
Aan mij wordt wel eens gevraagd waarom ik zo enthousiast ben over klompenpaden. Nu is het zo dat ik in de vakantie wel eens een (stads)wandeling maakte, maar om me een echte wandelaar te noemen gaat te ver. Het zit trouwens mogelijk wel in de genen want mijn vader liep op zijn 81e nog de Vierdaagse van Nijmegen (40 km) en als het even meezat de week ervoor de vierdaagse van Apeldoorn. Ik heb niet de ambitie dit te evenaren. Niet nu, maar zeker niet op mijn 81e. Ik kwam in aanraking met de klompenpaden omdat één van de paden op 50 meter van mijn huis loopt. Op zeker moment viel het kwartje dat dit iets van een groter geheel was. Appje gedownload en op goed geluk gezocht naar een pad in de nabijheid. We kozen voor het Rijnstrangenpad, een juweeltje van een wandeling. Maar na 41 paden weet ik, ze zijn niet met elkaar te vergelijken.

Aan de hand van het Veendijkpad zal ik de charme van klompenpaden uitleggen. Het begint al bij de keuze. Het is woensdagmorgen, een kleine reservoir aan overuren bij elkaar geharkt en kijk naar buiten. 18 november en 16 graden, de luxe dat ik mijn eigen werk kan indelen en voor dat ik het weet, vind ik mezelf terug in de auto. Op naar Bunschoten-Spakenburg. Ik was er nog nooit geweest, dus een mooie legitieme reden om er een poolshoogte te gaan nemen. Eerste voordeel van een klompenpad, je komt op plekken die je niet zomaar aandoet. Ik ga er altijd vanuit dat de plaatselijke bevolking heel goed weet wat de mooiste plekje zijn in hun gemeente, welke klompen- , kerken- of andere kuierpaden in aanmerking komen voor een fijne wandeling. Opsommend op het Veendijkpad was dat achtereenvolgens, de haven, het Veluwemeer, oer Hollandse landschappen met sloten en bruggetjes, hier en daar een monumentale boerderij, veel vogels en binnen de bebouwde lekker de sfeer proeven van de dorpen. En niet alleen de sfeer, maar uiteraard ook iets gehaald bij de visboer.

Voor de ware anti-asfaltfundamentalisten is dit klompenpad misschien geen hoogtepunt, ik stoor me er helemaal niet aan. Ik kan zelfs genieten van de dorpsranden waar nieuwbouwwijken verrijzen. Beste aardig wonen denk ik dan over die mooie nieuwbouwhuizen. Niet dat ik ambities heb of hele volksstammen wil interesseren voor een huisje in Bunschoten-Spakenburg, maar het is beste geinig om er langs te lopen op een zonnige november woensdag. Omdat mijn auto niet bij de start stond in verband met corona, had ik de hem geparkeerd nabij de haven. Dat betekende een klein lusje rond de begraafplaats niet gewandeld, maar wel door de hoofdstaat. Dan denk ik wel, wat zal ik gemist hebben? Maar ik heb nu wel een indruk van het overbekende Bunschoten-Spakenburg. Bekend van de visboer bij ons in het dorp, bekend van de voetbal en bekend van het geloof met een variëteit aan kerken, bijna op ieder hoek een kerk.

Klompenpaden zijn niet met elkaar te vergelijken. Dat is appels met peren vergelijken. Natuurlijk ontstaat er bij mij ook wel iets dat op een lijstje lijkt, maar dat zegt vooral iets over mij. Ieder dorp heeft te maken met wat er is en moet het daarmee doen. Soms is dat veel, soms is dat verrassend en soms is het totaal anders. Er is nog geen enkel pad geweest waar ik van denk, dit kan niet. Van ieder klompenpad geniet ik van het eigen karakter qua natuur, qua specialiteiten of qua afwisseling. Of gewoon omdat het kan, omdat er vrijwilligers zijn die dit mogelijk maken. Eigenlijk zou Nederland in één groot klompenpad moeten veranderen want die capaciteit heeft ons land.


Vandaag hier gewandeld en ik kan helemaal beamen wat je schrijft👍😉