Op zoek naar juichende kritieken over de Duitse film Im Labyrinth des Schweigens, kwam ik vooral matige recensies tegen met de azijnfles van de Volkskrant voorop. In de tekst onder de titel staat: ‘In Im Labyrinth des Schweigens wordt de Auschwitzhorror soms te veel uitgespeeld. De film, deels op feiten gebaseerd, is een beetje stug, ouderwets tv-achtig.’
Nooit zoveel onzin bij elkaar geharkt gezien, maar het zal ongetwijfeld gebaseerd zijn op hooggeschoolde kennis van hoe een film in elkaar moet steken, maar houdt amper rekening met de gevoelswaarde van de filmbeleving. Een gediplomeerd azijnpisser IS hier niet gevoelig voor, dus een bevestiging van wat ik al wist, ga nooit af op de Volkskrant, zie het vooral als een tegengesteld advies.
HET WORDT EEN NA-OORLOGSFILM
Twee vrije dagen voor de boeg met daarin de Dodenherdenking en Bevrijdingsdag, 4 en 5 mei. Of we deze middag iets zouden gaan doen, vroeg mijn vrouw kijkend op de buienradar. In Nijmegen draait Im Labyrinth des Schweigens. Ik herinner me dat ik iets over de film heb gezien, dat niemand wist van de gebeurtenissen in Auschwitz. We hebben het dan over het naoorlogse Duitsland, 1958. Daarnaast had ik een documentaire gezien over de Duitse jeugd die genoeg zou hebben van de verplichte schoolreisjes naar allerlei oorden om zich te moeten wentelen in de rol van schuldigen. 70 jaar na dato voelen zij zich geen dader meer. Het lijkt me volstrekt terecht.
In het Nijmeegse filmhuis LUX draaide de film en daar was ik sinds mijn vertrek uit Nijmegen in 1999 nog nooit geweest, sterker nog, het bestond toen nog niet. Ik ging altijd naar Cine Marienburg.
VRAGEN, VOORAL VRAGEN
Laat ik eens beginnen met hoe we uit de film kwamen, als een leidraad voor de impressies en gevoelsbeleving van Im Labyrinth des Schweigens. We benadrukte beide dat we het een hele mooie en indrukwekkende film vonden om daarna te denken over wat de film losmaakte aan gedachten. Allereerst natuurlijk het ongeloof dat zo’n beladen geschiedenis in het naoorlogse West-Duitsland verzwegen werd, alsof het geen deel uitmaakte van de landsgeschiedenis en/of de persoonlijke geschiedenis van veel Duitsers, 1958 nota bene. Bestaat er zoiets als een gezamenlijke schuld, kun je dat met de achterafkennis vaststellen? Dat er schuldigen zijn is duidelijk, heel duidelijk, maar moeten alle schuldigen opgepakt worden en zo ja, is dat mogelijk? Hoeveel regiems, de Sowjet-Unie als recent voorbeeld, gaan voor een deel verder met de ‘oude hap’ in een nieuw ideologisch jasje, misschien is dat een historische wet om niet in volledige anarchie te belanden? Als er sprake is van daderschap in welke omstandigheid dan ook, hoe gemakkelijk is het om met jezelf in het reine te komen over je meest pikzwarte persoonlijke geschiedenis, kijkend naar je eigen aandeel? Moeten de 4 en 5 mei herdenking louter in het teken staan van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust of moet de bovenliggende algemeen menselijke boodschap centraal staan? En hoe zijn we nu anno 2015, hoe vaak kijken we weg als het gaat om humanitaire rampen in Afrika of heel actueel het vluchtelingenprobleem op de Middellandse Zee?
IM LABYRINTH DES SCHWEIGENS
West-Duitsland is bezig met het Wirtschafswunder, de Tweede Wereldoorlog is nog geen 13 jaar afgelopen en het lijkt alsof er niets is gebeurd in de jaren dertig en veertig. De ‘grote vissen’ zijn berecht bij de Neurenbergprocessen en Adenhauer leidt de Duitsers door het naoorlogse Duitsland en iedereen gaat verder met zijn leven en heeft de draad ogenschijnlijk weer opgepakt totdat een slachtoffer uit Auschwitz wordt geconfronteerd met een van de kampbeulen die ‘gewoon’ weer les geeft op een middelbare school in Frankfurt. Hij gaat er mee naar een journalist die probeert de zaak aanhangig te maken bij het Openbaar Ministerie. Er is geen belangstelling, maar een jonge Officier van Justitie Johan Radmann (gespeeld door Alexander Fehling) pakt de zaak op en krijgt de steun van de Procureur Generaal (gespeeld door de onlangs overleden Gert Voss) die met een beetje fantasie lijkt op de oude Willy Brandt. Aanvankelijke wil de jonge jurist de zaak juridisch aanpakken middels het logische concept van dat er een dader en een slachtoffer is die met elkaar verbonden zijn door een delict. Het is dan immers slechts een kwestie van bewijzen. Al snel komt Radmann erachter dat de ‘zaak’ veel groter is dan zijn voorstellingsvermogen kan bevroeden. Ook voor hem heeft de recente Duitse geschiedenis klaarblijkelijk grote blinde vlekken mede als gevolg van het alom zwijgen van een ieder die iets weet van de gebeurtenissen in de vernietigingskampen. Door deze tegenslag laat de jurist en de inmiddels bevriende journalist zich niet uit het veld slaan, ze gaan verder en worden zelfs via extra mankracht ondersteund door de procureur-generaal. Dat wil niet zeggen dat het onderzoek daarmee vanzelfsprekend van een leien dakje gaat. Er is geen medewerking van mensen op belangrijke sleutelposities, die mogelijk zelf een verleden hebben. Niemand wil dat het verleden opgerakeld wordt.
Uiteindelijk zal het werk van de jonge jurist leiden tot de Duitse processen die ervoor zorgen dat het nicht-Wissen van de Duitse bevolking wordt opgeheven. Het is ook de tijd de de Duitsers kunnen beginnen met het verwerken van de eigen geschiedenis al dan niet geholpen door de opstandige jeugd die in de jaren zestig ook helderheid willen over de rol van hun vaders en moeders in die tijd. De film eindigt, waar de processen beginnen.
PERSOONLIJKE BEVINDINGEN
Ik vond het een prachtige film die de beklemmende sfeer uit de jaren vijftig op een prima wijze weet vast te leggen. En hoezo ouderwets en stug vraag ik me dan af? Juist het langzame oprakelen van een geheim wordt in beeld gebracht in een tijd van beklemming waar Sauerkraut-Dampen (als tegenhanger van onze spruitjeslucht) en ontkenning van de geschiedenis een belangrijke rol spelen. Het naoorlogse probleem in Duitsland wordt prachtig in kaart gebracht zonder op een pathetische wijze gruwelen in Auschwitz te misbruiken dan wel te ontkennen. Op het einde van de film laat de regisseur Giulo Ricciarelli de procureur-generaal zeggen, nadat Radmann gek dreigt te worden van de Waarheid waarna hij op zoek is. ,,Het gaat er niet om dat alle schuldigen opgepakt worden en berecht zullen worden. Het is belangrijk dat de slachtoffers een stem zullen krijgen en houden. Hun verhaal moet gehoord worden.”
Ik denk dat dit de kern is van de film, te beginnen bij de onwetende Duitsers uit de jaren vijftig die door de processen zullen horen hoe breed de steun is geweest aan het Hitler-regiem en dat vergeten van die zwarte tijd door te zwijgen de Duitse democratie niet verder zal brengen.
Een liefdesgeschiedenis tussen Johan Radmann met de mode-ontwerpster Marlene (gespeeld door Friederieke Becht) geeft de film een licht randje zonder dat daarmee de ernst teniet wordt gedaan. Als ik een puntje van kritiek mag geven dan is het het ontbreken van de persoonlijke assistent van Radmann, een oudere vrouw met de naam Schmitchen (gespeeld door Hansi Jochman) op de affiches. Haar reacties en emoties vond ik exemplarisch.
Kortom een buitengewoon goede film. Al met al een dikke acht en om enige compensatie te geven aan alle azijnpissers van de Volkskrant die bijvoorbeeld hoog opgaven van Aanmodderfakker, ga ik zelfs voor een 8,5. Voor meer Sprakeloze filmbelevingen verwijs ik naar mijn totale lijst.
NASCHRIFT: ANTWOORDEN, ANTWOORDEN, ANTWOORDEN
Op alle vragen die ik kan stellen, zoals hierboven in deze filmblik, heb ik geen kant en klare antwoorden. Ik ben er wel van overtuigd dat het van het grootste belang is dat de verhalen uit de Tweede Wereldoorlog vertelt moeten blijven en dat 4 en 5 mei hiervoor een goed moment is. Ik begrijp dat de Duitse jeugd genoeg heeft van de eeuwige schuldrol en dat is volgens mij ook niet nodig en werkt uiteindelijk zelf averrechts. Ik vind dat het grotere verhaal geleerd moet worden uit de Holocaust om niet te vergeten en vooral om te leren. Maar ook andere gebeurtenissen die met de Tweede Wereldoorlog hebben te maken (Nederlands Indië) waarbij onze rol als dader èn slachtoffer heel dicht bij elkaar liggen, moet verteld blijven worden, wat mij betreft ook op 4 en 5 mei.
Maar ook in de recente geschiedenis, bijvoorbeeld de genocide in Rwanda zijn illustratief hoe de mensheid kan verworden tot een verschrikkelijke moordmachine, toen, nu en helaas ook in de toekomst. Hoe onverschillig kijken we naar de vluchtelingenproblemen waarmee Europa te kampen heeft. Het lijkt vooral een probleem van Italië en Griekenland en we gaan over tot de orde van de dag. Misschien is het appels en peren met elkaar vergelijken, maar in essentie gaat het om dezelfde mechanismen van wegkijken, onverschilligheid en individuele onmacht die kunnen leiden tot grootschalige menselijke drama’s. Maar als het om zulke vraagstukken gaat, ontstaat er ook in mijn gedachten vaak een labyrint van tegenstrijdigheden.
Pingback: Alle filmblikken bij elkaar | sprakeloosverhalen