Een blogje, column zo u wilt, vindt de beste voedingsbodem bij frustratie, boosheid of soms zelfs onredelijkheid. Ik kon toen op het internet niet meteen de juiste knop vinden om mijn stukje te plaatsen, maar vond wel het volkskrantblog. Het was september 2007. Sindsdien ben ik verknocht aan het bloggen, maar ruim 500 stukjes later, hadden hogere machten besloten dat een gerenomeerde krant geen blogsite meer nodig heeft. Ik ben opnieuw begonnen bij WordPress, snel gevolgd door Twitter en Facebook.
Mijn boosheid betrof de arrogantie van een babyboomer. Rond die tijd had ik enkele andere stukjes elders geschreven. Hieronder een drietal stukjes uit mijn verleden. Want langzaam maar zeker plaats ik zoveel mogelijk van mijn schrijfsel op dit blog.
1. In reactie op geboren in 1953
Graag wil ik reageren op ‘Geboren in 1953’ (VK 1 september 2007) van Rob Vreeken, zelf volwassen geworden begin jaren zeventig, gedurende de rafelranden van de jaren zestig-mentaliteit. De columnist vereenzelvigt zich nog vol overgave met de toenmalige postrevolutionaire sfeer en brengt een adhesiebetuiging aan Jan Pronk. Hij beschrijft hiervoor het monsterverbond tussen jong volwassenen en de babyboomers.
Gemakshalve meent hij Jort Kelder te moeten aanhalen als boegbeeld van vermeend graaiende 30-ers en 40-ers. Indringend wil ik Vreeken wijzen op het volgende: Het relatief beperkte aantal rijke ‘niet-nixers’ staat in schril contrast met de rijkdom van de zogenaamde ‘bevlogenen’ (Bram Peper, Marcel van Dam etc, etc. etc). Jort Kelder(achtigen) hebben bovendien hun vermogen veelal vergaard in de commerciële sector, de generatiegenoten van Jan Pronk vooral in (of met behulp van) de publieke sector.
De gehele publieke sector wordt sinds jaar en dag gedomineerd door de generatie van de huidige vijftig en zestigplussers. Zij zijn daardoor ook medeverantwoordelijk voor het neoliberale klimaat. De generatie onder hen heeft daar nimmer wezenlijke invloed op kunnen uitoefenen. Electoraal hebben Wouter Bos c.s. slechts durven/kunnen volgen. Helaas! Het vereiste nieuwe elan voor bijvoorbeeld de PvdA kan toch niet zitten in een parodie uit vervlogen tijden, hoe aardig het sprookje voor de Lowland-gangers ook mag lijken? Het mag toch niet zo zijn dat eigentijdse bevlogenheid van twintigers misbruikt gaat worden door de gevestigde orde?
2. Pronkzitting
En weer lukt het zo’n ouwe hip alle aandacht naar zich toe te trekken. Dit keer Jan Pronk die op het voorzitterschap van de PvdA aast. Hoewel het in een democratie is toegestaan voor een ieder, ongeacht leeftijd, sekse of ras zijn ambities na te leven, heb ik het wel helemaal gehad met dat machtscordon bij de PvdA dat zich al vanaf de jaren zestig voortsleept. Wanneer is dat nu eens afgelopen met die betweterige linkse dominees die hun gelijk keer op keer opeisen en dat ook krijgen omdat ze met zo veel generatiegenoten zijn? Hele hordes ouwe hippen, voormalige communisten, ex-feministen in paarse overals en ander gajes dat nog steeds tegen de gevestigde orde strijdt, terwijl ze dat al decennialang zelf zijn. Elkaar baantjes gunnend, terwijl onderwijl de revolutie en vrije seks van weleer besproken wordt onder het genot van een hapje en een drankje. Allen verzekerd van een bovengemiddeld inkomen, blijven ze de achterhaalde Nieuw-Links idealen herhalen. Nu zul je van mij niet horen dat mensen niet veel geld mogen verdienen, ook linkse mensen gun ik de welvaart die ze toekomt. Maar niet die linkse drammerige potentaten, die tot in lengte van dagen publieke gelden weggrissen!
Dus nu wéér Jan Pronk, een anachronisme pur sang. Reeds minister in het kabinet Den Uyl en ook onder Paars weer van de partij, heeft vol vuur recent namens de Verenigde Naties goed werk gedaan in Darfur. Het mocht uiteindelijk niet baten, maar dat lag niet aan de passie en vurigheid van Jan Pronk. Ere wie ere toekomt, hiervoor krijgt Pronk mijn credits. Over vurigheid gesproken, de geruchten gaan dat de losse seksuele moraal uit vroegere tijden altijd aan Pronk is blijven kleven. Maar dat zijn slechts geruchten.
Met Jan Pronk komen ook de oude kameraden weer in het nieuws om hem lippendienst te bewijzen. Marcel van Dam denkt dat Pronk het tij kan keren en Bram Peper ziet na zoveel jaren de kans dat een radicale koerswijziging de zon voor de PvdA weer zal schijnen. Dit horende zit ik inwendig te vloeken en denk dan:
“Welk tij moet gekeerd worden en heeft de zon nu al jaren niet meer geschenen?”
Hun enige doel is terugkeer naar hun eigen ideale jongensdromen en heel de (linkse) maatschappij moet met ze mee.
Nou, ik toevallig niet en ik hoop van harte dat het PvdA-congres een andere kandidaat kiest, bijvoorbeeld Solomon Tesfaye. Solomon Tesfaye? Ja, Solomon Tesfaye, ex-Ethiopiër, ex-prins Carnaval in Oldenzaal en raadslid voor de PvdA aldaar. Alles beter dan Pronk.
De PvdA van Bos is gebaat bij rust en stabiliteit en moet kritisch gevolgd worden met hedendaagse inzichten en standpunten, rekening houdend met het huidige sociaal-maatschappelijke krachtenveld. Pronk en de zijnen zullen de sociaaldemocratie zeker niet redden, integendeel.
En een ieder met maar een ietsepietsie sociaaldemocratisch gevoel moet helemaal op zijn hoede zijn als generatiegenoot Hans Wiegel van de VVD alle beschikbare veren in de reet van Jan Pronk probeert te stouwen. Zijn column in “De Pers” van 28 augustus 2007 heeft als titel meegekregen, jawel, “Pronkjuweel”.
Als een voormalig politiek tegenstander, en zeker geen hippie, je gaat roemen, moet je oppassen. Als ook oud-premier Dries van Agt wordt aangehaald en zijn welgemeende goedkeuring geeft aan het voorzitterschap van Pronk, zijn de rapen gaar.
Ik begrijp best dat het orakel uit Diever het wel ziet zitten met Jan Pronk. Met een radicale koerswijziging van de PvdA kan de VVD weer normaal liberaal doen. Ze hoeven dan geen rekening te houden met populaire politieke jokers als Geert Wilders. En Rita Verdonk kunnen ze dan definitief de mond snoeren. Een radicale PvdA geeft electorale ruimte in het midden en zorgt ervoor dat de PvdA weer voor jaren de oppositiebankjes in moet. Pronk een pronkjuweel? Jazeker, maar dan wel voor de historische parlementaire geschiedschrijvers.
3. Grijs, maar wijs
Onderstaande tekst is van juli 2004, toen de heer Bram Peper een interview in de Volkskrant gaf en bij mij heel veel irritaties opriep. Gezien het feit dat er toen veel gereageerd is klaarblijkelijk niet alleen bij mij. Onderstaande reactie had mijn ijdelheid moeten strelen door het geplaatst te zien in de Volkskrant, het heeft niet zo mogen zijn.
Mijn ‘missie’ als Don Quichot tegen de babyboomers is niet ontstaan naar aanleiding van de strijd om het partijvoorzitterschap bij de PvdA. (zie mijn bijdrage van 1 september 2007)
IN TEGENSTELLING TOT BIJVOORBEELD VREEKEN IN DE VK VAN 1 SEPTEMBER 2007, VERFOEIDE PEPER IN 2004 DE OVERHEERSENDE JONGERENCULTUUR.
Bram Peper, vooraanstaand lid van de peper en zout-generatie, pepert zijn gehoor in met een aanstaande revolutie. Als 38-jarige ben ik niet in staat om een mooie toepasselijke Latijnse spreuk te gebruiken; of anders een krachtige uitspraak van een geleerde oude Griek aan te halen. Ik moet het daarom doen met een platvloerse en vlakke woordspeling om mijn reactie op het interview met Bram Peper te beginnen, gewoon omdat de kennis me ontbeert.
Gezien mijn leeftijd kan ik me geen representant noemen van de jongerencultuur en ik heb nog lang niet de gezegende leeftijd van een 50 plusser. Helaas moet ik constateren dat mijn ergernis ten aanzien van Bram Peper vele malen groter is dan de door hem verfoeide overheersende jeugdcultuur.
Het moet me van het hart dat hij een juiste diagnose maakt ten aanzien van vervlakking en gebrek aan (historische) kennis in de hedendaagse maatschappij. Dit geldt volgens mij voor de hele maatschappij en niet voor één specifieke groep. En mocht vervlakking en gebrekkige kennis alleen bij jongeren aanwezig zijn, dan moeten de voorgaande generaties zich daar vooral voor schamen. En niet, zoals Peper doet, zijn eigen leeftijdgenoten ophemelen ten koste van jongeren.
Wat mij zo ergert aan het interview met Peper is de verschrikkelijk aanmatigende toon van hem. Deze toon is zo kenmerkend voor zijn generatiegenoten die zich, vooral aan de linkerzijde van het politieke spectrum begeven. Het zijn zij die lang hebben mogen studeren, zij die ongeacht hun studie verzekerd waren van een baan met toekomstperspectief, zij die van hun regenteske voorgangers wel de kansen kregen om mee te mogen doen, zij die de macht al hadden toen ze amper droog achter hun oren waren, zij die door hun demografische omvang de machtsfactor zijn bij ministeries, gezondheidsinstellingen en het onderwijs, zij die hun jeugdcultuur veertig jaar later nog steeds tot norm verheffen.
Het zijn zij, met hun regenteske mentaliteit, die helemaal geen revolutie nodig hebben. Oproepen tot een revolutie klinkt bij Peper vooral als een pathetische roep om aan de macht te blijven, terwijl ze al meer dan veertig jaar het pluche bezetten en daarmee de normen en uitwassen van de generatie van Nieuw Links bewaken.
Met mijn gebrek aan historisch besef, mogen ze van mij alles wat met Bram Peper c.s. te maken heeft, uit hun publieke ambten halen. Een nieuw elan moet zich dan aandienen, namelijk Grijs-wijs Links. In dit nieuwe elan staan vijftig plussers op, die met reflectie kunnen terugkijken op hun eigen rol in de Nederlandse samenleving. Dit moet dan de basis vormen voor een nuttige bijdrage aan de Nederlandse samenleving. Hun reflectieve vermogen kan niet anders dan leiden tot mildheid jegens jongere generaties, die mede door henzelf zijn gevormd.
Of dat met mensen als Bram Peper gaat lukken is nog maar de vraag, maar ik wil niet meedoen aan het creëren van een generatiekloof à la Peper, maar wel gebruik makend van alle krachten die iedere generatie in zich herbergt.
Pingback: Opening, sfeer en verloop van Mijn conventie van Achlum | sprakeloosverhalen