen. Hoewel het als kinderen en jong volwassenen niet meteen duidelijk was, hebben we beide de liefde voor wandelen genetische meegekregen van onze ouders. Met name wijlen papa Sprakeloos heeft nog op hoge leeftijd de veertig kilometer in Nijmegen gelopen om de week ervoor eerst warm te lopen bij de Apeldoornse Vierdaagse. Maar we zijn geen tweelingbroers. Ons genenpakketje verschilt als het gaat om de definitie van wandelen. Een driftige snelle pas met iets te grote stappen typeert mijn vader. Zelf is wandelen meer een staat van zijn voor mij, niet om van a naar b te komen. Ik frequenteer de klompenpaden meer als een kuieraar, misschien een vlotte kuieraar, maar tijd en snelheid zijn van generlei belang tijdens het wandelen. Mijn broer is een fractie vlotter en dat merk ik iedere keer als we van parkeerplaats Lombarijen naar de Kuip wandelen.

Maar het is goed gekomen. In pais en vree hebben we de eindstreep gehaald, bij de Kerk op de Brink in Elden, let wel ELDEN. En ik durf te beweren, en ik spreek ook namens mijn broer, dat het een aangenaam klompenpad was. Veel afwisseling, historisch veel te zien en duiding via meerdere informatieborden. De dag was goed voor vele mooie kiekjes met natuur- en parklandschap en Arnhem op de achtergrond.
Het was koud voor 26 april 2023 en ondanks de nabijheid van de Gelderse hoofdstad, best rustig op een doordeweekse dag. Ik kan het Eldensche Veldpad iedereen aanraden morgen op Koningsdag of welke andere dag dan ook.


Fijne blog Vincent. Je kunt een Eldenaar inderdaad nogal beledigen door hem of haar een Arnhemmer te noemen 🙂. Toine Heijmans heeft een column in de Volkskrant geschreven over de projectontwikkelaar en de vernietiging van een mooi stukje Elden.
Om woest van te worden.
https://www.volkskrant.nl/a-be4260ee